Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samen terug

Onder deze titel stond enkele weken geleden in het Kerkblaadje (uitgave van Vrienden van Kohlbrugge, 7 maart 1980) de tekst van de toespraak die prof. Graafland Hervormingsavond 1979 hield in Ede in het verband van het Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte (C.O.G.G.). Het thema was ontleend aan Klaagliederen 3 : 40: Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken en laat ons wederkeren tot de HEERE". Het herdenken van de Reformatie betrok prof. Graafland mede op de situatie van het heden van de kerken der Reformatie. En het kon daarom niet anders of de veelbesproken beweging 'Samen op weg' moest wel ter sprake komen. Hij zegt daarover zéér behartenswaardige dingen, waarvan w r e er graag enkele voor u willen uitlichten.

Samen op weg, samen terug

Eerst legt prof. Graafland de tekst uit Klaagliederen uit in de situatie van toen. Het werkwoord 'wederkeren' speelt een centrale rol in Oude en Nieuwe Testament. Wederkeren is zich bekeren tot de God Die verlaten werd. Terugkeer van eigen weg af en naar Gods weg terug. En die terugkeer vindt samen plaats. Als volk in zijn geheel. Prof. Graafland vraagt zich vervolgens af of je deze situatie waarop Klaagliederen duidt mag betrekken op de situatie van nu rond de beweging 'Samen op Weg'. Samen op weg veronderstelt immers dat we op de goede weg zijn. Je ziet vooruit en niet terug. Samen op weg stemt hoopvol, want je weet waar je heen wil. Het doel is goed. Zo proeft prof. Graafland de stemming rond Samen op Weg. Het was toen hij deze woorden sprak oktober 1979, kort na de bekende gemeenschappelijke synodevergadering. Maar dat bedoelt de tekst niet. Die wil juist zeggen: we zijn helemaal niet op de goede weg. We raken zo al verder van de weg af. Heeft dan deze tekst niets uit te staan met de situatie van de kerken der Reformatie in deze tijd? Israël was toen afgeweken van de levende God om de hen omringende moderne afgoden te dienen. Maar, zo vraagt Graafland dan, is dat nu juist ook niet de zonde van de kerken der Reformatie nu? Hij wijst dat dan aan in het veelszins afkeren van het sola scriptura (de Schrift alleen), het sola gratia (door de genade alleen) en sola fide (door het geloof alleen). Hij vindt dat de nieuwere theologie er één voortdurend bewijs van is dat men weer is teruggevallen in de oude zuurdesem van de andere goden naast de éne waarachtige en levende God en Vader van onze Heere Jezus Christus. Velen zijn terecht bevreesd dat deze nieuwere stromingen al te veel de theologische en kerkelijke achtergronden van het Samen op Weg gaan bepalen en bezig zijn te bepalen. Maar dan is Samen op Weg nog verder van dè Weg af, nog verder van huis af raken. Dan zijn we bezig de kerken der Reformatie nog meer het moeras in te helpen. En daarom moet het juist nu weerklinken: Laat ons wederkeren tot de Heere: Samen terug!

Terug, samen, ook wij

Ik citeer nu letterlijk de woorden van prof. Graafland:

Samen terug. Ik heb een ogenblik de nadruk laten vallen op dat woordje „terug". Daar moet echter geen misverstand over bestaan. Het gaat om een terugkeren tot de Heere en Zijn Woord en Zijn Dienst. En dus niet om een terugkeren tot een situatie van vijftig of tweehonderd jaar geleden. Zelfs gaat het niet om een terugkeren tot de zestiende eeuw, gesteld dat dit mogelijk zou zijn. Nee, het gaat om bekering, dat wil zeggen: om terugkeer tot de Heere en Zijn Woord en Zijn Dienst alléén. „Laat ons wederkeren tot de Heere!" Onze moderne kerk moet niet ouderwets gaan wordetn. En onze theologie en prediking moet niet twee eeuwen teruggeplaatst worden. Dat zou een machteloze operatie zijn zonder enig uitzicht op een werkelijke vernieuwing. Maar de theologie en de prediking en de kerk en het leven der gemeente moeten zich weer radikaal laten leiden door het Woord Gods en door de Geest des Heeren. Tot dat Samen terug worden wij opgeroepen. Wij moeten terugkeren tot de Heere en toch meteen volop blijven staan in het heden van deze wereld en van deze tijd. Zó moeten wij dus samen terug.

Nu wil ik ook evenzeer de nadruk laten vallen op dat woordje „samen". Samen terug! Uit wat ik zoeven gezegd heb, zou iemand de indruk kunnen

krijgen, dat ik vanaf deze hoge kansel bezig ben anderen, die voor dit Samen op weg zich inzetten, te veroordelen. Door tot hen te zeggen, dat zij op de verkeerde weg zijn. Daarbij dan veronderstellend, dat ikzelf mij daar niet aan schuldig maak en dus zelf met allen, die dit Samen op weg óók veroordelen, op de goede weg ben. Wie deze conclusie trekt, is er wel helemaal naast.

