Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De God van zondag 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De God van zondag 10

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ik het blad „Woord en Dienst" van 17 februari in handen kreeg en doorbladerde, werd mijn aandacht meteen getrokken door een artikel waarboven een vette kop stond afgedrukt: „deze god bestaat niet". Zo'n titel alleen al roept dadelijk allerlei gedachten op. Had er gestaan: „god bestaat niet", dan was het niet onmogelijk geweest dat de redaktie van het blad ruimte beschikbaar had gesteld aan een gast uit de kringen van het atheïsme. Maar er stond duidelijk: „déze god bestaat niet". Kennelijk moest er afgerekend worden met een onjuist Godsbeeld, dat we ons in de loop der eeuwen eigen gemaakt hebben. In ieder geval, de titel had als blikvanger z'n werk gedaan, want ik begon onmiddellijk te lezen.

Het artikel was eigenlijk een boekbespreking. Althans, de auteur, Ds. G. C. de Kruyf, Hervormd predikant te Rijnsaterwoude, onthulde zijn gedachten ten aanzien van het Godsbeeld naar aanleiding van een bock dat hij had gelezen. Het ging over de nieuwste roman van Maarten 't Hart, „Een vlucht regenwulpen", dat in september vorig jaar verscheen en tot nog toe al acht drukken beleefde. Kennelijk wordt het een „bestseller". Het zal dus wel waar zijn wanneer Ds. De Kruyf stelt: „Dc boeken van 't Hart slaan aan en deze roman zal, als ik het goed zie, tot het belangrijkste van de moderne Nederlandse literatuur gaan behoren".

Zondag 10

Om te weten welk Godsbeeld Ds. Dc Kruyf in „Woord en Dienst" bestrijdt schrijf ik een passage uit zijn artikel over:

„Het boek opent met Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus, waar in verband met de Voorzienigheid Gods gesteld wordt dat God ons 'alzo regeert dat ( ) gezondheid en krankheid, ( ) en alle dingen niet bij geval maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen'. Vanwaar dit opvallende begin? Maartens moeder is gestorven aan keelkanker en hij heeft geleerd dat zo'n ziekte ons uit Gods hand toekomt. Dat is voor Maarten reden om God intens te haten en daarom staat Zondag 40 op de eerste bladzijde als een soort schandpaal afgedrukt. 'Zo is god, de god van de Heidelbergse Catechismus, de god die mensen zo intens haat dat hij keelkanker voor ze heeft uitgevonden, . Zelfs mensen zijn niet in staat elkaar op zo'n laaghartige wijze te vermoorden als god kan met behulp van deze ziekte' (79). Eigenlijk had Maarten al afscheid genomen van het geloof, maar tijdens de ziekte van zijn moeder 'keerde, omdat ik Hem wilde haten, voor enige tijd het geloof in God terug' (14). Diep geschokt wordt Maarten bij een bezoek van twee ouderlingen aan zijn zieke moeder, waarvan hij een karikaturaal (maar daarom des te schrijnender, want juist de kern van waarheid die in de karikatuur zo breed uitgemeten wordt is zo triest) verslag geeft. Als hij ze in een driftbui het huis uitgeslagen heeft gaat hij zelf ook naar buiten en wordt hij kalm en dan komen de tranen. 'Terwijl ik zo buiten loop weet ik plotseling zeker, ja met die onwrikbare zekerheid waarover Calvinisten altijd praten dat het Christendom bedrog is, ja dat het hele leven een laaghartige leugen is' (79). De forse zinnen die ik uit het verhaal heb gelicht zijn geboren uit één gedachte: God heeft de keelkanker op mijn moeder afgestuurd. Die gedachte brengt hem eerst tot ongeloof, dan tot opstand, woede en haat en tenslotte weer tot ongeloof, hoewel het spoken blijft in zijn gevoelswereld".

Daarna trekt Ds. Dc Kruyf zijn conclusie:

„Ik denk dat er veel mensen zijn die niet meer in God geloven omdat ze in déze god geloofden. En ik denk ook dat er veel gelovigen in déze god geloven. Ik kan me dat ook voorstellen, want als je gelooft dat keelkanker van God komt, dan kun je tenminste ergens naar toe met je vragen. Toch is de God en Vader van Jezus Christus anders. En één van de spannendste vragen van het kerkelijk werk is of we dat elkaar kunnen duidelijk maken en of we dat kunnen overbrengen aan mensen die op God en de kanker zijn afgeknapt".

