Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begrafenisdienst ds. A. Vroegindeweij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begrafenisdienst ds. A. Vroegindeweij

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid. Hebr. 13 : 7 en 8.

De tekst voor de begrafenis van onze geliefde dode staat onder de vigeur van het Woord, dat Jezus Christus was en is en zijn zal. Hij was het voorwerp en de lof van de prediking van de voorgangers van het Oude Testament, van het Nieuwe Testament en zal dat zijn tot het eind der dagen. Hij was de inhoud van het Woord Gods, van het geloof der voorgangers, Hij is de uitkomst voor hun wandeling met Hem.

De tekst geeft aan de Hebreen, dat zijn de christenen in de verstrooiing, de christenen in de vervolging en in de verdrukking, de raad om aan die voorgangers, die reeds zijn heengegaan, soms zelfs als martelaars (zoals Jacobus, de apostel, of een andere Jacobus, die de eerste voorganger van de Jeruzalemse gemeente geweest is, welke beiden ter dood gebracht zijn) te gedenken. Leraars zijn voorgangers, die voor de gemeente uitgaan, die hen leiden, die hen besturen, die hen regeren, die hen onderrichten en vermanen. Wat doen zij niet naar eigen inzichten of overtuigingen, niet naar de menselijke wijsheid, maar naar de wijsheid Gods, die de HEERE duidelijk uitgesproken heeft: Zijn woord.

Het was een bijzondere zorg van de Heilige Geest, dat die woorden Gods te boek gesteld zijn. En het is andermaal een bijzondere zorg Gods, dat er altijd mannen geweest zijn en zullen zijn, die het Woord Gods spreken, verkondigen. Die uitgaan onder de mensen om hen het Woord Gods te verkondigen. En zo is er altijd een gemeente ontstaan, die het Woord Gods gehoord heeft uit hun mond. Zo'n gemeente was er, is er, en zal er zijn. Zalig zijn zij, die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren. Dat is een dubbele roeping: het Woord Gods te horen en bewaren. En dan mag men, dan moet men bij het Woord ook gedenken aan de voorgangers, die dat Woord spraken, die in dat Woord, in de gangen van dat Woord voorgingen. Zonder hen overigens te vereren! Men moet hen gedenken!

In hen kwam dat Woord tot u, werd dat Woord levend voor u. Daarin had elke voorganger ook zijn eigen persoonlijkheid, zijn eigen stem, zijn eigen couleur, zijn eigen gaven. Het behaagde God een Mozes, een Samuël, een Jeremia, een Petrus, een Johannes, een Jacobus, en cok elke rechte bedienaar van dat Woord een eigen stem daar in te geven. Daarom mag men bij het woord óók de voorgangers gedenken. En de veelkleurige rijkdom van Gods genade daarin aanbidden. Het zijn uw voorgangers, die u het Woord Gods gesproken hebben, die u de zaken Gods hebben bezorgd, hebben thuisgebracht, hebben toegeëigend. Gedenkt ze dus! Gedenkt ze in hun gangen door het Woord.

„En volgt hun geloof na."

Een voorganger moet een gelovig man zijn. Dat was Mozes, dat was Samuël, dat was Jeremia, dat was Petrus, dat was Johannes, dat was Jacobus; en dat moet elke voorganger, dat moet elke prediker van het Woord zijn. Hij moet geloven in God, in de Heere Jezus, in de Heilige Geest, hij moet geloven in het Woord. Hij moet geloven wat hij predikt, hij moet geloven, wat hij anderen 'predikt. — Opdat die anderen zijn geloof navolgen.

Nu is dat niet zo eenvoudig te zeggen. Eigengeaard zal het geloof geweest zijn van een Mozes, dat van een Samuël, dat van een Jeremia, eigengeaard zal het geloof geweest zijn van een Petrus, dat van een Johannes, dat van een Jacobus.

