Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gij zijt in Hem volmaakt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gij zijt in Hem volmaakt

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld en niet naar Christus.

Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk. En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht." Coloss. 2 : 8 -10.

vervoerende filosofie

Ziet toe! Zo zet de waarschuwing van de apostel in. Net als een bord langs een verkeersweg. Let op, er dreigt gevaar. Dat gevaar omschrijft Paulus als volgt: „ ... dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie ..." De 'iemand' die de apostel hier op het oog heeft, hoeft niet één bepaald persoon te zijn. Veeleer doelt hij op de beweging die de gemeente wil verleiden. Die verleiding is een soort 'beroving' of 'ontvoering'. De gemeente wordt beloerd als het ware door een stel rovers die haar van Christus vandaan willen ontvoeren. Denk er om, vermaant Paulus. En die beroving vindt plaats door de filosofie. Maar één keer komt dit woord in heel het Nieuwe Testament voor. Je zou kunnen denken dat door Paulus de filosofie als wetenschap wordt afgewezen. Dat is onjuist. Het gaat hier niet om een afwijzing van de filosofie, zoals wij die nog kennen. Zo gebruikte men in die tijd deze uitdrukking nog niet. Opvallend is dat Paulus het heeft over DE filosofie. Kennelijk wisten zijn lezers wel wat hij daarmee bedoelde. „De dwaalleraars in Colosse noemden waarschijnlijk hun diepere inzichten, hun vreemde speculatieve, min of meer fantastische beschouwingen: filosofie" (J. E. Uitman). En Calvijn legt hier uit: „Naar mijn oordeel bedoelt hij ermee alwat de mensen uit zichzelf dichten, als zij naar hun eigen gevoelen wijs willen zijn en

dat niet zonder schone voorwending van de rede, zodat het naar de schijn aan de waarheid gelijk is". De filosofie wordt nader gekwalificeerd als: „ . . . ijdele verleiding Dat hoeft niet te betekenen dat de dwaalleraars met opzet de gemeente bedrogen. Veeleer doorlicht Paulus de werkelijke stand van zaken achter de dwaalleer. Het bedriegt de mensen. Het is een ijdele leer. Dat wil zeggen: je hebt er niets aan, het geeft je niets, het geeft geen antwoord op de meest wezenlijke levensvragen. En dat 'ijdele' komt hieruit voort: de hier als filosofie aangeduide dwaalleer komt voort „naar de overlevering der mensen". Overlevering, zo werd de valse leer tot de gemeente gebracht. Door overlevering. Daarin klinkt iets van gezag. We hebben het van die en die gehoord! En dat waren niet zomaar een paar mensen. Klinkende namen worden dan genoemd. Overlevering der mensen. Paulus wil zeggen: laat u niet op sleeptouw nemen, ook al is het door befaamde mensen. Het zijn MENSEN. Daar valt de nadruk op. Deze leer komt voort uit de mens. Ze bevat wijsheid van beneden en niet van God. , , Alwat in der mensen hersenen gesmeed is, komt niet overeen met Christus, die ons alleen van de Vader tot een leraar verordend is, dat Hij ons in de eenvoudigheid des Evangelies behoudt" (Calvijn). En al claimt men dan nog zo nadrukkelijk gezag, onderwerp je er maar niet aan. Het is mensenwerk en mensenpraat. Alleen Christus heeft gezag!

