Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(13)

Artikel VII

DE VOLKOMENHEID VAN DE HEILIGE SCHRIFT

, , Wij geloven, dat deze Heilige Schrift wil van God volkomen bevat en dat al het geen de mens schuldig is te geloven om za lig te worden, daarin genoegzaam geleerd wordt".

Volkomen! Genoegzaam! Dat zijn de woorden, waarmee de leer aangaande de Heilige Schrift in onze Geloofsbelijdenis besloten wordt. De Bijbel bevat de geopenbaarde wil van God volkomen! Deze belijdenis zou onmiddellijk een diepe vrede in ons hart mogen brengen. Hetgeen God wil, dat is ons volkomen bekend. Dit betekent een bevrijding tegenover de onrust, van ons leven: overal en altijd op zoek te zijn naar de wil van God, hoe Hij wil dat wij leven zullen. We hoeven geen bibliotheken te doorgraven, geen verre reizen te maken. Nabij ons is het Woord, de klare eenvoud. Zie, de dit Boek! De wil van God!

- - Alles wat wij hebben te geloven om zalig te worden, wordt in de Bijbel genoegzaam geleerd. Met andere woorden: in de Bijbel komt de wil van God ook over! Daarbij hoeven wij niet alles van God te weten. We kunnen dat ook niet, we zouden immers als God moeten zijn. We zijn mensen, schepselen, beperkt hoe moeilijk wij sinds het paradijs het daarmee ook hebben. Dat we niet als God kunnen zijn. Dat we gelukkig zouden zijn met de ons gegeven plaats.

Alles wat nodig is om zalig te worden. Met andere woorden: om als mens te komen tot de bestemming van mijn leven'.

Waartoe ben ik geschapen, waarom leef ik? Die vraag vanuit de bodem van ons bestaan, vanuit de verterende onrust, de blijvende, knagende angst: het doel van mijn leven te missen, Alles wat nodig is tot zaligheid, tot behoudt, tot redding van een uniek mensenleven wordt in de Bijbel genoegzaam, voldoende geleerd. Alles wat nodig is tot eer van God, ook in het bhoud van Zijn schepping, in de verlossing van ontluisterde mensen. Om zalig te worden, anders gezegd: de weg en het werk van Jezus Christus wordt voldoende in de Heilige Schrift geleerd.

Maar — dat spreekt toch eigenlijk vanzelf!

Helaas niet. Dit artikel is met name gericht tegen de leer van Rome, dat in plaats van de Heilige Schrift alleen, genoeg, volkomen, met twee woorden was gaan spreken. Schrift en traditie. We kunnen ook zeggen: Schrift en kerk. De Schrift en de traditie van de kerk. Zonder de kerk en haar traditie kan de Bijbel niet zomaar voor ieder eenvoudige gelovige duidelijk zijn. Naast de Bijbel put de kerk uit de eeuwenoude tradities. Zodat op het Concilie van Trente werd vastgesteld, dat de bron van de zaligmakende waarheid in de geschreven boeken en in de ongeschreven tradities is te vinden. Naast de boeken van Oud en Nieuw Testamens heeft Christus mondelinge uitspraken overgeleverd, die door de apostelen zijn doorgegeven en in de Katholieke kerk zuiver zijn bewaard. Schrift en traditie zijn dan eigenlijk twee zelfstandige bronnen van openbaring, eigenlijk gelijkgesteld, beide door de Heilige Geest ingegeven. Deze ontwikkeling liep uit onder meer op het dogma van de onfeilbaarheid van de paus: wanneer de paus van Rome, als herder en leraar van alle christenen van de katheder spreekt, een leer vaststelt over geloof en zeden, dan is hij daarin onfeilbaar.

De Reformatie wilde zeggen: Sola Scriptura. De Schrift alleen.

