KLEÏHE KRQMÏEK
De kerk in China
Over dit onderwerp schreef in het Centraal Weekblad van 12 april 19S0 dr. J. van der Linden een informerend artikel. Wie met het wel en wee van Christus' gemeente op aarde bewogen is geraakt, heeft niet soms met meedogen gedacht aan de Christenen in dat deel van de wereld waar de storm van de culturele revolutie van Mao alles wat zich naar Christus' Naam noemde wilde wegvagen voor de nieuwe „religieuze" leider Mao? Sommige berichten de afgelopen jaren waren inderdaad alarmerend. Er leek niets overeind te blijven van wat eertijds een bloeiend gemeentelijk leven was. Nu zijn er verblijdende tekenen. Dr. Van der Linden noemt dit o.a.:
Veranderde wind
Er is meer dan één verheugend teken. Vorig jaar vond in Shanghai een conferentie plaats van vertegenwoordigers van de wereldgodsdiensten in China: het boeddhisme, de islam en het christendom. De conferentie veroordeelde de niets ontziende vervolgingen van de godsdienst in Shanghai gedurende de culturele revolutie. Verder drong zij aan op de rehabilitatie van de godsdienstige leiders en op herleving van Chinese, godsdienstige verenigingen. De conferentie tekende het veranderde klimaat en herinnerde aan de periode van 1957: de tijd van de „honderd bloeiende bloemen".
Intussen kwam in Peking van de grond: een instituut voor de studie der wereldgodsdiensten. In dit alles komt tot uiting een veranderde houding van de regering tegenover het artikel van de grondwet in China over de godsdienstvrijheid. Men wil dit artikel ruimer interpreteren dan onder Mao ooit is gebeurd.
Alles hangt hier natuurlijk af van de toepassing van dit artikel. Er zullen stellig felle atheïstische bestuursambtenaren blijven die hun eigen uitleg aan dit artikel geven. Des te meer, als zij, deze rasechte marxisten, tot de ontdekking komen dat hun marxistische leer toch de godsdienst niet heeft kunnen klein krijgen en dat het rode boekje, het evangelie van Mao, geen kans kreeg om de boodschap van de bijbel geheel te verdringen.
Dr. Van der Linden vraagt zich dan af waarom de regering deze koerswijziging toestaat. Een Chinese christen zei daarover: „Ze hebben gemerkt dat vrijheid van godsdienst een recht van het volk is, dat niet door geweld kan worden onderdrukt". Van der Linden schrijft dan verder als volgt:
De situatie in en rond de Chinese kerk
Het heeft lang geduurd voor wij buiten China enigszins een beeld kregen van de situatie zoals die is ontstaan in de loop der jaren in de Chinese kerk. In dit land van bijna een miljard mensen was het moeilijk om alle stukken voor deze legpuzzel in elkaar te krijgen. Langzamerhand kunnen echter aan de hand van de laatste gegevens de trekken van het nieuwe toekomstige beeld van de kerk worden gevormd.
Het zijn wonderlijke verhalen van kleinere en grotere christengroepen, die ook in de zwaarste jaren toch elkander hebben vastgehouden. In enkele gebieden zijn deze losse groepen ook nog gegroeid. Chinese christenen, die de laatste tijd de kans kregen om andere christenen in het buitenland te ontmoeten houden vol, dat het aantal christenen nier meer afneemt. Men beweert zelfs dat de cijfers aantonen dat de situatie niet slechter is dan in 1949, al voegt men daaraan wel toe, dat het gissen blijft.
Men geeft dan de volgende getallen voor de aanhangers van de drie wereldgodsdiensten: honderd miljoen boeddhisten, tien miljoen moslims, drie miljoem katholieken en zevenhonderdduizend protestanten. Buiten de grote steden zijn er nog talloze Chinezen die de voorouderverering aanhouden en vasthouden aan de traditionele religieuze activiteiten.
Voor de toekomst van de kerk zijn die kleine groepen, die de storm van de culturele revolutie overleefden van de grootste betekenis. Toen de storm opstak en alles met vernietiging bedreigde hebben de christenen geweten dat het er nu op aankwam om elkaar vast te houden. De vorm die zij
daarvoor vonden was de huiskerk. Die ontstond spontaan, zeker niet uit protest tegen de vroegere kerkvorm.
