Synodaal memoriaal
(1)
Conclaaf
Of de andere synodeleden er ook aan gedacht hebben weet ik niet, maar zelf had ik maandagmorgen 20 november even het gevoel dat we in conclaaf gingen. Natuurlijk waren er grote verschillen met de kardinalen die zich dit jaar twee keer kort achter elkaar moesten terugtrekken in de Sixtijnse kapel. Wanneer de deur achter hen dicht gaat, dan weten zij dat zij niet eerder contact met de buitenwereld zullen hebben totdat kan worden bekend gemaakt: „Habemus paparn" (Wij hebben een paus), en niemand kan voorspellen of dat lang of kort gaat duren. Wij wisten exact: onze Hervormde Synode wordt woensdagmiddag alweer gesloten, dan nog een dag vergaderen met de Gereformeerde Synode en dan slaat het uur van de vrijheid!
Bovendien, de kardinalen zijn volkomen afgesloten van de buitenwereld. Is de deur eenmaal dicht, dan komt er niemand meer in en gaat er ook niemand meer uit. Zó beperkt waren wij in onze bewegingsvrijheid nu ook weer niet. Wie dat verkiest boven een nachtlogies op Hydepark kan rustig thuis gaan slapen. En van buitenaf komen er tijdens zo'n synodevergadering nog heel wat mensen binnen: vertegenwoordigers van raden en commissies, mensen van pers, radio en televisie, en gasten. Van de laatsten soms meer dan verschillenden van ons lief was. Maar dat is een hoofdstuk apart.
In ieder geval, de najaarsvergadering van onze Generale Synode zit er weer öp en mij is verzocht daarvan enige impressies aan het papier toe te vertrouwen. Men gelieve er rekening mee te houden dat ik deze Synode heb meegemaakt niet als toeschouwer of toehoorder, maar als deelnemer. De Classis Heusden heeft mij namelijk in het voorjaar gevraagd haar vertegenwoordiger te willen zijn en ik heb geen afdoende redenen gevonden er onderuit te komen. Vandaar dat mijn indrukken wellicht iets meer gekleurd, of wilt u, geëmotioneerd zullen zijn dan men redelijkerwijze van een verslaggever kan verwachten. Het is maar dat u het weet...
In de wandelgangen
Synodevergaderingen zijn uitermate vermoeiend en afmattend en vergen veel tijd en energie van de leden. In de eerste plaats wordt er van te voren een lawine van papier over je uitgestort. Stukken vragen je aandacht waarvan de inhoud soms boven je hoofddeksel gaat. Andere stukken worden je zó laat toegezonden dat je niet genoeg tijd hebt om je er nog grondig in te verdiepen. Dan komt de vergadering, waarbij de acht-urige werkdag ver overschreden wordt. Valt de hamer in het begin van de kleine uurtjes, dan mag je daar nog dankbaar voor zijn. Het schijnt in het verleden wel gebeurd te zijn dat het middernachtelijk uur vèr voorbij was.
Die lange vergaderingen worden uiteraard onderbroken door vrij korte koffie-en theepauzes, en door langere pauzes voor de maaltijden. Deze onderbrekingen zijn dringend nodig om bij te komen en bij te praten, voor afwisseling, ontmoeting en overleg. Men kan met andere synodeleden spreken over de gemeente waarin zij ambtsdrager zijn, over de classis die zij vertegenwoordigen. Men kan zich met elkaar bezinnen op de zaken die aan de orde komen. Men kan afspreken wie over een bepaald onderwerp het woord zal voeren of door middel van gezamenlijk opgestelde moties de besluitvorming ter synode trachten te beïnvloeden. Dat alles gebeurt in de wandelgangen, die niet beperkt zijn tot het gebouw waarin wordt vergaderd, maar die zich uitstrekken tot diep in de bossen van Driebergen, waarin Hydepark zo schoon verscholen ligt.
Twee kerken
Terzake, want alles wat voorafging was nog maar een algemene inleiding. Het lidmaatschap van de Generale Synode mag dan een taak zijn — het zij nogmaals gezegd - die grote inspanning vraagt, het geeft ook de gelegenheid om andere en nieuwe ervaringen op te doen. Ervaringen die zeker niet altijd even verkwikkend zijn. Wie enigszins meeleeft met het wel en wee van onze kerk, kan weten dat er in die kerk een chaos van meningen heerst, maar op Hydepark ervaart men dat aan den lijve. Zó zelfs, dat de vraag zich opdringt hoe het ter wereld mogelijk is dat zulke verschillende opvattingen naast elkaar kunnen bestaan. Bij sommige, niet zo controversiële agendapunten zijn we het zó verrassend eens dat een besluit genomen kan worden met algemene stemmen. Dat laatste is ook op de najaarsvergadering van onze Synode meer dan eens gebeurd. Maar zodra er meer principiële zaken aan de orde komen, blijkt er tussen de richtingen in onze kerk een kloof te gapen die niet te overbruggen is. Ook dat hebben we op deze Synode meermalen moeten constateren. Bij het verlaten van de zaal, vlak na een discussie waarbij de stukken eraf vlogen, hoorde ik iemand zeggen: „Dit is niet één kerk, dit zijn twee kerken". Ik heb over deze uitlating nog vaak nagedacht.
