CHRISTEN EN COMMUNISME?
Berufsverbote?
Het duitse woord dat hierboven staat zal misschien enige toelichting nodig hebben. Onze oosterburen gebruiken het wanneer iemand een bepaalde baan niet krijgt of uit zijn of haar betrekking ontslagen wordt op grond van zijn of haar politieke (en dan uiteraard linkse!) overtuiging.
Het woord is ook in ons land enkele malen gevallen. Eerst in Zwolle, waar het bestuur van een christelijke school een leraar, de heer Los. ontsloeg omdat zijn lidmaatschap van de communistische partij onverenigbaar werd geacht met zijn werk bij het christelijk onderwijs. Later deed zich een soortelijk geval voor in Katwijk aan Zee, waar het bestuur van het Pieter Groen College de heer Pronk, docent maatschappijleer, niet opnieuw benoemde omdat ook hij lid was van de C.P.N. In Katwijk ontstond nog méér rumoer over deze zaak omdat de schoolleiding het opnam voor de leraar in kwestie en ook doordat de leerlingen, bij wie de heer Pronk erg populair was, nogal massaal protesteerden.
Werd hier terecht gesproken van "Berufsverbote"? Naar mijn mening hebben beide schoolbesturen de enige beslissing genomen die ze nemen kónden. Niet alleen omdat de leraar in Katwijk maatschappijleer doceerde. Natuurlijk maakt het verschil welk vak de docent geeft. Een communist die wiskunde of scheikunde doceert krijgt niet zo gauw de kans om zijn politieke overtuiging aan zijn leerlingen door te geven als iemand die godsdienst of maatschappijleer moet geven.
Maar ook in dat eerste geval is een docent met communistische sympathieën niet te handhaven bij het christelijk onderwijs. Een leraar is er toch niet alleen om op zijn eigen vakgebied kennis over te dragen, hij moet ook de jongeren vormen voor de maatschappij. En dan komen er allicht in zijn klas weieens onderwerpen aan de orde, waarbij hij zijn mening niet onder stoelen of banken kan steken, wellicht ook niet wil steken. Bovendien maakt hij deel uit van het hele team dat aan zo'n school verbonden is, en men kan kwalijk volhouden dat een communist past in een team van mensen die er een christelijke levensbeschouwing op na houden.
Ik zie het misschien al te simpel, rnaar ik acht het dc plicht van een schoolbestuur erop toe te zien dat dc docenten les geven overeenkomstig grondslag en doel van de school. Anders is het oprichten en in stand houden van christelijke scholen een overbodige zaak geworden. Wanneer onze jongens en meisjes kans lopen op een christelijke school te worden toevertrouwd aan docenten met communistische neigingen, die hen ook nog met die opvattingen kunnen infiltreren, dan kunnen we hen evengoed naar neutrale scholen sturen.
« Er zijn grenzen
Het is alweer een halve eeuw geleden datin ons land heftig werd gediscussieerd over de vraag of men christen kon zijn en tegelijk lid van de SDAP. Bepaald schokkend was het feit dat na de oorlog zeven Hervormde theologen, onder wie de onlangs overleden Ds. J. J. Buskes, "doorbraken" naar de Partij van de Arbeid. Vandaag de dag is het al heel gewoon dat predikanten, leraren, hoogleraren, lid zijn van een linkse partij en die politieke keuze ook luide propageren.
Vorig jaar heeft niemand minder dan Prof. Dr. J. Verkuyl zich in de discussie gemengd. Op verzoek van de Unie School cn Evangelie schreef hij een boekje dat in september verscheen onder de veelzeggende titel: "Er zijn grenzen". Verkuyl zet daarin grondig uiteen dat het voor hem een onmogelijkheid is dat iemand les geeft aan een christelijke school en tegelijk lid is van een communistische partij. Op een christelijke school dient immers het Evangelie van Jezus Christus centraal te staan en het communisme als levensen wereldbeschouwing staat daar diametraal tegenover. Niemand, aldus Verkuyl, kan twee heren dienen.
Het was te verwachten dat Verkuyl's visie hem niet in dank zou worden afgenomen. Hij zal daar zelf ook wel rekening mee gehouden hebben. Maar het moet wel een trieste zaak voor hem zijn geweest, hierin zoveel tegenstand te ontmoeten van een zijde waarvan men iets beters had mogen verwachten. Befaamde theologen verzekerden om strijd dat ze geen enkel probleem zagen in een communistische docent bij het christelijk onderwijs...
De gegeven broeder
Lijnrecht tegen de mening van Verkuyl in gaat ook de discussienota van de Raad voor de Zaken van Kerk en School van de Nederlandse Hervormde Kerk, die in maart het licht zag onder de titel "De gegeven broeder".