Ze zullen in hun zoeken om als christelijke gemeente te kunnen overleven voor de grote vraag zijn komen te staan wat hun houding moest zijn in de politiek. Het laat zich denken dat zij staande tegenover een vijandige politieke wereld zich alleen maar vastklemden aan enkele woorden van hun Meester die hen staande deed houden in de storm. Wij zullen ons niet mogen verwonderen als uit hun midden voorlopig althans geen klaar antwoord komt op de vraag van de verhouding: christendom en marxisme.
Naast deze groepen heeft zich ook in al die jaren kunnen handhaven: de drie-zelfbeweging, genoemd naar de eisen die gesteld werden aan een zelfstandige kerk: zelfonderhoud, zelfbestuur en zelfuitbreiding. Toen Mao de macht aan zich trok waren de kerken in China de eerste jonge kerken in de Derde Wereld onder een communistische regering. Zij hebben een zware prijs moeten betalen voor hun overleving. In het begin waren vele Chinezen in China van mening dat de communistische staat als realiteit moest worden aanvaard en dat het er op aan zou komen om een nieuwe verhouding met die staat te vinden. Ze hebben het met het communistische bewind op een akkoordje trachten te gooien. De kerk zou kunnen overleven meende men, als ze zich hield aan de richtlijn van de drievoudige autonomie van de kerk, geïnterpreteerd naar de richtlijnen van de communistische ideologie.
Tot aan de culturele revolutie heeft de drie-zelfbeweging het kunnen houden. Hoe dat mogelijk is geweest zal in de toekomst wel aan het licht komen. Een feit is, dat leiders van deze beweging in de culturele revolutie ontzettend veel hebben geleden en dat de volkswoede tijdens Mao's laatste revolutionaire daad ook hen niet ontzag.
Lange mars
Of uit hun midden iemand zal opstaan, die aan de kerk van China weer een eigen gezicht in gehoorzaamheid aan de Heer der kerk kan geven, is een vraag die ik nauwelijks durf te stellen. Als al van iedere kerk geldt: „Semper reformanda" — ze moet telkens weer zich bekeren (hervormd worden) — dan zeker van deze Chinese drie-zelfkerk.
Wie het geheel, voor zover dat mogelijk is, overziet moet wel tot de conclusie komen, dat de kerk in China nog staat voor een lange mars om werkelijk weer kerk te worden van de Heer. Maar alle tekenen wijzen erop dat ze op weg is en dat haar Heer machtiger is dan de grote leider Mao, die zijn troepen op die andere lange mars dwars door China heen telkens met bovenmenselijke inspanning deed volharden.
Eén ding is duidelijk: dertig jaar prediking van atheïsme, dertig jaar van zware vervolging hebben de kerk niet weggevaagd. Door al die jaren heen zijn er gebleven die „alles volbracht hebbende" staande zijn gebleven, ook al rukte de vijand vast aan.
Nog is de toekomst onzeker. Onze Chinese christenbroeders en - zusters weten dat de geopende kerken weer gesloten kunnen worden. Maar dat alles zal hen er niet van weerhouden om onwrikbaar vast te houden: „wat ze hebben".
Ze zullen zich herinneren de woorden van Sun-Yat-Sen, de vader van het moderne China: „Onze hoop büjft om de Bijbel en het christendom te maken tot de basis van een toekomstig China".
Dankbaarheid
Met stille dankbaarheid merken we deze wijziging op in het leven en belijden van onze verre medebroeders en zusters in de Heere. Zeker ook in dit immense land met zijn vele miljoenen mensen geldt dat de poorten van de hel de gemeente van Christus niet hebben kunnen en nooit zullen kunnen overweldigen. Geef in uw voorbede ook een plaats aan de gelovigen in dit zo heidense en atheïstische land. De Heere opent deuren voor Zijn Woord, mede op het gebed van Zijn gemeente op aarde. Hij leeft en door Hem leeft ook Zijn gemeente. Hij leeft eeuwig en daarom zal er eeuwig een gemeente zijn, hoe dan ook en waar dan ook. Ze is er tot een lof op aarde. Zijn wij dat ook? Met al onze vrijheden en mogelijkheden?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's