Onbeantwoorde vragen

Ik heb Ds. De Kruyf een hele tijd aan het woord gelaten om het probleem duidelijk te stellen. Het is overigens een oud probleem. Een probleem dat we ook vaak tegenkomen in het ambtelijk werk. Hoeveel mensen zijn er niet die zeggen niet meer in God te ky^nnen geloven omdat Hij het in hun leven niet deed zoals zij graag hadden gewild? Juist bij de arbeid onder rand-en buitenkerke-

lijken komen we deze vragen altijd weer tegen: „Als God nu een God van liefde is, hoe kan Hij dan dat en dat toelaten? " Maar ook onder trouw meelevenden duiken telkens deze vragen op. Waarom moest die man zijn nog jonge vrouw verliezen? Waarom moesten ouders dat kind afstaan? En waarom die verschrikkelijke ziekte? En waarom dat ontzettende ongeluk? Om dan nog maar te zwijgen over de grote vragen van het wereldgebeuren. Waarom die oorlogen, die rampen, die honger, die besmettelijke ziekten, enz?

Laten we maar eerlijk zeggen dat ook wij niet op alle vragen een pasklaar antwoord kunnen geven. Dat is in ieder geval beter dan dergelijke zaken af te doen met een paar dooddoeners. Natuurlijk weten we wel dat God alles regeert en bestuurt en dat Hij Zich nooit vergist. En natuurlijk weten we dat Hij geen rekenschap geeft van Zijn daden. En we zullen op een bepaald moment ook moeten zeggen dat alle lijden op deze wereld een gevolg is van onze zonde. Waren er geen zonden, dan waren er geen wonden. Maar met deze algemene en op zichzelf juiste opmerkingen hebben we het probleem van het lijden niet opgelost, en zéker nog geen antwoord gegeven aan die mensen die er in hun leven tegenaan gelopen en erop vastgelopen zijn.

Misschien hebben we zelfs als kerk en als ambtsdragers weieens gedaan alsof wij op alle vragen een antwoord gereed hadden. Misschien hebben wij ons weieens te gemakkelijk opgeworpen als verdedigers van de Voorzienigheid Gods. Dat daardoor mensen van de Kerk en van het Evangelie zijn vervreemd, dat zal waar zijn. Maar dat is nog geen reden om dan nu maar te zeggen, zoals Ds. De Kruyf doet: , , Die God van Zondag 10, uit Wiens hand ons alles toekomt, die bestaat niet!"

Vaderschap en Voorzienigheid

Waar zit de fout in het betoog van Ds.. De Kruyf? Hier, dat hij de Voorzienigheid van God èn de Vader van Jezus Christus tegen elkaar probeert uit te spelen. We hebben hem immers horen zeggen: „Toch is de God en Vader van Jezus Christus anders".

Deze gedachte werkt hij nader uit als hij schrijft:

„Vanuit het geloof in de Opgestane Christus moet worden tegengesproken dat. de kanker ons toekomt uit Gods hand. Wie kan werkelijk staande houden dat de kanker die zich lustig uitzaait van Gód komt? De kanker is een doodsmacht die door Christus overwonnen is en wordt. Dat is het Evangelie. En cle goede strijd van het geloof is dat we het daarop mogen houden, dat we reikhalzend mogen uitzien naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar de zee niet meer zal zijn, ook niet de zee van tranen".

Daarom is Zondag 10, volgens Ds. De Kruyf, „een misser in een overigens goeddeels schitterend leerboekje". Hij is dan ook van mening dat „de catechismus als geheel eigenlijk een andere sfeer ademt dan Zondag 10".

Tegen dat laatste nu teken ik op mijn beurt protest aan. Want Zondag 10 staat niet op zichzelf. Zondag 10 is een nadere uiteenzetting van Zondag 9, die handelt over Gods Vaderschap. Daarin wordt gevraagd: „Wat gelooft gij met deze woorden: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde? " En het antwoord luidt:

„Dat de eeuwige Vader van onze Heere Jezus Christus, Die hemel en aarde met al wat erin is, uit niet geschapen heeft en ook door Zijn eeuwige Raad en Voorzienigheid ze nog onderhoudt en regeert, om Zijns Zoons Christus ? wil mijn God en mijn Vader is, op Wie ik alzo vertrouw dat ik niet twijfel of Hij zal mij met alle nooddruft des lichaams en der ziel verzorgen en ook al het kwaad dat Hij mij in dit jammerdal toeschikt, mij ten beste keren, daar Hij dat doen kan als een almachtig God en ook doen wil als een getrouw Vader".

