EMMAUS
Ze keken hem verwonderd aan toen hij het brood brak en 't hun gaf. Een eigenaardig licht viel om hen heen, wierp schaduwen langs beker en karaf.
Ze voelden zich als in een roes. 't Was alles nieuw en toch heel oud. Het leek of een verloren paradijs opnieuw aan hen was toevertrouwd.
— Wie was die man die zoveel wist en die hier uit de doeken deed wat tot op die vreemde dag verhuld was door een donker kleed? —
En plots was daar dat groot moment waarop die wond're puzzel sloot. En ze begrepen toen dat dit een zaak van leven was en ook van dood.
Vlug trokken ze hun jassen aan en gingen ondanks 't late uur de straat op met hun grote nieuws, vervuld met heilig vuur.
Wessel Schut, maart 1979
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1979
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1979
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's