Twee kerken. Waarbij we ons dan onmiddellijk moeten afvragen: kan dat eigenlijk wel? Want als er twee zijn, dan is er één fout. Dat is ook openlijk gezegd ter vergadering. Niet door iemand uit de „rechtersektor", maar juist van de andere kant. Hij vroeg zich af — wat trouwens ook onlangs door de predikanten uit de Zaanstreek gezegd was — of hij nog wel langer met „die anderen" in één kerk kon blijven.
Leerzaam zijn deze ervaringen overigens ook. Men wordt in de discussie — of moeten we zeggen: in de confrontatie? — met de anderen als het ware op scherp gezet, teruggeworpen op de dingen die van fundamenteel belang zijn. We worden gedwongen om onszelf rekenschap te geven van ons standpunt, dat misschien door onszelf altijd vanzelfsprekend is geweest, maar dat nu ineens door die anderen wordt aangevochten. Bijna automatisch gaan we dan de problemen en de probleempjes waar we in de gemeente mee te maken krijgen wat relativeren. De gedachte kan opkomen: zijn we eigenlijk, terwijl in het grote geheel van de kerk alle fundamenten worden ondergraven, in eigen kring niet bezig te vechten over futiliteiten? Het kan ons in elk geval ervoor bewaren om van bijzaken hoofdzaken te maken.
Polarisatie
Een modewoord, dat zich ter Synode toch iedere keer weer aandiende: polarisatie. Men kent de betekenis: er zijn twee polen, twee uitersten, die zich aftekenen, die hoe langer hoe meer van elkaar verwijderd raken. Kortom: er komt een verharding van twee zeer uiteenlopende standpunten.
Zo blijkt het ook te zijn in onze kerk, wanneer althans de Synode een juiste afspiegeling vormt van het kerkelijk leven: de blokvorming wordt sterker, de groepen komen steeds meer onverzoenlijk tegenover elkaar te staan. Men kan dat betreuren, men kan erover jammeren, men kan er tot op zekere hoogte ook dankbaar voor zijn. We weten nu tenminste wat we aan elkaar hebben, öf... niet hebben...
Lange tijd immers mochten we in de kerk niet spreken over „richtingen". Er waren geen richtingen in de kerk, er waren alleen modaliteiten, die elkaar aanvulden, of in ieder geval elkaar dienden aan te vullen. We hadden elkaar nodig om samen kerk te zijn. En hóe tegenstrijdig de geluiden die in de kerk gehoord werden soms ook waren, telkens weer werd het gezegd: dit geluid moet óók gehoord worden. We zouden iets missen, iets wezenlijks missen wanneer dat geluid niet meer gehoord werd. Dat wordt vandag de dag niet dikwijls meer zo gezegd. Of men het weten wil of niet, de kerk blijkt uiteen te vallen in een aantal richtingen die hoegenaamd niets méér met elkaar te maken hebben dan de naam: Nederlands Hervormd. De vroeger door sommige bepleitte, maar terecht afgewezen hotelkerk, is er. We hebben in die kerk ieder onze eigen kamer en soms ontmoeten we elkaar in de conversatiezaal, maar dan zijn er niet veel woorden nodig om het met elkaar aan de stok te krijgen.
Overigens valt het ook nog weieens mee. W T e hebben in onze kringen zo onze schibbolets, waaraan we de anderen afmeten en op grond waarvan we de anderen soms veroordelen. Op de Synode kan het gebeuren, soms ter vergadering, soms in een persoonlijke ontmoeting, dat we ineens begrip vinden bij of bijval krijgen van een kant waarvan we het zeker nooit zouden hebben verwacht. Ook in kringen waar men niet al onze zekerheden deelt kan toch een leven zijn uit de Schrift en bij de belijdenis van de kerk. Dat moet ons maar voorzichtig maken met het al te snel etiketjes plakken. Bovendien, moeten we niet in alle eerlijkheid zeggen dat vele van onze vanzelfsprekendheden dikwijls ook maar lege vormen zijn zonder enige inhoud?
Meeleven en gebed
In dit verband nog een (voorlopige) slotopmerking. Ik heb weieens sterk de indruk dat het werk van de „meerdere vergaderingen" (classis en synode) in de gemeente nauwelijks enige belangstelling vindt. Als het goed is, wordt er in de gemeente 's zondags vóórdat de Synodevergadering begint gebeden voor het werk van de hoogste
kerkvergadering en voor allen die bij die arbeid betrokken zijn. De media geven ruimschoots aandacht aan wat er ter Synode is gezegd en besloten. En toch blijkt iedere keer weer dat men zelfs niet wist dat de Synode vergaderde of dat men niet op de hoogte was van wat er behandeld werd. Is de afstand tussen de Synode en het grondvlak van de kerk dan zo groot geworden? Of is alleen al de naam Synode zó belast dat men intuïtief denkt dat van die kant toch niets goeds te verwachten is?
Men kan daarvoor de Synode aansprakelijk willen stellen en de beschuldigende vinger naar de Synode uitsteken. Men kan zichzelf ook de vraag stellen: ben ik wel genoeg bij het werk van de Synode betrokken? Heeft dat werk wel een steeds terugkomende plaats in mijn gebed? Zo niet, dan is het mede mijn schuld dat onze kerk zo vèr verwijderd raakt van de Reformatorische belijdenis. Dan wordt het: „Wij hebben God op 't hoogst misdaan, wij zijn van 't heilspoor afgegaan..."
Een volgende keer wil ik graag iets vertellen over wat de Synode ditmaal bezighield.
Wijk (bij Heusden)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1978
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1978
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's