Wij hebben genoeg aan de Bijbel alleen om de wil van God te leren kennen. Zo gaf Luther de Bijbel door, in handen van het volk, in hun eigen taal. Een ieder mag lezen, de wil van God kan een ieder hierin leren kennen! De Kerk gaat daar niet tussen staan: tussen de Schrift en de gemeente. De Bijbel is geen gevaarlijk boek voor eenvoudige mensen, zodat ze door de Kerk moet worden uitgelegd, wil ze ooit verstaan worden. Wij zijn opgegroeid met de Bijbel in onze huizen, in onze handen. Maar in de Rooms-katholieke kerk was dit eeuwenlang niet het geval Dat moeten we ons goed trachten iri te leven.

Wat betekent dit eigenlijk, wanneer in de Reformatie zo duidelijk wordt uitgesproken: volkomen, genoegzaam is de Heilige Schrift? „Want overmits de gehele wijze van de dienst, die God van ons eist, aldaar in het lang beschreven is, zo is het de mensen, al waren het zelfs apostelen, niet geoorloofd anders te leren, dan ons nu geleerd is do de Heilige Schriften: ja, al was het ock een engel uit de hemel, gelijk de apostel Paulus zegt".

De gehele dienst aan God is in de Schrift uitvoerig, in de lengte beschreven.

Ja, in de lengte, meer dan duizend bladzijden, de Bijbel kan niet ongestraft tot op één bladzijde worden ingekort. Dit Woord is als een schatkamer, als een geschiedenis, ais een diamant met duizend facetten. Hoe wij God zullen dienen, is uitvoerig geopenbaard, en daarom mogen wij niet anders leren. Ook een apostel niet, ook een engel uit de hemel niet. Denken we ons dit goed in: We lezen in de Bijbel, dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonde, en tegelijk zou er een apostel verschijnen, die zegt: ja, maar niet van alle zonde, en naast hem zou een engel staan, die zou spreken: ja, bijna van alïe zonde, dan konden wij gewoon doorlezen in de Schrift, en hoefden verder geen aandacht aan apostel of engel te schenken.

Daarbij hangt het kennen van de wil van God niet af van de bemiddeling van de Kerk. Wel geeft Calvijn — in het spoor van Augustinus — ruimte voor de Kerk bij de voorbereiding tol het geloof. Hij houdt voor waar „dat zij, die nog niet door Gods Geest zijn verlicht, door de eerbied voor de kerk tot leerzaamheid gebracht worden, zodat zij er toe besluiten om het geloof in Christus uit het Evangelie te leren, en dat op deze wijze het gezag der kerk de inleiding is, waardoor wij tot het geloof in het evangelie worden voorbereid" (Inst. I, VII, 3). Het gezag van de kerk kan dus wel de inleiding vormen, maar het kennen van de wil van God hangt niet af van het gezag van de kerk.

Dat betekent een leven met de Schriften. Uit de Schrift alleen leven. Ons hele leven - in ontdekking en vertroosting - terugvinden in de Schriften. Onze God ontmoeten in het gewaad van Zijn W 7 oord, de Christus der Schriften ontmoeten, zoals Hij door de Vader gegeven is, de Heilige Geest ontmoeten, zoals Deze het Woord van de Vader en de Zoon het hart en het leven binnendraagt. Dit is een leven vanuit een diepe vrede, waarbij zelfs geen apostel of engel ons van dit geschreven woord kan wegslaan. Wc leerden het geheim kennen, dat er eigenlijk op aarde maar één boek is. Daarbij wordt ons hart, zo mateloos verteerd van onrust als het is, zo uiteengerukt vanwege zovéél meningen over God, verenigd en samengevoegd tot het ene: de vreze van Gods Naam. Spreek! want uw knecht hoort. Het hart vindt rust bij het ene Boek: Sola Scriptura! „Want omdat het verboden is aan het Woord Gods iets toe te doen of iets af te doen, zo blijkt daaruit wel, dat de teer daa van zeer volmaakt en in alle manieren volkomen is"

Wij mogen aan het Woord van God niets afdoen, ook niets toevoegen. „AI dit woord, dat ik u gebied, zult gij waarnemen om te doen; gij zult daar niet toedoen, en daarvan niet afdoen" (Deut. 12 : 32). En in de laatste verzen van de Bijbel horen we van het heilig gebod niet toe te doen en niet af te doen van dc woorden van het boek van de or profetie.

