Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God en het onweer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God en het onweer

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Augustinus droomde. Hij wandelde langs het strand der zee en peinsde cn dacht na, hoe het toch zou kunnen zijn met de Heilige Drie-eenheid? Hoe was het toch te denken dat Eén Drie cn Drie Eén kon zijn? Toen zag hij zo opeens een jongetje vlak bij het water zitten. Dat kind maakt een kuil in het zand en schept met een schelp water uit de zee in die kuil al maar door. Augustinus verwonderde zich en vroeg aan het knaapje wat het betekende. Het jongetje antwoordde: Nou, hiermee wil ik de zee leegscheppen en in het kuiltje overbrengen. Augustinus lacht en zegt: „Jongen, daar zul je nooit mee klaar komen." — „Zo", antwoordde het kind, „maar hoe moet u dan ooit klaar komen, als u met uw kleine verstand het grote geheimenis van de Heilige Drievuldigheid wilt doorgronden." Toen bemerkte Augustinus, dat God hem door dit kleine engeltje om zijn dwaasheid liet bestraffen. Hij nam zich voor zich te houden aan het geopenbaarde W T oord en zijn verstand gevangen te geven onder de gehoorzaamheid des geloofs.

Nu was het niet mijn wens om in dit artikel over het grote geheimenis der Drieeenheid na te denken, maar wel werd de vraag naar Gods Voorzienigheid mij voorgelegd en dat is ook een groot geheim Gods. Verschenen zomer n.1. ontving ik de volgende brief: „Dezer dagen heeft boven onze gemeente een zwaar onweder gewoed. Als mens spreek je er dan over, maar dan kom je tot de conclusie, dat er nogal eens een verschil van mening is. Ik dacht, wanneer het onweer of storm is, dat Gods almacht sprak. Maar nu hoorde ik ook zeggen dat het electrisch is in de lucht en dat < de wolken tegen elkaar komen en dat er dan een vonk overspringt en dat is de bliksem. Nu schijnt het, dat het niet alleen hier, maar < op zeer veel plaatsen zo bekeken wordt. Want volgens mijn mening is het toch zo, dat God spreekt zowel met mooi weer als met storm, onweder of vele regens of grote droogte. Want in Psalm 29 leest men, dat de God der ere dondert en ga zo de Bijbel maar door. Hoe is het nu, doet de natuur het, of doet God het? "

Nu zullen we eerst weer eens aan dat knaapje met zijn schelp moeten denken. Wij mensen zullen dit stuk van de Godsregering nooit doorgronden, tenminste zeker niet, zolang wij in dit leven zijn. Maar een klein beetje verder kunnen we toch wel komen dan we nu zijn. Om maar met het onweer van onze briefschrijver te beginnen, daai kan men heel veel natuurlijke oorzaken voor ; aanwijzen. Onder bepaalde omstandigheden vormen zich wolken. Weer onder bepaalde i omstandigheden heeft er in die wolken een : scheiding plaats tussen een negatieve lading in de benedenste delen der wolken en een ] positieve lading in de bovenste delen. Wan-i neer er dan grote electrische spanningsverschillen ontstaan kan het vuur van het onweer helpen die spanning weg te nemen. Heb ik nu het onweer verklaard? Welnecn, ik heb sommige dingen een naam gegeven.

Maar zou die mogelijkheid van onweerswolken er nu ook zijn als God ze niet gewild had? Neen, de Almachtige heeft de wereld zo geschapen, dat het onweer in de natuur kon ontstaan. Precies, zegt iemand, God is de Eerste Oorzaak en daarop volgt een hele keten van tweede of volgende oorzaken. Och, dat zijn ook weer een paar woorden waarmee men ergens vastloopt. Het is een poging om Gods wijze van werken ergens mee te vergelijken. Een eerste oorzaak èn een tweede oorzaak, dat kunnen we begrijpen. Als iemand een sluisdeur open laat staan, zodat het water een haven binnenloopt, is hij de eerste oorzaak. Wanneer dan de dijk van de haven doorbreekt vanwege het vele water, is dat water de tweede oorzaak. Maar God is geen oorzaak van deze wereld. God is de Schepper. Dat is heel watanders. God staat niet aan het begin van deze wereld, zodat men Hem ergens in de wereld vinden kan. God woont veel hoger. Hij zit op Zijn troon hoog boven deze wereld. En nu staat het zo met het verband tussen Gods werk en het werk der schepselen, of dat nu wolken zijn of mensen, dat wolken, lucht en winden, mensen en beesten en alle schepselen volstrekt afhankelijk zijn van het handelen Gods.

Dat de natuur werkt, doet"niets af van Gods werk. God handelt. Het handelen van de natuur is door Zijn kracht en naar Zijn wil, evenzeer als het handelen van de mens. Een van de sprekende voorbeelden is de dood van de Heere Jezus. Daar waren allerlei oorzaken voor bij Kajafas en bij Judas en bij vele anderen. Doch alles is geschied naaide Raad en voorkennis Gods. Ik zal geen enkele poging doen om dit te verklaren, omdat ik geloof, dat elke poging om het geheim op te lossen aan Gods hoge Wezen te kort doet. In Jesaja 40 : 25 staat het woord: Bij wie dan zult gij Mij vergelijken, die Ik gelijk zij? zegt de Heilige."'Aan dit woord moeten we ons houden.