Naast „de overlevering der mensen" noemt de tekst dan nog „naar de eerste beginselen der wereld". De uitdrukking hier gebruikt heeft ervoor gezorgd dat in bijna alle commentaren pagina's lang over de hier gebezigde term is geschreven. We zullen u dat allemaal besparen. Voor 'beginselen' staat een woord dat elders vertaald werd met 'elementen' of met 'wereldgeesten'. Het woord in de oorspronkelijke taal kan betekenen: gelid, dingen of woorden die op een rij of in een gelid staan. Het wordt wel gebruikt voor het ABC. Later kreeg het meer de betekenis van 'elementen' waaruit de kosmos is samengesteld: water, vuur, lucht enz. Nog weer een ontwikkeling is dat men er de 'wereldgeesten' mee ging bedoelen. Dus een soort engelen of geesten zou je kunnen zeggen die in de kosmos om ons heen huizen en zelfs regeren. Calvijn ziet in de 'eerste beginselen' weer de ceremoniën van het Oude Verbond. Wat te kiezen en hoe deze tekst te verklaren? Ik denk dat we het veiligst gaan als we aannemen dat Paulus hier in ieder geval op het oog heeft een soort systeem van zelfverlossing buiten Christus om. En de dwaalleer in Colosse gebracht biedt een soort ABC, een proeve van hoe je daartoe komen kan. De 'eerste beginselen' vormen een soort stippellijnen voor de weg naar zelfverlossing. Maar Paulus duidt dat wel aan als 'beginselen' en wil daarmee op het armetierige wijzen van deze weg tot verlossing.

Tenslotte wijst hij het hele systeem af door te zeggen „ ... en niet naar Christus". Dat is voor hem het ergste en het meest doorslaggevend. Dat alleen al moet de gemeente de ogen ervoor openen op welke weg ze zich begeeft als ze achter de dwaallichten aangaat. Hoe verheven een en ander wordt voorgesteld, hoezeer een beroep wordt gedaan op vooraanstaande en geleerde mensen, het is en het blijft een weg 'niet naar Christus'. Men geeft de rijkdom van Christus prijs voor de armoede van de wereld (Ridderbos). Ook vandaag worden ons alternatieve wegen tot verlossing aangereikt, meestal moet je er zelf veel voor doen en laten.

De 'filosofie' uit Colosse leeft op andere wijze voort. Maar nog geldt: ze is een rover die u van Christus berooft. Houdt u daarom aan Hem, die in Hem uw verlosser mocht vinden. Hij verlost van de zonden. Hij verlost ook uit de machten. Daar gaat het hier vooral om. In Colosse werd gezegd dat nog veel machten ons bedreigen en omringen. En zelf moeten we die te lijf door ascese en onthouding. Ziet toe dat niemand u zo verleide. Want alle machten liggen aan Christus' voeten. Hij heeft ze alle onderworpen. Het gaat er om dat we in Christus gevonden worden, zo zijn we onbereikbaar geworden voor welke macht dan ook. Het meest voor de macht des duivels. Zijn heerschappij is eens en voor al gebroken.

