Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meer over het huwelijk

Twee weken geleden lieten we in onze kroniek drs. A. Noordegraaf aan het woord over het huwelijk. In het Hervormd Weekblad van 9 augustus stond het tweede en laatste deel van zijn lezing voor de Confessionele Vereniging afgedrukt. Daaruit willen we u nogmaals enkele gedeelten laten lezen, gelet op het belang van het onderwerp.

Het huwelijk als exclusieve relatie

Wat is een huwelijk? Kort gezegd: een verbond, gefundeerd in de wil van onze Schepper cn Koning. Een verbond waarin twee mensen elkaar liefde en trouw voor het leven beloven, om elkaar bij te staan, te helpen en te dienen.

Op vele plaatsen in de Schrift wordt de verhouding tussen God en Zijn volk vergeleken met een huwelijk. De Heere is de Bruidegom van Zijn volk. Hij is de verkiezende God die dit ene volk verkiest in Zijn liefde als Zijn volk. En God duldt geen overspelige verhoudingen. Afgoderij is trouwbreuk.

- Het huwelijk is een afglans van die Verbondsrelatie. Zoals een mens naast God geen andere goden mag vereren, zo mag men naast dc ene gekozen geliefde er geen andere geliefden op na houden. Vandaar het absoluut klinkende woord in Malcachi 2 : 16: ant ik haat de echtscheiding, zegt de Heere, de God van Israël.

In het Nieuwe Testament vinden wc dit terug. In Efeze 5 betrekt Paulus de verhouding tussen man en vrouw op die van Christus en de gemeente. Man en vrouw moeten, mogen elkaar liefhebben in die exclusieve reiatie van gevende, dienende liefde, zoals Christus Zijn gemeente heeft liefgehad. En als Jezus in Mattheus 19 ingaat op de echtscheidingspraktijken van zijn dagen horen wij Hem zeggen: Hetgeen dan God heeft samengevoegd scheide de mens niet.

Zeker, ook de Bijbel weet van de hardigheid des harten. In de gebrokenheid van een zondige wereld zullen we in het pastoraat en de hulpverlening met wijsheid en voorzichtigheid te werk moeten gaan. Maar de kerk zal toch in gehoorzaamheid aan haar Heere te midden van alle wijzigingen en veranderingen een eigen geluid moeten laten horen. Terecht schreef ds. Kwast eens: Daarom is er geen vrede bestaanbaar tussen de kerkelijke verkondiging en de moderne trend om het ene euvel (de huwelijksnood) te beslechten met het andere (de echtscheiding).

Dat betekent niet dat we met stenen moeten werpen. De proféten hebben zwaar getild aan de ontrouw van hun volk in het verbond met God. Pastores en gemeenteleden zullen zwaar moeten tillen als het exclusieve van de verbondsrelatie in een huwelijk wordt aangetast. Biddende handen zijn hier meer op zijn piaats dan waarschuwende vingers en veroordelende gebaren.

Het exclusieve van het huwelijksverbond krijgen we pas goed in het vizier als we leven uit de Verbondstrouw van onze God.

Wat altijd gegolden heeft, is zeker vandaag de dag van toepassing: Het zal erom gaan dat we in het huwelijk als man en vrouw de verbondenheid kennen aan Jezus Christus, voor Wiens aangezicht we liefde en trouw beloven.

Ook daarop zal prediking en pastoraat gericht moeten zijn. Weten we nog wat een huwelijk in de Heere betekent? Een christelijk huwelijk is niet een gewoon, werelds huwelijk met een christelijk vernisje. Een christelijk huwelijk is een huwelijk waarin het geloof in Christus' kruisdood en opstanding op een levende wijze functioneert. Dan beleven we de vreugde van het verbond in de dienst van elkaar. Dan zullen we, levend uit Zijn trouw, ook de weg mogen vinden tot herstel van gebroken verhoudingen. Immers als God ontrouwe Verbondspartners met zich verzoent door de dood van Christus, hoe zou er dan geen weg zijn voor de kleine verzoening tussen twee mensen. Wij mogen toch ook hier Christus verkondigen Die ook in vastgelopen huwelijksverhoudingen onze Redder is.

Huwelijkstrouw

Dat het huwelijk een levenslange verbintenis is, waarin men trouw belooft voor het leven, vloeit direkt voort uit de vergelijking met het Verbond en wordt bovendien beklemtoond door de woorden van Jezus in Mattheus 5 : 27—32 en Mattheus 19 : 1—9.