Met opzet heb ik enkele zinsneden uit deze Zondag onderstreept, om tot uitdrukking te brengen dat er voor de opstellers van de Catechismus geen tegenstelling bestond tussen de God en Vader van Jezus Christus en de God uit Wiens hand ons alles toekomt. Ze zeggen zelfs nadrukkelijk dat Hij het is Die ons „het kwaad in dit jammerdal toeschikt". En daarmee zitten ze op de bijbelse lijn. Immers, zo vraagt de profeet Amos, zal er een kwaad (een ramp!) in de stad zijn die de Heere niet doet?

Alleen in het geloof

Dat alles ons uit Gods hand toekomt is overigens alleen in het geloof te verstaan. Zondag 10 geeft ons geen theoretische uiteenzetting van de leer der Voorzienigheid, waarin alle ellende in de wereld en in ons eigen leven wordt verklaard, maar Zondag 10 is een geloofsuitspraak. Immers, de leer van de Voorzienigheid wil ons in tegenspoed geduldig en in voorspoed dankbaar maken, terwijl wij voor de toekomst mogen vertrouwen op die God Die alles — ook ons leven — onderhoudt en regeert. In Zondag 10 wordt geen God beleden die als een grillig despoot naar willekeur regeert, maar die ons leven leidt en bestuurt naar Zijn Raad, zodat ons niets bij toeval kan overkomen, maar alleen door de beschikking van onze hemelse Vader.

Men moet echter kind zijn om Vaders werk goed te keuren. Zonder geloof in de Vaderhand die ons leidt botsen we er tegenaan en lopen we eraan vast. Dan zeggen we onmiddellijk: „Hoe kan dat nu, alles uit Gods hand ontvangen? Armoede en ziekte en tegenspoed en tranen en rouw? "

Ik las in „Zondagskinderen", de bekende Catechismus-verklaring van wijlen Ds. H. Veldkamp:

„Wie in vruchtbare jaren niet met God gerekend heeft, zal het in onvruchtbare jaren stellig niet kunnen. Wie in zijn rijkdom God vergat zal Hem in armoede moeilijk vinden. Wie in gezonde jaren God negéérde zal in zijn krankheid de troost van Zijn handdruk moeten missen. Tenzij God in Zijn goedheid ons dat wil leren. Dat is ook mogelijk. Hij neemt de mens dan alles af, om Zichzelf terug te schenken."

Naar mijn mening is hiermee veel gezegd. We vragen wel in dagen van tegenspoed: „W'aarom laat God dat allemaal toe? " Maar in dagen van voorspoed vraagt de mens niet zo gemakkelijk: „Waaraan heb ik dit allemaal te danken? " Slechts in het geloof kunnen we een slaande en kastijdende God liefhebben en de roede kussen.

Belijden en beleven

Tegenover Ds. De Kruyf, die met zoveel stelligheid zegt: „de God van Zondag 10 bestaat niet" zou ik willen stellen: „Deze God bestaat gelukkig wèl. Deze God is onze God, eeuwig en altoos, Hij zal ons geleiden tot de dood toe."

Wat ik triest'vind is dat een artikel van deze inhoud en met deze kop gedrukt kan staan in het blad „Woord en Dienst", dat blijkens de ondertitel is „het veertiendaags orgaan voor het Hervormd Kerkewerk, uitgaande van de Hervormde Raad voor Pers en Publiciteit". Dat wil dus zeggen dat dit blad pretendeert dat hierin het geluid van de Hervormde Kerk wordt gehoord. Deze kerk belijdt naar haar eigen kerkorde „in gemeenschap met de belijdenis der vaderen". En tot deze belijdenis behoort ook Zondag 10. Maar Ds. De Kruyf vindt dit gedeelte van het belijden „een misser"...

Het zij zo. Er zijn, Gode zij dank, nog veel mensen in onze kerk die in déze God geloven. Die met Job zeggen, juist in dagen van tegenspoed: „Zouden we het goede van God ontvangen en het kwade niet? " En die met Paulus weten dat niets hen kan scheiden van de liefde Gods in Christus Jezus onze Heere.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De God van zondag 10

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's