Laat Mij uw God zijn!
HET EERSTE GEBOD
< 3)
'Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben' — deze woorden eenmaal bij de Sinaï uitgesproken door Gods stem en in stenen tafelen ingeschreven door Zijn vinger, vragen ook nu weer onze aandacht. Ze zijn gericht tot u en mij, alsof wij en onze kinderen zelf daar legeren aan de voet van Horebs rotsmassief. Het is de taal van de prediking elke keer opnieuw, het is het appèl van de Doop, het is het geheim van het Avondmaal. De HEERE dingt naar uw hand en Hij vraagt om uw hart.
'Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij uw hart!' Deze lieflijke nodiging krijgt in het eerste gebod de vorm van een eis om ons er aan te herinneren dat God eisen kan laten gelden en dat metterdaad ook doet, juist omdat wij kinderen van het verbond zijn! Het eerste gebod zet de zaak dus meteen op scherp. Alles of niets. De HEERE heeft tenslotte ook alles gegeven, Zijn hele hart blootgelegd in de leiding van Israël en in de zending van Zijn Zoon Jezus Christus. Daarom is dan ook direkt het eerste gebod al een pijl der liefde gericht op het hart, van waar de uitgangen van het leven zijn. Een goddelijke claim wordt gelegd op de kern van het mens-zijn, de bron van alle denken, willen en voelen. Om het te zeggen met de woorden van dr. W. Geesink (in zijn 'Van 's HEEREN ordinantiën', deel III), het gaat in het eerste gebod dat nog niets uitwendigs raakt om 'het verborgen leven der ziel met haar God', om godsvrucht (Gottes Furcht, Godsvreze dus) als een vaste en voortdurende grondhouding van de ziel, 'een inwendige godsdienst des harten'. De Heere heiligen in het hart, standvastig en onbeweeglijk bereid om Hem te dienen.
Christus' exegese van het eerste gebod
De hoogste en beste Interpreet en Exegeet van de geboden is Christus Zelf. Hij exegetiseert ze met Zijn leven, ja Zijn leven is pure exegese, één doorlopend commentaar op Gods geboden. Hij verbuigt ze en vervoegt ze aktief en passief. Zo maakt Hij ook het eerste gebod transparant tot op het merg: Gij zult liefhebben de HEERE uw God, met geheel uw hart en met geheel uw ziel. en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod.' (Mt. 22 : 37, 38). Daar valt het grote woord weer: iefde! Kan het anders? Wat vraagt de man die aan een vrouw zijn liefde verklaart als weerwoord? Is hij tevreden met het volgende: O watfijn dat je mij zo liefhebt. Nu zal ik op mijn beurt altijd eten voor je koken, de vaat wassen, de vloer schrobben en de ramen lappen!' Natuurlijk niet. Er is maar één antwoord waarnaar zijn hart verlangt: ik heb jou ook onuitsprekelijk lief!'
Welnu, dat is dan ook de dood voor het wetticisme. Dat zet allerlei aktiviteiten in het volle licht, maar wil intussen het hart heimelijk achterhouden. Denk aan de oudste zoon uit de bekende gelijkenis van Lukas 15. Hij had de vader altijd gediend met knechtelijke precisie maar zonder kinderlijk hart. Hiér gaat het om wanneer de Heere Jezus spreekt van 'een gerechtigheid die overvloediger is dan van de Schriftgeleerden en van de Farizeeën, zonder welke wij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zullen ingaan' (Mt. 5 : 20). Dat betekent natuurlijk niet: r moet nog een schepje boven op. Neen, het is een veel dieper ingrijpend woord. Zonder de vervulling van het eerste gebod staat al ons gedoe met de andere geboden onder een negatief voorteken. Er staat dus een reusachtig minteken voor. Het is uiteindelijk vijandscha'p tegen God, want een zich krampachtig op de been willen houden in plaats van te vallen voor het eerste gebod. Maar die min wordt een plus waar de liefde Gods wordt uitgestort in onze harten. Dan immers gaat heel die ge-
brekkige gehoorzaamheid aan Gods geboden tellen als liefdedienst.
Terug naar Deuteronomium
Christus grijpt ook bij het formuleren van de hoofdstom van de wet als zo dikwijls terug op dc Schriften, ditmaal op met name drie teksten uit Deuteronomium:6 : 5, .10 : 12 en 30 : 6. Eerstgenoemde tekst volgt onmidellijk op het schema, dus op de kernbelijdenis van Israël: Hoor, Israël, de HEERE onze God is een enig HEERE'. De erkenning van Jahwe als de unieke en exclusieve God betekent geen theoretisch monotheïsme. Het is een belijden dat letterlijk en figuurlijk over heel de mens wordt uitgeschreven, een belijden met huid en haar.
Deut. 10 : 12 luidt: Nu dan, Israël! wat eist de HEERE, uw God van u dan de HEE-RE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen, en Hem lief te hebben, en de HEERE uw God te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel.' Hier blijkt duidelijk dat de echte liefde tot God de stuwkracht vormt tot het dienen van Hem. Liefhebben brengt direkt met zich: n Zijn wegen wandelen. Het is dus niet slechts een bespiegeling. Het heeft dynamiek, het krijgt direkt handen en voeten, het wordt onmiddellijk concreet. Daarmee is de keerzijde aangeroerd van het zoëven gestelde, namelijk dat het eerste gebod de doodslag is voor het wetticisme. Ook het antinomische — zo blijkt nu — kan zich niet achter het eerste gebod verschuilen met een vereenzijdigde gezindheids-ethiek, waarin gesteld wordt: ls het in het hart maar goed ligt, dan komt het op de uiterlijke daden niet
zo aan. De bijbel ontmaskert zo'n valse tegenstelling. Liefde wil zich, immers uiten. Liefde wil dienen. Liefde vraagt daar gewoon om. Heerlijk dat de HEERE dan ook Zijn wégen bekend gemaakt heeft — de voetsporen en de gangen waarin de liefde zich mag uitleven. Vanuit de liefde tot God, die in het eerste gebod wordt gevraagd, zitten we zomaar midden in de SIMCHAT HAT-TORA, 'de vreugde der wet', die zo typerend is voor het godvrezend Israël.