We hebben — gelukkig — hier niet te doen met een officiële synodale uitspraak, maar met een discussienota, een praatstuk dus. Maar we dienen toch wel te bedenken dat de Raad voor de Zaken van Kerk en School een orgaan van bijstand is van de Generale Synode, en zó vrijblijvend is deze visie dan ook weer \rv.
Alleen al de titel van de nota doet ons dc ogen uitwrijven. Want wie is die gegeven broeder? U raadt het al: dc onderwijzer of leraar op de christelijke school die lid is van de% communistische partij! Hij is een broeder die op zijn wijze werkt in het Koninkrijk Gods. En broers kies je niet uit, die worden je gegeven, en daarom heb je ze ook te accepteren!
Hoe de Raad tot deze merkwaardige gedachtenkronkel komt is me een raadsel. Want aan het begin van de nota wordt al opgemerkt dat het christelijk geloof onverenigbaar is met een politieke overtuiging die het atheïsme verdedigt. Men zou denken dat er dan verder nauwelijks over gediscussiëerd hoeft te worden. Het communisme is toch een atheïstische levensbeschouwing?
Maar - zegt de nota dan, en nu begrijp ik het tóch wel een beetje - we moeten daarover meer genuanceerd denken. Er zijn immers verschillende soorten van communisme? Er is bijvoorbeeld ook een eurocommunisme, dat veel gematigder is dan het verstarde marxistische denken. Daarom kan men niet zomaar iemand veroordelen die de Naam van Christus belijdt en meent uit die belijdenis de consequentie te moeten trekken lid te worden van een communistische partij.
Zouden we nu zeggen: die twee zijn onverenigbaar, dan zijn we alleen maar formeel bezig. Bovendien lopen we dan zelf het gevaar het Evangelie te maken tot een politieke ideologie. En we moeten juist vanuit het Evangelie de discussie aandurven.
Het is nu wel duidelijk wat de samenstellers van de Raad onder het Evangelie verstaan. Niets anders dan een soort programma van een politieke partij die de gerechtigheid onder mensen en volken wil bevorderen. En ieder die dat wil is mijn broeder!
Infiltratie
Er is één aspect waarover de nota in alle talen zwijgt. Prof. Dr. W. H. Velema heeft dat ook al gesignaleerd in zijn uitstekende artikel in het Reformatorisch Dagblad van 28 maart naar aanleiding van deze discussienota. Dat aspect betreft de beïnvloeding van de leerlingen. Ik laat hem even aan het woord:
"Waar is in deze nota het kind? Waar is de roeping van de christelijke school om aan het kind het Evangelie te brengen? Het kind valt buiten het gezichtveld. De communistische onderwijzer heeft zijn plaats ingenomen. De gegeven broeder prevaleert boven de plicht van de school om het Evangelie aan het kind te brengen. Hier laat de school zich haar eerste opdracht ontnemen. Discussie rond de positie van de communistische onderwijzer doet het zicht op het kind verliezen. Een school die zo te werk zou gaan toont zich een instrument voor een oneigenlijk doel. Ze verzaakt haar allereerste opdracht. Dat is nu juist het geval in de communistische landen. Daar dient de school het regime en niet het kind. Helaas moet ik zeggen dat de titel "de gegeven broeder" de aandacht van de eerste taak van dc school aftrekt. Alle aandacht wordt gericht op wat men de man niet mag aandoen die het onder de naam van Christus op een christelijke school voor een atheïstische wereldbeschouwing moet opnemen".
Terecht merkt Velema dan nog op dat de school op die manier "bruggehoofd wordt van communistische propaganda in het vrije westen. En dat alles betaald uit de Nederlandse staatsgelden, gedragen en bevorderd door een Raad van de Ned. Herv. Kerk".
Ik heb hier weinig aan toe te voegen. Ik denk dat Karl Marx gelijk had toen hij de bekende uitspraak deed dat het niet nodig is oorlog te voeren met de "kapitalistische" landen, wanneer maar genoeg dominees en schoolmeesters door het communisme worden beïnvloed... Daar begint het al aardig op te lijken in Nederland!
Vrijheid...
Ik schrijf deze regels tussen twee nationale gedenkdagen in. Op 30 april deed Koningin
Juliana afstand van de troon en kregen we een nieuwe Koningin, Beatrix. Op 5 mei hopen we te herdenken dat we 35 jaar geleden werden bevrijd van de Duitse overheersing. Zou dat de bedoeling zijn van de teruggekregen vrijheid en van het leven in een parlementaire democratie, dat we deze vrijheid misbruiken door allerlei linkse ideologieën vrij spel te geven, tot in scholen en tot aan universiteiten toe?
Na de oorlog dichtte iemand: "De vrijheid is een zorgelijk bezit. Wat doet g' ermee, wat zult ge ervan maken? '
Om die vraag kan niemand van ons heen. Men zou wensen dat vele ogen opengingen voor het gevaar dat ons bedreigt. Eér het te laat is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's