Wat mij persoonlijk betreft kan het direct al duidelijk zijn door het feit, dat ikzelf sinds enkele jaren tot op de dag van heden deelgenomen heb aan het werk van de commissie van Samen op weg: Kernen van Belijden, en daar ook zelf een bijdrage aan geleverd heb. Ik zou mijzelf dus al erg tegenspreken, als ik mij nu als veroordeler opwierp, als iemand die erbuiten en erboven stondj Zo iets kan ik mij beslist niet veroorloven.

Maar hoe het dan wèl zit, zal u duidelijk worden als wij nu letten op dat woordje „samen". Samen terug! Dat „samen" ontleen ik eveneens aan Klaagliederen 3 : 40. Onze tekst is een oproep van de profeet Jeremia tot het volk Israël om weder te keren tot de Heere. Maar u moet er wel goed op Ietten, hoe die oproep er uitziet. Die ziet er niet zó uit, dat de profeet alleen het volk opvordert om weder te keren. Hij zegt niet: Gij volk, keer weder tot de Heere!" Hij spreekt niet in de tweede persoon, tot de ander, en dan zó dat hij er zelf buiten blijft staan. Nee, hij spreekt in de eerste persoon, de eerste persoon meervoud. Hij roept het volk op, maar hij sluit er zichzelf helemaal bij in: Laat ons wederkeren tot de HEERE". Niet slechts de ander moet terugkeren, maar wij moeten samen terugkeren. De profeet deelt dus in de schuld van het volk. Hij behoort immers tot dit volk. Hij is ermee verbonden, hij heeft het ondanks alles lief.

U gevoelt wel, dat dit ons meteen al een andere houding, een andere gezindheid geeft. Als wij alleen de ander terechtwijzen, dan stellen wij onszelf erbuiten. En onszelf erbuiten stellen is hetzelfde als onszelf erboven stellen. Dan voelen wij onszelf niet schuldig. Dan menen wij, al of niet uitgesproken, dat wijzelf wèl op de goede weg zijn. Dan behoeven wijzelf ons niet te bekeren. Welnu, die houding wordt hier radikaal afgewezen.

En dat geldt nu ook voor óns. Het gevaar bedreigt ons, broeders en zusters, dat wij ons beperken tot de uitspraak, dat die beweging Samen op weg een afkeurenswaardige beweging is, waar wij „nee" tegen moeten zeggen. Dat is alles! Daarna wordt er niets meer gezegd. Maar als wij ons zó opstellen, dan stellen wij ons erbuiten. Dat wil zeggen: buiten de schuld van de afval en de gebrokenheid der Kerk; buiten de belijdenis, dat wij mede schuldig staan. Dat is een harde, onvruchtbare en alleen maar negatieve gezindheid. Het is ten diepste een farizeese gezindheid: wij zijn heiliger dan gij! En die gezindheid is er ook werkelijk, wanneer wij het woord van de profeet: „Laat ons wederkeren tot de HEERE", niet op onszelf toepassen in de hooghartige mening dat dit woord alleen voor anderen geldt. Dat is echter een formidabele misvatting, een fatale vergissing. U moet maar eens lezen, wat er onmiddellijk aan dit woord voorafgaat. Onze tekst zegt: „Laat óns onze wegen onderzoeken en doorzoeken". Ook hier klinkt weer dat „ons". Zelfonderzoek is iets, dat niet alleen de ander moet doen, maar waartoe ook wijzelf worden opgeroepen. Het gaat toch om zèlfonderzoek! Onze wegen onderzoeken èn doorzoeken. Het staat er dubbelop alsof de profeet wil zeggen, dat wij niet al te gauw moeten denken daarmee klaar te zijn. Wij mogen niet al te vlug menen, dat het met onszelf wel goed staat. Nee, doe het dan nog maar eens over! Onderzoek niet alleen uzelf, maar doorzoek uzelf ook! Helemaal, van top tot teen, tot in merg en been, tot in liet binnenste van uw hart!