al de volheid der Godheid lichamelijk

„Want in Hem ..." Nu de heerlijke Naam Christus is gevallen, kan de apostel het als het ware niet laten nog weer eens Zijn heerlijkheid voor ogen te stellen. De gemeente dreigt van Zijn glorie af te vallen en zich prijs te geven aan een wijsheid buiten Christus om. O, wil hij zeggen: as toch op! Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk. Hier wordt dezelfde uitdrukking gebruikt als in 1 : 19. Ook hierover is een lange reeks uitleggingen bekend. Vooral betreffende dat 'lichamelijk'. Velen hebben gedacht aan de vleeswording van Christus. Het Woord is vlees geworden (Joh. 1, 14). Dat bedoelt Paulus ook hier , zegt men dan. Nu is daar wel iets van waar. Dat spreekt wel mee in deze tekst. Toch ligt daar het accent niet. Paulus wil hier laten uitkomen „de alomvattende betekenis van Christus" (Ridderbos). Dat is het meest juist, gelet op de achtergrond waartegen de tekst staat. Niets is er in de wereld, geen macht, geen kracht, geen geest, geen demon dat over macht beschikt los van Christus. „God heeft de volheid van al Zijn macht en heerlijkheid in Christus en alleen in Hem samengebracht." Bij 'lichamelijk' moeten we niet zozeer aan Christus' lichaam denken, dat Hij aannam uit de maagd Maria. Immers, niet specifiek in het lichaam van Christus kwam nu de volheid der Godheid tot uitdrukking. 'Lichamelijk' wil veel meer zeggen dat de volheid der Godheid in Christus openbaar werd, zichtbaar is geworden, vorm heeft aangenomen. Gods heerlijkheid is slechts in Christus te vinden. God heeft voor dc weg Christus gekozen om Zijn glorie bekend te maken. Lichaam, vorm, gestalte kreeg de volheid van de Godheid in Christus. De dwaalleer wil zeggen: et gaat om een 'geheimleer'. Nee, zegt de apostel, geen geheimleer, maar de volheid der Godheid woont 'lichamelijk', zichtbaar en tastbaar in Christus. Er behoeft geen misverstand over te bestaan in Wie en waar God Zijn volheid meegedeeld heeft: hristus. God wordt geheel in Christus gevonden (Calvijn) „In Christus heeft Hij ons Zich geheel uitgedeeld". Vóórheen (Oude Verbond) maakte God zich bekend door ceremoniën, figuren, gestalten die weer verdwenen. Nu (Nieuwe Verbond) woont de volheid van de Godheid 'lichamelijk', definitief en onmiskenbaar in Christus. Calvijn verwijst dan naar Jezus' uitspraak: ie de Zoon heeft, heeft ook de Vader. „Want zij die Christus bezitten, hebben God waarlijk tegenwoordig en genieten Hem totaal". Christuskennis is Godskennis. Want in Christus woont al de volheid van de Godheid, wezenlijk, werkelijk.

in Hem volmaakt

Maar wat nu in Christus, woont daarom mede in Zijn gemeente. „En gij zijt in Hem volmaakt..De glorie van Christus ligt ook op de Zijnen, stroomt mede door de Zijnen heen. Niet dat de volheid van de Godheid net eender in Christus' gemeente woont als dat ze in Hem woont. Maar door haar Christus in gelijfd zijn, heeft ze mede deel aan de volheid van gaven en krachten die God in Christus gelegd heeft. De gemeente is immers Christus' lichaam. En gij zijt in Hem. Dat geldt de ware gelovigen. In Hem ingeplant door een waar en levend geloof, geschonken en gewerkt door de Heilige Geest. Eén met Hem. In Hem overgegaan. Voor Zijn rekening gekomen. Op Zijn Naam geschreven en Zijn Naam op hen geschreven. Ze zijn van Hem, Zijn eigendom, Zijn bezit, Zijn onverliesbaar deel. En nu zijn ze in Hem volmaakt. In Hem hebben ze alles. Bezitten ze alles. Alles wat nodig is tot hun heil hebben ze in Christus. Nogmaals: bedenk de achtergrond waartegen deze uitspraak staat. Lieden beweerden dat er ook naast Christus nog het een en ander nodig was. Je moest zelf ook nog een behoorlijke duit in de zak van de verlossing doen. Verderop horen we daar nog meer van. Nee, zegt Paulus, dat doet tekort aan de volheid in Christus. Dat is een smartelijke belediging van de heerlijkheid die in Christus is.

En gij zijt in Hem volmaakt. Leerzame uitspraak ook voor het heden. Immers dezelfde aantasting van het Evangelie Gods als toen in Colosse opgang maakte, komen we nog wel tegen. De gelovigen in Colosse werden allerlei belastende bepalingen opgelegd (zie vs 20 vv). Dit laten, dat doen. Kortom met mensen inzettingen belast. Dat is de bijdrage die wij moeten leveren. Gij zijt in Hem volmaakt. Gij zijt. Dat hoef je niet langs een krampachtige weg te worden. God neemt geen volmaaktheidsproeven af. Geen test of keuring of we al genoeg gevorderd zijn in onze heiligingsprestaties. Gij zijt in Hem volmaakt. In Christus delen we in de rechtvaardiging. Dat wil zeggen: zijn we vrijgesproken van zonde en schuld. Maar in Christus zijn we ook geheiligd. Hoeven we niet heilig te worden. Hoeven we niet langs een wettische lijn tot hoger heiligheid te vorderen. Nee, gij zijt in Hem volmaakt. In Hem,