Het gaat hier om de grenzen van de Bijbel. Wij mogen vanuit de vreze des Heeren de grenspalen niet verzetten. Dat betekent dat de Bijbel voor ons een zeer onverdraagzame kant heeft. Waarom het ene boek wel, het andere niet opgenomen? Maar deze grenzen blijken juist heilzaam te zijn. God stelt de grenzen, en daaraan weten we: o is het goed! Nu weten we dat de leer van de Schriften volmaakt is, in alle opzichten ook volkomen is. Denken we bijvoorbeeld aan een Bijbel-kring. Dat is geen vrijblijvende discussiegroep, waar mensen de Bijbel uitrekken of inkorten. De grenzen liggen > 'ast, daarvan mogen we uitgaan, en dat schenkt ook de rust, die een Bijbelkring eigen is. De Bijbel is hier het enige boek, we nemen geen eigenlijke beslissingen, maar spreken met elkaar vanuit de Schriften wat in de kantlijn, we brengen wat kanttekeningen onder woorden. We mogen wat misverstanden opruimen, en elkaar begeleiden op de weg van het onderzoek der Schriften. De vraag óf de Bijbel en de grenzen daarvan vastliggen, kan nooit in discussie zijn. Daarvan mogen we juist uitgaan, en daarin wordt die onuitsprekelijke rust gegeven, waarin kinderen zich mogen overgeven aan het woord van hun Vader. Daarbij dienend, en elkaar helpend, zoals Paulus zegt: Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers aan uw blijdschap..." (2 Cor. 1 : 24).

Niets toedoen, en ook niets afdoen aan de inhoud van de Schriften. Een veelgehoorde vraag is, of zulk toevoegen en weglaten toch niet gebeurt ook bij het vertalen van de Bijbel vanuit de grondtekst in bijvoorbeeld onze Nederlandse taal? We bedoelen het probleem — want dat is het helaas geworden — van de Bijbelvertaling. Welke vertaling? De strijd daarover is geen verheffend voorbeeld van een eerbiedig omgaan met de Schriften. De vertalers van onze Statenvertaling uit het begin van de zeventiende eeuw wogen telkens zorgvuldig af, Zo getrouw mogelijk werd er overgezet. Wanneer er van een Hebreeuws woord bijvoorbeeld twee mogelijke vertalingen voorkwamen, dan verscheen een daarvan in de tekst zelf, en de ander werd vermeld in de kanttekeningen. Deze ruimte is in de loop der tijden al lang angstig ingeperkt. Ook dit punt is het kerkelijk leven van onze tijd verwarrender dan ooit te voren. Er is niet alleen een Nieuwe Vertaling verschenen, maar steeds nieuwere vertalingen volgen elkaar in ras tempo op. Een kerk in Nederland, die ook enig cultureel besef kent, enkele hoofdlijnen van de kerkgeschiedenis blijft beheersen, zal in haar midden de Statenvertaling blijven kennen als r-de eigenlijke grondvertaling. Deze overzetting van meer dan drie eeuwen geleden is immers diep geworteld in ons volksleven en onze cultuur. Van deze vertaling voorgoed afscheid te nemen getuigt op zijn minst van weinig historisch besef. Vanuit deze grondvertaling hebben we dan alle ruimte om andere vertalingen, al vergelijkende, te gebruiken. Alles ten dienste aan het onderzoek van de Schrift. En hier klopt ook het hart van het ambt van de dienaar van het Woord. Hi' heeft, door de opleiding die hij ontving, toegang tot de grondtekst. De predikant is er voor vele diensten, maar allereerst is hij daarin herder en leraar in de gemeente van Christus, om de Schriften vanuit het Hebreeuws en Grieks voor de ge-

meente te openen. Zodat de gemeente geleid wordt naar de bron, en zich daar zou laven.

E.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's