Zo is dat van elke rechtgeaarde geloofsprediker verschillend. De mate zal verschillend zijn, maar ook de aard zal verschillend zijn. Ook hier staan wij voor de rijkdom en de veelkleurige wijsheid Gods in Zijn toedelen van het heil. Zo zal er in de kerke Gods een nadere verwantschap zijn van de ene heilige tot de andere, al naar gelang iemands aard en al naar gelang de leiding, die God met hem hield, al naar gelang de weg, die God met hem ging. Maar niettemin zegt de tekst: Volgt „hun" geloof na: ' daar is toch bij alle bijbelheiligen, bij alle leraars dat gemeenschappelijke: één geloof, één Doop, één Geest. Dat is voonverpelijk zo, dat is zelfs onderwerpelijk zo. Dat kan dus van alle de bijbelheiligen, dat kan dus van alle voorgangers, leraren nagevolgd worden door allen en door een iegelijk... „Christus Jezus is toch gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid."

Daarom is ook de wandeling van de voorgangers na te volgen. Ook die is enerlei. Zij gaan in de voetstappen van de Meester, één en allemaal.

Volgt Mij na. Zijt Mijne navolgers. Zo kon de apostel zeggen: „Zijt mijne navolgers, gelijk ik van Christus." En dat kon hij van zijn ganse gemeente zeggen en ook van al zijn gmeeenten. Heeft niet de Heere Jezus gezegd: „Hieraan zult gij bekennen, dat zij Mijne discipelen zijn, zo zij Mijne geboden bewaren"? En heeft niet de HEERE al Zijn volk enerlei wet gegeven? En heeft niet de HEERE al Zijn volk enerlei hart gegeven, namelijk om Hem te vrezen? Eén volk, met één sprake ook: „Een iegelijk, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal ook Ik belijden voor Mijn Vader, Die in de heme-

len is" en ook voor Mijn heilige engelen. Hoe uw wegen dus ook mogen zijn, waar en hoe uw God u ook leidt, gij moet en gij moogt zeggen: „Gij weet mijn weg en hoe mijn wandel zij": Christus is de weg, Christus is hun weg, gisteren, in het Oude Testament, heden in het Nieuwe Testament en in der eeuwigheid dezelfde.

„Aanschouwende de uitkomst van hun wandeling."

Dc wandeling der voorgangers is een wandeling voor aller oog: in de kerk, in de maatschappij, zelfs ook „en familie", waar een pastorie een glazen huis is. Nu is de wandeling van de voorgangers niet alleen een wandeling naar Gods geboden, — dat ook — dat zeer beslist ook — maar een wandeling in het geloof. Christus is hun weg. Christus moet hun weg zijn, gisteren en heden en tot in eeuwigheid. Hier zal dat een kruisweg betekenen, zelfs mogelijk een martelaarsweg, zoals van Jacobus en van Jacobus, de voorganger van de Jeruzalemse gemeente. Elke leraar krijgt toch iets van de smaadheid van Christus te dragen.

Maar de uitkomst...! Daar is loon voor hun werk. De rechte belijder zal Hij belijden voor Zijn Vader en voor de engelen. En hun loon zal groot zijn in de hemelen. Hiér volgen hun werken reeds, in dit leven, vaak ver na hun dood. Maar in de hemelen zullen de martelaars ontvangen de dubbele kroon, de kroon der overwinning, doorvlochten met de kroon der ere. En de leraars, die er velen zullen rechtvaardigen, zullen blinken als het uitspansel.

Ds. A. Vroegindeweij heeft gediend twee gemeenten, n.1. Loon op Zand en Veenendaal, maar daarachter de grote gemeente van duizenden Mannenbonders, gedurende twintig jaren en de grote gemeente van lezers der verschillende bladen, en daarachter de hele kerk, veertig jaren.

De naam van Jezus Christus zij geprezen, zo zal de naam van deze dienaar gedacht worden. Amen.

Psalm 102 : 15 en 16.

W.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Begrafenisdienst ds. A. Vroegindeweij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's