Toch blijken in onze tijd velen het daarmee moeilijk te hebben. Wat moet men aan met „Hetgeen God samengevoegd heeft, scheide de mens niet"? Is het geen vrijheidsbeknotting als ik van mezelf en de ander levenslange trouw vraag? Is dat niet iets onmogelijks, omdat je immers ook in je huwelijk verandert, je gevoelens anders kunnen worden en relaties zich daardoor diepgaand kunnen wijzigen, ja, wordt door de toeneming van de levensduur de levenslange monogamie niet op een zware proef gesteld? Sleur, verveling en vermoeidheid kunnen de overhand gaan krijgen en kweekt men dan geen

frustraties als men zich beroept op een eens gegeven trouwbelofte.

Wij komen hier in een heel complex van vragen terecht. Wie zal hier het laatste woord durven spreken? Welke pastor weet niet van de ontmoedigende ervaringen als gesprekken in vastgelopen relatie stuk breken op onwil, onmacht of onvermogen van de partners om tot elkaar te komen?

Ook hier is m.i. trouw aan de Schrift wat anders dan wettische rechtlijnigheid. FI. N. Ridderbos heeft eens opgemerkt dat de geboden van de Bergrede geen paragrafen van een wetboek zijn, maar voorbeelden die aan willen geven, hoe ver de liefde kan gaan, het niveau waarop de christen moet leven. Dat geeft aan dc geboden een ongehoorde radicaliteit en tegelijk is het de liefde die de toon aangeeft. Het verbod-tot scheiding mogen we niet ontkrachten met een beroep op de veranderde situatie, de statistiek, de haalbaarheid. Dat is het gevaar in een situatieve benadering die tot gevolg heeft dat men onder de druk van de gewijzigde omstandigheden echtscheiding gaat omschrijven als een normaal menselijk crisisgebeuren dat niet slechts tragisch is, maar ook de mogelijkheid in zich draagt van rijping, groei en dus eventueel hulp verdient van anderen om die groei mogelijk te maken.

Hier wordt m.i. miskend dat echtscheiding altijd tegen de bedoeling van de Schepper is, en daarom hooguit een noodoplossing, een amputatie, zoals Rinzema opmerkt. En zoals bij een ziek lichaam amputatie nodig kan zijn cm erger te voorkomen, zo is in deze gebroken wereld echtscheiding soms van twee kwaden het minst erge. Ook een christen kan geconfronteerd worden met situaties waarin het onmogelijk is verder te gaan en waarin een wettisch hanteren van de regel het omgekeerde bewerkt van wat de Wetgever bedoeld heeft. Maar wij doen beter hier niet te spreken van gewettigde echtscheidingsgronden, omdat men dan m.i. miskent dat scheiding altijd een gevolg is van falen, in de regel schuldig falen. En zeker is het belachelijk te spreken van een schuldige en niet-schuldige partij. In een huwelijksconflict zijn altijd twee betrokken.

Echtscheiding hooguit als noodoplossing, als alle andere oplossingen gefaald hebben.

Dat betekent m.i. ook dat de kerk er niet toe kan gaan onder de druk van de vele ontbonden huwelijken de bewoordingen van de trouwbelofte maar af te zwakken of de vraag naar de levenslange trouw maar achterwege te laten.

YVant de kerk vraagt het immers in de Naam van Hem Die Zelf de Getrouwe is en die met ons ontrouwe mensen elke dag opnieuw beginnen wil. juist dit Evangelie moet ons bewaren voor legalistische rechtlijnigheid. Helaas verstaan we daar ook binnen de christelijke gemeente vaak zo weinig van. Gescheidenen zijn zo vaak getekenden, outcasts. Wat leven we op dit punt weinig uit de vergeving der zonden.

Getrouwde mensen moeten trouw zijn. Naar analogie van de trouw van God jegens Zijn volk.

Daar zullen we huwenden op moeten aanspreken. Smedes zegt zo prachtig: Een eed van trouw afleggen is zeggen, dat we „in lief en leed" onze toekomst niet laten vaststellen door omstandigheden of het lot. Ieder huwelijk kent zijn spanningen en moeilijke perioden. Het gevaar van onze tijd is dat men zich maar laat meedrijven als willoze slachtoffers die toch recht op geluk hebben. Terwijl het bij uitstek christelijk is te vechten voor je huwelijksgeluk en in Gods kracht het huwelijksverbond van dag tot dag te vernieuwen.

Hoe het huwelijk in?

Na de roeping van de gehuwden tegenover elkaar verder te hebben uitgewerkt, beëindigt drs. Noordegraaf zijn referaat als volgt:

„Ik kom tot een afronding. Al besef ik dat veel, heel veel bleef liggen. Bijvoorbeeld de vragen rond huwelijk cn kinderzegen, het studentenhuwelijk, waarbij men de eerste jaren afziet van het krijgen van kinderen, de relatie tussen de chr. gemeente en de overheid, de vragen van democratie en theocratie.

