Ik duizel als
Ik duizel als ik aan U denk . . . Hebt Gij geen oorsprong of begin? Geen einde? — Zult Gij er altoos zijn? O God, wat wordt mijn leven klein.
Raakt het niet zoek in dit heelal? 'k Weet dat Uw trouiv het zoeken zal. O Eeuwige, Die mij gedenkt, zodat geen haar mij wordt gekrenkt.
Het stofje, dat mijn leven is, is, God naar Uw getuigenis • en op Uw hand gewogen, zeer kost'lijk in Uw ogen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's