Als wijzelf aan dit onderzoek onderworpen worden, hoe komen wij er dan voor te staan? Als ik nog weer eens even de gouden standaard van de Reformatie mag aanleggen, dan vraag ik u en mijzelf: Wat is er bij óns nog te vinden van die eerbiedige en gelovige gehoorzaamheid aan het Woord van God? Hebben ook wij niet onze eigen inzichten en theorieën gesteld in de plaats van Gods Woord? Waar is het bij ons nog te vinden, dat wij al onze gedachten gevangen voeren tot de gehoorzaamheid aan Jezus Christus? En waar wordt onder óns nog gevonden dat kinderlijk leven uit de volkomen genade Gods in de Zoon van Zijn liefde? Zijn wij met onze rechtzinnigheid en onze tradities en sjibboleths niet bezig een

tweede bron aan te boren, waaruit wij óók leven en waarop wij menen óók te kunnen steunen? En is dat door het geloof-alléén niet op allerlei wijze vertroebeld door een gezindheid, die ook nog andere hulpmiddelen te baat wil nemen om een gelovig en bekeerd en vroom mens te zijn? En wat brengen wij ervan terecht in de praktijk van ons leven? Van ons persoonlijk leven, van ons kerkelijk leven, van onze maatschappelijke en politieke roeping?

C.O.G.G. en Samen op Weg

Prof. Graafland zet dan het mes nog verder in ons eigen vlees en zegt dan:

Ik spreek hier in het verband van het Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte. Maar... èn de Gereformeerde Gezindte als zodanig èn het Contact Orgaan van deze Gereformeerde Gezindte zijn er, althans landelijk bezien, het overduidelijke bewijs van, dat wij allen zonder uitzondering bezig zijn onze eigen wegen en weggetjes te bewandelen. En wij prijzen ons eigen weggetje telkens weer aan boven dat van de ander. Ja, daar zijn wij druk mee, maar juist daarmee maken wij het nog duidelijker hoe verkeerd wij zijn. Laten wij toch niet vergeten, dat dit Contact Orgaan óók een vorm is van een Samen op weg. Samen op weg met zoveel verschillende groepen en groepjes, die alle gereformeerd willen zijn en menen dat zijzelf het nog méér zijn dan de ander. Wat dunkt u van dat Samen op weg, dat nu al jarenlang aan de gang is en tóch nooit van de grond is gekomen, omdat het stukbreekt op onwil en laksheid, en omdat ieder druk is met zichzelf? Zou dat dan de weg zijn, de goede weg, de weg des Heeren? Gevoelt u wel, broeders en zusters, hoeveel boter wij op ons hoofd hebben? Dan moeten wij maar niet te veel in het zonnetje gaan staan van de kritiek op anderen. Laten wij toch niet in de tweede persoon spreken.

Laten wij liever in de eerste persoon spreken, de eerste persoon meervoud: „Laat óns onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot de HEERE". En als er dan geklaagd moet worden — en er móét geklaagd worden —, blijft de enige gegronde klacht die van het vers, dat aan onze tekst voorafgaat: „Wat klaagt dan een levend mens? Een ieder klage vanwege zijn zonde". Hoort u het goed: vanwege zijn zonde! Dus niet: vanwege dc zonde van de ander. Maar: vanwege zijn zonde! Dan gaat niemand van ons vrijuit, of we nu hervormd zijn, of gereformeerd (synodaal-of vrijgemaakt-of nederlands-gcreformeerd) of christelijk-gereformeerd en noem maar op. Ieder van ons staat hier schuldig. En als wij daarvan nu het pijnlijke gevoelen, dan komt er ruimte om het niet tot de ander, maar tot elkander te zeggen: Komt, laat ons samen wederkeren tot de Heere!

Zó samen op weg, op de terugweg, de weg des Heeren gaan, dat is de opdracht van heden. En als wij dat doen, dan vieren wij ook op de rechte wijze de Kerkhervorming. Want ook de Kerkhervorming is niets anders geweest dan de grote beweging van het samen op weg gaan, op de terugweg tot de Heere en Zijn Woord en Zijn Dienst. En wat heeft Calvijn zich ingespannen om die weg werkelijk samen te gaan!

Wellicht voelt u nu ook aan, welke concrete consequenties in deze oproep liggen opgesloten. Want wederkeren tot de Pleere is natuurlijk niet maar een stichtelijke kreet, die verder zonder gevolgen kan blijven. Nee, als wij menen wat we zeggen, dan zal dat ook uit de gevolgen en uitkomsten moeten blijken. Welnu, die consequenties vat ik samen in de twee woorden van ons thema: Samen terug.