De gebrokenheid van dit aardse bestel, de vaak ingewikkelde situatie maken het vaak onmogelijk pasklare antwoorden te geven. Wanneer we de klip van de libertijnse vrijbuiterij willen vermijden met een beroep op de duidelijke eis van Gods gebod, zullen we ten anderer zijde niet mogen stranden op de klip van een wettische rechtlijnigheid.

Tastend en zoekend gaan we onze weg. Het compromis is niet altijd te vermijden. En er blijft de persoonlijke, zedelijke beslissing van elk christen in zijn geweten die een kerk hem niet kan afnemen.

Naarmate de secularisatie voortschrijdt is het niet denkbeeldig dat zij die begeren te leven naar Gods geboden en beloften als aanhangers van een minderheidsmoraal zullen gelden. Dat is niet erg. Mits het ons niet verleidt tot een hoogmoedig Farizeïsme of tot een onvruchtbaar traditionalisme. Ook de gemeente in het Nieuwe Testament

stond als een minderheid in een heidense wereld. Maar welk een positieve kracht ontplooide zij, doordat zij alle vragen radicaal benaderde, nl. tot op dc wortel: de verhouding tot Jezus Christus en doordat zij, wandelend in het spoor van de Geest, ook de vmchten van de Geest vertoonde.

Het anders-zijn vloeide voort uit het „van een Ander zijn", niet uit een traditionalistisch conservatisme.

Juist in een tijd van zoveel huwelijksnood en de roep om een nieuwe sexuele moraal, zullen we als christelijke gemeente ons hebben te bezinnen op de bijbelse betekenis van huwelijk, gezin, ongehuwde staat, man-vrouw verhouding, enz. Wie zegt: Er wordt lichtvaardig gescheiden, heeft gelijk. Tot op zekere hoogte. Ik denk dat we nl. moeten zeggen: Er wordt te lichtvaardig getrouwd.

Daarom zullen we in prediking en catechese, in pastoraat en diakonaat veel meer dan vroeger moeten spreken over verantwoorde partnerkeuze, over de noodzaak van de geestelijke eenheid, over het leven uit de verzoening in zijn betekenis voor het huwelijk. Hebben we jongeren vaak niet te gemakkelijk losgelaten? Moeten we wellicht terug naar herstel van de huwelijkscatechisatie? En laten we na de trouwdienst en de trouwdag de gehuwden niet te veel op zichzelf staan in de strijd voor een zuiver huwelijksleven en een gezond gezin. Vaak begint het gesprek wanneer de breuk al latent aanwezig is en praten menselijkerwijs te laat is.

En tenslotte: Wij hechten — terecht — waarde aan de kerkelijke bevestiging en inzegening van het huwelijk in het midden der gemeente. In de praktijk is dit laatste vaak een wassen neus. Het zal praktisch wel moeilijk realiseerbaar zijn, maar ik wil het toch noemen: zou het geen winst kunnen zijn als de voorbede voor de huwenden, dc verkondiging van het Evangelie aan hen en de bevestiging en inzegening van hun huwelijk meer naar de zondagse eredienst toe gebracht werden? Dan zou veel van de vaak fleurige „show" verloren gaan, dat geef ik toe.

Maar de gemeente zou er wezenlijk bij betrokken kunnen worden, zoals ook bij de doop of bij het belijdenis-doen. En de trouwpreek zou ingevoegd kunnen worden in het geheel van de zondagse eredienst, de preek in de lijn van het kerkelijk jaar. Nu werken we vaak het gevoel in de hand dat de Bijbel het Evangelie bevat plus een aantal trouwteksten. Terwijl we bijbels bezien moeten zeggen: Het gaat om het ene Evangelie van kruis en opstanding, dat een licht wil zijn voor heel uw leven van dag tot dag, en daarin ook voor uw huwelijk.

In elk geval, laten wc onze tijd appelleren aan Gods goede gebod voor man en vrouw, niet wettisch, maar vanuit de Pinkstergecst die Heere is en levend maakt. Opdat we in de storm van de sexuele revolutie niet weerloos zijn, maar getuigen mogen van het heil en de zegen van onze God, die het leven waarlijk rijk maakt".

Misschien ziet drs. Noordegraaf nog eens kans om een en ander nader uit te werken in een geschrift, b.v. ter gebruik op een door hem bedoelde huwelijkscatechisatie of gesprekskring.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1979

Gereformeerd Weekblad | 22 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1979

Gereformeerd Weekblad | 22 Pagina's