Van Gods Voorzienigheid is geen verklaring te geven. Maar gelukkig de mens, die aan de schepselen geen goddelijke kracht toe kan schrijven en die nu verstaat hoe God alle dingen regeert en alle dingen werkt op Zijn Goddelijke wijze en alle dingen in stand houdt. Dan weten we, dat elke bliksemschicht van Hem afdalende is en elke zware en lichte slag Zijn stem. Die onweersbui was Gode van eeuwigheid bekend. Als God niet werkt is er geen onweer en geen storm, geen hoog water en geen springvloed. De Schrift spreekt ten stelligste uit, dat niets, hoe gering ook, buiten Gods regering valt. Laten we enkele teksten nog eens in onze herinnering roepen: God is Degene) „die alle dingen werkt naar de Raad van Zijn wil", Efeze 1 : 11. Is er dan geen willekeur? Neen, want alles wat God doet is goed, aan God en Zijn eeuwig Koninkrijk gemeten. Daar hoort ook de watervloed van 1953 onder. Rom. 8 : 28 spreekt het uit: En wij weten dat dengenen, die God liefhebben alle dingen medewerken ten goede." Dit valt niet te beredeneren, dit kan alleen maar door genade worden geloofd.

Wij zouden enkele teksten noemen, waaruit blijkt hoe God in alles is. Van de Zone Gods staat in Coll. 1 : 17 „en Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem". Waaraan Hebr. 1 : 3 toevoegt: (dewelke) alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht." Het strekt zich uit tot de geringste stukken in de schepping: En ook uw haren des hoofcls zijn alle geteld", Matth. .10 : 30. Wat de musjes betreft: niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader." Ja maar als een kogel ze treft, als een net of knip ze vangt? Zij worden nooit gevangen, zonder de goedkeuring Gods. En wat zijn de schepselen dan, wat al hun werken en denken en doen? Zij zijn een zaag of een bijl Gods. We denken aan Jesaja 10. Daar spreekt de profeet over de grootsheid des harten des konings van Assyrië. Die koning heeft gezegd: Door de kracht mijner hand heb ik het gedaan en door mijn wijsheid, want ik ben verstandig; en ik heb de landpalen des volks weggenomen en hem hun voorraad geroofd." Doch dan antwoordt de Heere: Zal een bijl zich beroemen tegen dien, die daarmede houwt, zal een zaag pochen tegen dien, die ze trekt? "

Dat was van de koning van Assur. Hij was als een zaag en een bijl in Gods hand. Wij gebruiken werktuigen, die geen eigen wil hebben, doch God gebruikt werktuigen, die wel een eigen wil hebben en eigen gedachten en plannen. Nochtans doen zij alles wat de Heere behaagt met al hun willen en denken. Zo groot is God. Hij heeft aan de natuur wetten gegeven. In Jer. 5 : 24 wordt van God gezegd: Die ons de gezette tijden des oogstes bewaart". We lezen in Psalm 148 van de schepselen: Hij heeft hen een orde gegeven, die geen van hen zal overtreden." Zo heeft de wolkenvorming zijn orde samen met de splitsing en spanning in de elcctriciteit en springvloed en eb en vloed heeft zijn orde. Doch de Heere gebruikt Zijn eigen wetten als een werktuig. Zij moeten Hem dienen in alles. Zo lezen we in Jeremia 50 : 25: De Heere heeft zijn schatkamer open gedaan en de instrumenten Zijner gramschap voortgebracht; want dat is een werk van de Heere, des Heeren der heirscharen, in het land der Chaldeeërs."

Bekender nog zijn de woorden uit Rom. 9:21: Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp te maken het ene vat ter ere en het andere ter onere? " In Hand. 9 : 15 wordt Saulus van Tarsen een uitverkoren vat genoemd om de naam Gods te dragen onder de heidenen. Zo zijn alle schepselen, met hun eigen wil en eigen plannen, op een wonderlijke wijze alleen maar werktuigen, hamers en zagen en bijlen Gods. Niets heeft een eigen leven, zelfs de duivel niet. Daar is niets dat kan gelaten of gedaan worden zonder goedvinden of gebod Gods. En als wij het zo zien, wordt de zware slag ten dage des onweders, de stem Gods.

Maar nu nog één ding. Het is natuurlijk van gewicht, dat wij in alles, wat ons de natuur doet zien de hand Gods erkennen. Maar het is niet genoeg, als het een beschouwing blijft. De vraag is bij elke bliksemstraal en bij elke slag en bij elke centimeter water, die in of rondom ons huis staat, wat wij de Heere voor ons persoonlijk horen zeggen. Daar geschiedt niets zonder God. Zoals de Catechismus zegt, kan geen creatuur zich weren of bewegen tegen Zijn wil. Dus elk schepsel roert zich met Gods wil. „Is er een kwaad in de stad, dat de Heere niet werkt", vraagt Amos. Doch hoe verschillend kan het kwade, d.i. het lijden bedoeld zijn. Ter vergelding: n Rom. 2 : 6 lezen we: elke een ieder vergelden zal naar zijn werken. Ter beproeving en kastijding: lk zal u kastijden met mate en u niet gans onschuldig houden." jer. 30 : 11: want de Heere kastijdt, dien Hij liefheeft." Spreuken 3 : 12. Ter versterking en bevestiging: eer ik verdrukt werd dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord", Psaim 119 : 57. Tot getuigenis voor de waarheid: Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden", Fil. 1 : 29. Zo kan het lijden ook een middel zijn. waardoor God aan Zijn eer komt: oh'. 9 : 2. Wat heeft de stem Gods in storm en onweder en alles u te zeggen?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1979

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

God en het onweer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1979

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's