dat wil zeggen: in Zijn gemeenschap. In zielsverbondenheid door de Geest met Christus zijn we volmaakt voor God. „Daarom die met Christus alleen niet tevreden zijn, doen God dubbel onrecht aan: want zij verkleinen de ere Gods, dewijl zij iets boven Zijn volmaaktheid begeren en zij zijn daarenboven ook ondankbaar, omdat zij elders zoeken dat zij nu in Christus hebben" (Calvijn). Wat een getob vaak om zelf wat te worden onder Gods kinderen. We leven niet bij het Woord. U behoeft niet wat te worden, maar gij zijt in Hem volmaakt. Dat wil niet zeggen: leef maar raak op kosten van Christus. Het gaat om het „in Hem blijven". Daar is veel oefening toe nodig. Om aan Hem genoeg te hebben. Om Zijn werk goed te keuren. En eigen werk af te keuren. Om Hem te verhogen en onszelf te vernederen. Nodig hebben we de Geest van Christus die ons in Hem bracht en vervolgens doet blijven. Die Geest doe heden het Woord leven in uw ziel: Gij zijt in Hem volmaakt.

Buiten Hem niet. Buiten Hem liggen we onder de toorn Gods. Buiten Hem is God ons een verterend vuur. Maar in Hem volmaakt. Al de volheid Gods in Christus deelt zich aan ons mee. Want Hij is „het Hoofd van alle overheid en macht". Hoofd wil hier zeggen: Hij is onze superieur. Hij staat boven Zijn Kerk. Nog weer eens wijs ik u op de achtergrond van onze tekst. Ook de machten en de krachten en de geesten waaraan dwaallichten de gemeente vol vrees wilden onderwerpen liggen aan de voeten van dit gezegend Hoofd Christus. Hij is ze alle de Baas. Wie in Christus is hoeft nooit meer éne macht te vrezen. Hij is het Hoofd van alle overheid en macht. „Hij heeft zich slechts aan Christus te houden, die over alle, de mens in zijn vrijheid of welzijn bedreigende machten heeft getriomfeerd" (Ridderbos). O, welk een troost ook vandaag. Vele machten omringen ons, snoeren ons soms de adem af, benemen ons het gezicht op Christus. In Christus zijn ze alle onttroond. En dat is waar voor allen die in Christus zijn. Dat Evangelie mag verkondigd worden in een demonische wereld, in een vaak bezeten wereld, in een wereld die het domein van satan lijkt. Hij is het Hoofd van alle overheid en macht. Is Hij reeds ons Hoofd geworden, daar wij Zijn lichaam werden ingelijfd? Daar gaat het om. Werden we „één lijf met Hem"? Buiten Hem dringen machten op ons aan. Buiten Hem worden we om-, singeld door het moderne 'stierenheer uit Basan'. Zijn we niet vrij, maar satanisch gebonden.

Christus! Welk een glorie is Hem toebedeeld door de Vader. Hij heet het „Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente" (1 : 18). Hij is de „Eerstgeborene aller kreatuur" (1 : 15). Hij is het Hoofd der ganse wereld. „Jezus Christus is de kosmische Heere, het kosmische Hoofd" (J. E. Uitman). Aan Zijn_voeten is nu alles onderworpen. U kunt het zo niet bedenken of het ligt overwonnen aan Zijn doorboorde voeten. Daarom: reest niet! Vreest geen der dingen die gij lijden zult. Vreest geen aardse macht. Vreest geen hellemacht. Vreest geen dood en graf. Want waar Hij uw Hoofd en Heere is geworden, daar liggen alle machten als geketende machten aan Zijn voeten. Ze kunnen u nooit meer schaden noch benadelen. Want Hij is en Hij blijft eeuwig het Hoofd van alle overheid en macht!

B.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Gij zijt in Hem volmaakt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's