Samen. Daar begin ik mee. Dat is heel concreet. Zoals wij hier vanavond samen zijn. Wij zijn hier samen als hervormden, als gereformeerden (synodaal-of vrijgemaakt-of nederlands-gereformeerden), als christelijk-gereformeerden, als leden van de Gereformeerde en Oud-Gereformeerde Gemeenten, enz. Ik wil niemand buitensluiten. Wij herdenken hier samen de Kerkhervorming. Want als gemeenten en kerken stammen wij allen tezamen uit dezelfde wortel van de Kerk der Reformatie. Welnu, wij worden samen opgeroepen om terug te keren. Ja, samen! Dan moet u dus straks niet weer in uw eigen schulpje wegkruipen en u van dc ander niets aantrekken of weer rustig verder gaan met de ander te veroordelen en daarmee stilzwijgend uzelf een voldoende te geven. Nee, wij moeten samen wederkeren tot de Heere. Ik wil u oproepen

om iets te gaan zien en laten zien van het onduldbare, dat wij zó verbrokkeld zijn. Om de breuk van de dochter van Jeruzalem weende de profeet Jeremia in zijn klaagliederen. Ik moet zeggen, dat ik er óók om ween. Het is allerbedroevendst en God-onterend. Wij zijn helemaal verkeerd.

En daarom moeten wij samen terug. Nee, nu mogen wij geen selectie gaan toepassen, bijvoorbeeld uitsluitend samen met de leden van de Gereformeerde of Oud-Gereformeerde Gemeenten of met wie dan ook. Want dan bent u toch weer bezig van uzelf gunstiger te denken dan van de ander. Dan zet u die ander er toch weer buiten, of u gaat er zelf weer buiten en boven staan. Nee, nogmaals: wij moeten samen terug. Als u alléén terugkeert tot de Heere, dan vraagt Hij u: „Waar is uw broeder? Waarom bent u niet samen gekomen? Was die ander toch nog slechter dan u? Vond u het niet dc moeite waard" hem erbij te betrekken? " Maar zó kan het toch niet. Samen. Ik meen als hervormde te moeten zeggen: dus ook samen met de gereformeerden en met de christelijk-gereformeerden en met de leden van de Gereformeerde en Oud-Gereformeerde Gemeenten, enz. Samen!

En nu vervolgens: samen terug. Omdat wij samen op de verkeerde weg zijn, de weg van het dienen van onze eigen vrome, rechtzinnige of moderne afgoden. Ik meen te moeten zeggen, dat de hedendaagse beweging tussen de Gereformeerde Kerken en de Nederlandse Hervormde Kerk Samen op weg op de verkeerde weg is. Eén heel belangrijke reden daarvoor wil ik noemen: men probeert op de wijze van een moderne relativerende pluriformiteits-idee de breuk op het zachtst te helen en waarheid en halve waarheid of zelfs waarheid en leugen hand in hand te doen gaan. Dat is een heilloze weg zonder toekomst; het is niet de weg des Heeren en ook niet de weg der Reformatie, maar een eigengekozen weg. Het is schijnbaar een uitweg uit de problemen, maar in feite een uitweg die nog dieper in het slop voert en uiteindelijk in de valse kerk belandt. Zó mogen wij niet samen op weg gaan; nee, wij moeten samen terugkeren om weer te vragen naar het Woord Gods in Zijn onverkort goddelijk gezag en naar de belijdenis der vaderen, naar het spoor dat de Reformatie heeft getrokken.

Maar ik meen ook dit te moeten zeggen: de weg, die de rest van de Gereformeerde Gezindte gaat, bijvoorbeeld geconcretiseerd in de vorm van het Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte, om eens een keer per jaar met elkaar een conferentie te beleggen, er je zegje te doen en daarna weer even rustig je eigen kerkelijk leven gescheiden en liefdeloos en concurrerend ten opzichte van elkaar voort te zetten, en dat alles onder de dekmantel van rechtzinnigheid, is niet minder en niet minder fataal de verkeerde weg. Waarvan evenzeer geldt: zó mogen wij niet verder gaan; nee, wij moeten samen terugkeren. Wij moeten samen ons onderwerpen aan en schuilen onder het onverkorte Woord van God en de breedte en de diepte en de scherpte van onze reformatorische belijdenis. Ook in dat opzicht geldt: samen terug!

Tot die gezamenlijke terugkeer worden de Kerken der Reformatie vanuit het profetische Woord van God opgeroepen. En als zij daaraan geen gehoor geven, staat het radikale oordeel van God voor de deur. God zal een voleinding maken met de kerken van Nederland. Zij zullen sterven in hun verslapping of stikken en uit elkaar spatten in hun verstarring. Maar als zij samen terugkeren tot God en Zijn aileen-goddelijk gezaghebbend Woord, dan zal er een dageraad zijn, dan zal er vernieuwing en bevrijding komen. En dan is er een toekomst voor de Kerk, juist nü, nu wij leven in het laatste der dagen.

„Wat klaagt dan een levend mens? Een ieder klage vanwege zijn zonde. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot de HEERE."

Slot

Wij kunnen ons heel goed vinden in deze woorden. Kome God over ons allen met de Geest van Christus die samenbindt. Wie zal zeggen hoe lang ons nog de tijd gegund wordt om aan de gebroken en vervallen muren van Sion te bouwen. De tijd lijkt steeds korter te worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's