Het is de moeite waard ook de derde van de Deuteronomium-teksten waarop Jezus teruggreep voor u te laten afdrukken: En de HEERE, uw God, zal uw hart besnijden, en het hart van uw zaad, om de HEERE uw God lief tc hebben met uw ganse hart en met uw ganse ziel, opdat gij leeft.' (30 : 6).
Besnijdenis van het hart — dat is nog weer eens met andere woorden gezegd waar het om gaat in het eerste gebod. Het uiterlijke verbondsteken van de besnijdenis in het vlees moet gaan corresponderen met een diep doorleefde verbondmaking van het hart. Een goddelijke ingreep is daartoe nodig. Zonder wedergeboorte en bekering waarin Jezus het leven van ons leven wordt en wij als ranken worden ingeënt in de ware Wijnstok, is gehoorzaamheid aan het eerste gebod een absoluut onmogelijke zaak.
De bergrede en het eerste gebod
Zoals bekend geeft de Heere Christus in de bergrede (Mt. 5 : 7) een ongekend diep inzicht in de geestelijke zin van de tien geboden. Voor wat het eerste gebod betreft kunt u die uitwerking lezen in Mt. 6 : 24— 34. Het gaat dan om het afzweren van afgodische machten en bindingen zoals de Mammon. Een concrete zonde tegen het eerste gebod is het zichzelf veilig willen stellen voor aile mogelijke risico's, het zich willen indekken voor allerlei gevaren. Dat kan gebeuren door een ongeoorloofd gebruik van verzekeringen, van allerlei vormen van preventie. Het gaat m.i. beslist te ver het treffen van voorzorgsmaatregelen zoals het afsluiten van een ziektekostenverzekering, het plaatsen van een bliksemafleider of het gebruiken van vaccinaties (inenting) principieel te veroordelen.
Over het algemeen wordt in hervormd gereformeerde kring dit alles zonder veel discussie geaccepteerd. Maar dan mogen we toch niet uit het oog verliezen: al wat uit het geloof niet is, is zonde. Wie steunt op bankrekening of polis, wie na de intrede van de sociale wetgeving en bij de hoge vlucht van de technnek niet of nauwelijks de afhankelijkheid van de levende God beleeft, is op een verkeerde weg. Het eerste gebod confronteert hem of haar met een rood waarschuwingssignaal. Waarop grondt u uw bestaanszekerheid? Bent u innerlijk los van al uw garanties buiten de HEERE?
Hiermee is een andere onderzoekende vraag onmiddellijk te verbinden. Immers, naast een valse gerustheid kan er ook zijn een ongelovige bezorgdheid. Hoeveel dreigingen er ook zijn in onze twintigste eeuwse wereld — de christen is toch geroepen te leven uit de blijde zekerheid die door een engels lied zo goed vertolkt wordt: 'He holds the whole wide world in His hands'. De hemelse Vader heeft de hele zaak in handen, handen die niet trillen van nerveusiteit,
noch verslappen van vermoeidheid, noch beven van ouderdom. Dit leven van heilige onbezorgdheid waartoe de Heere Jezus Zijn discipelen opwekte en hen de vogelen des hemels en de leliën des velds voor ogen stelde, is Leven naar het eerste gebod.
Gods gebod is zeer wijd. Dat is bij nadere overdenking van elk van de hoogheilige tien woorden onze verwonderde slotsom. En... wat is er bij de Christgelovige nog maar een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid. Zeker, ze weten allen van de tijden waarin hun hart er toe dringt te belijden: Ik heb U hartelijk lief, o HEERE!' Maar wat zijn er ook een inzinkingen van het geloof. 'Stormwinden of watervloeden van verzoekingen', zoals de kanttekening (S.V.) bij 1 Cor. 15 : 58 opmerkt. Maar al kan er soms zo'n onverschilligheid en dorheid zijn in de ziel, zo'n afwijken ook naar links en naar rechts in slordigheid en wettische vormendienst — straks wordt er toch weer een zuchten geperst uit het benauwde en naar God verlegen, hart. De Geest geeft ondanks alles toch een aanvankelijke gehoorzaamheid aan het eerste gebod: e leren dan denken vanuit de bijbel, er zijn tijden van stille aanbidding, we gaan de HEERE erkennen als de overvloedige Fontein van alle goeds in ons leven, we mogen het de psalmdichter nazeggen: het is mij goed nabij God te wezen'. We leren begrijpen dat dit een lievelingstekst was van Augustinus die als geen ander wist te spreken van het frui Deo, het genieten van en in God! Vandaaruit is er de bijbelse geloofsbeleving — of u dat nu mystiek wilt noemen, piëtistisch of bevindelijk doet minder terzake — waarvan de psalmen doorgeurd en doorhuiverd zijn. En vanuit de rustpunten bij de 70 palmbomen en de 12 waterfonteinen van Gods gunst, wordt op de woestijnreis van het leven het heimwee al groter naar het Kanaan van de eeuwige rust — daar" zal het volmaakt zijn: k, de HEERE, uw God — ' en binnen U zullen al mijn fonteinen wezen? '
V.
J. H.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1979
Gereformeerd Weekblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1979
Gereformeerd Weekblad | 22 Pagina's