Catharina van Bora, de vrouw van Luther
(3)
Dat het huwelijk van Luther niet onbesproken zou blijven, was te voorzien. Naast onbegrip van vrienden, was er de spot en hoon van de vijanden. De laatsten hadden hun oordeel spoedig klaar: uit de echtverbintenis van een gewezen monnik en gewezen non, zou de anti-christ voortkomen. Het schijnt, dat Erasmus toen de opmerking heeft gemaakt, dat er dan al heel wat antichristenen geboren moesten zijn.
Met dit al werd de positie van Luther er niet gemakkelijker op. Een stroom van lasterlijke praatjes ging over hem heen. Die uitbarsting van woede van roomse kant was niet zo onverklaarbaar. Het was geen geringe daad, die Luther met zijn huwelijk stelde. Steeds was in de Roomse kerk de ongehuwde staat als een verdienstelijk werk beschouwd. Het was wet geworden, dat de priester ongetrouwd moest blijven. Het celibaat mocht wel een van de hechtste grondzuilen van de hiërarchie (priesterheerschappij) worden genoemd. En nu waagt Luther, de gewezen monnik, zijn belofte van kuisheid te verbreken en anderen daartoe aan te sporen.
Luther zelf trok zich van al de hoon en
spot niet zo veel aan. „Is mijn huwelijk een werk van God, dan behoeft men er zich niet over te verbazen, dat vlees er zich aan stoot. Als de wereld er zich niet aan stootte, dan zou ik mij aan de wereld stoten. Want dan zou ik vrezen, dat het niet uit God was. Nu ieder er zich aan stoot, troost en sterk ik mij in Hem."
Door te trouwen heeft Luther tegen de ascetisme en de werkheiligheid van de Roomse kerk, de zuivere christelijke beschouwing van het huwelijk gehandhaafd.
„Dat Luther het gezin heeft gered uit het verval in de klem van de kerk, is Luther's grootste maatschappelijke daad" (W. J. Kooiman in: „Luther - zijn weg en werk", bladz. 123).
Het getrouwde paar nam zijn intrek in het reeds meer genoemde zwarte klooster. Else Reichenberg richtte zo goed mogelijk hun woonvertrek in. Men kon niet zeggen dat deze woning erg geriefelijk was. Ze muntte niet door knusheid en gezelligheid. Toch waren Luther en zijn vrouw er tevreden mee. Hun woon-eisen waren minder opgeschroefd, dan dit heden meestal het geval is.
Wonderlijke loop van de geschiedenis: in een kloostergebouw leidt een gewezen monnik een ontvluchtte non als zijn huisvrouw binnen. Waar vroeger biddende kloosterlingen zeurtonig prevelend hun weg gingen, zal straks het klare lachen van kinderen klinken.
Zo ving het huwelijksleven aan van de grote hervormer en zijn gade. Hoewel bij dit huwelijk nuchtere overweging een factor van betekenis was en zeker niet dolle verliefdheid een sfeer schiep van enkel „rozengeur en maneschijn", mocht het huwelijk van Maarten en Kathe gelukkig worden genoemd. Nooit heeft Luther dan ook van zijn gewichtige stap berouw gehad. Dit blijkt uit verschillende uitspraken. Eens zei hij tot zijn vrouw: „Sedert ik u heb, ben ik niet arm meer, maar bezit ik grote rijkdommen. Indien Gij mij liefhebt, o mijn God, zo spaar en verleng en zegen dit dierbare leven voor mij."
Een andere keer zingt hij haar lof op deze wijze. „Ik heb een lieve trouwe vrouw, op wie mijn hart zich kan verlaten. Gelijk Salomo zei: Zij doet mij goed en geen kwaad, al de dagen van mijn leven. Ik schat haar hoger dan het bezit van het koninkrijk Frankrijk of de heerlijkheid van Venetië en ik zou haar niet willen ruilen voor al de schatten van Croesus."
Luther trof in Catharina van Bora een huisvrouw, juist voor hem zeer geschikt. Ze mocht dan al niet opvallen door uiterlijk schoon, ze wist goed wat ze wilde. Uitgerust met een groot huishoudelijk talent, was ze op haar terrein koningin. In huis voerde zij de scepter. Luther liet dan ook gaarne zijn vrouw het onbeperkt beheer over alle huishoudelijke aangelegenheden. Overtuigd van haar gezag in huis, spreekt hij haar vol humor in zijn brieven aan als: „Herr Kathe"; Domine mea" soms als: „Catena mea" (mijn keten).
Zulk een karaktertrek van flinkheid, openhartigheid en praktische zin was dan ook wel nodig om het huishouden enigszins behoorlijk te doen reilen en zeilen. Financieel was het uitkijken geblazen. De toelage die Luther jaarlijks van de keurvorst ontving was ƒ 200, — . Zijn secretaria Wolfgang verklaarde dat dit nog niet voldoende was voor een kwartaal.
Bolnes.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1979
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1979
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's