Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het merk- en veldteken van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het merk- en veldteken van Christus

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(VI)

„Maar kan het doopwater zulke grote dingen doen? Nee! Evenmin als Mozes' staf de Schelfzee vaneen kon slaan. Maar Christus heeft het water bevolen, en zo is het Woord met het water, en is het water een teken van de levendmakende Geest van God en van Christus, van de Geest, Die genade, leven en schuldvergeving meedeelt".

God laat Zijn driemaal heilige Naam op een kind leggen. Dat gebeurt er in de doop. We vragen nu verder naar de aard van dit gebeuren. Hoe gebeurt het? Kan het doopwater op zich dit gebeuren bewerken, gebeurt het als vanzelf, dat we in de Naam van God worden ondergedompeld? Of moeten we juist daartegenover zeggen, dat het water niet meer dan een uitwendig teken is? En kunnen we in dit spoor niet zover gaan, dat we het teken, uiteindelijk, ook wel kunnen missen? We gaan nu vragen naar de verhouding van het teken (het water) en de zaak, w r aarover het gaat in de doop (Gods driemaal heilige Naam op ons leven gelegd).

Om te beginnen, kunnen we vragen naar het verschil tussen het teken de be-tekende zaak. Kort en krachtig heeft onze Heidelbergse Catechismus dit verschil onder woorden gebracht: „Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing van de zonden zelf? Nee, want alleen het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest reinigt ons van alle zonden." (vr. en antw. 72)

Wanneer dit verschil duidelijk is gemaakt, kunnen we vervolgens vragen naar het verband, de overeenkomst tussen het teken en de zaak zelf. Daarover gaat dc volgende vraag en het antwoord van onze Catechismus. Het water is een teken van het bloed, een teken van de reiniging door het bloed

en de Geest van Christus, maar dat niet alleen, het is ook meer: namelijk ook een zegel, een verzekering, dat de zaak zelf ons deel is.

De vraag naar de verhouding van teken en zaak is de gehele kerkgeschiedenis door in de bezinning op de sacramenten, dus ook in de bezinning op de doop, aan de orde geweest. Enkele hoofdmomenten uit de geschiedenis van deze bezinning willen we noemen.

De Rooms-Katholieke traditie kent hier de leer van het , , ex opere operato", vastgelegd op het Concilie van Trente. Hiermee is bedoeld, dat het teken, het water dus, in zichzelf of in eigen kracht werkzaam is. Hierbij gaat het erom, de werkzaamheid van de ontvanger van het sacrament zoveel mogelijk uit te schakelen. De sacramenten delen de genade mee, met andere woorden: de betekende zaak is zeer nauw met het teken verbonden. Toch wil dit niet zeggen, dat volgens Rome het uitwendig waterbad de afwassing van de zonde zelf is. „Men is niet verder gegaan dan de uitspraak, dat het water van de doop de genade bevat en meebrengt, en dat de sacramenten werken onafhankelijk van de ontvanger daarvan. Anders dus dan bij het avondmaal, de leer van de transsubstantiatie, waar men wèl zegt, dat de elementen na de consecratie het lichaam en bloed van Christus zijn." (H. Kakes, De doop in de Ned. Belijdenisgeschriften, pag. 86).

Van Luther zijn verschillende uitspraken bekend, waarin hij de verhouding van het Woord en het water ter sprake brengt. In zijn Kleine Catechismus zegt hij: „De doop is niet alleen eenvoudig water, maar zij is het water in Gods gebod gevat en met Gods Woord verbonden... zij werkt vergeving van zonden, verlost van dood en duivel en geeft de eeuwige zaligheid aan allen, die het geloven, zoals het Woord en de belofte van God luiden... Hoe kan water zulke grote dingen doen? Water doet het ook niet, maar het Woord van God, dat met en bij het water is en het geloof, dat Gods Woord in het water vertrouwt".

In zijn Grote Catechismus horen we woorden van dezelfde inhoud. In antwoord op de vraag, wat de doop is: „Zij is niet louter gewoon water, maar water, dat in Gods Woord en gebod begrepen en daardoor geheiligd is. Daarmee is het niets anders dan een water Gods; niet omdat het water op zich edeler zou zijn dan ander water, maar omdat Gods Woord en gebod daarbij komt". En even verderop over het doopwater:

„Daarom is het niet louter een natuurlijk water, maar een goddelijk, hemels, heilig en zalig water en hoe men het verder nog al prijzend noemen mag; alles omwille van het Woord, dat een hemels, heilig Woord is, dat niemand genoeg prijzen kan, omdat het alles heeft en kan, wat God kan en heeft. Vandaar heeft het ook zijn wezen, zodat-het een sacrament heet; zo heeft ook Augustinus geleerd: „Accedat verbum ad elementum et fit sacramentum, ", dat wil zeggen: als het Woord bij het element, bij natuurlijke stof komt, dan wordt daaruit een sacrament, dat is: een heilig, goddelijk ding en teken".

Luther zocht een tussenweg, tussen enerzijds de opvatting, dat God een geestelijke kracht in het water heeft gelegd, die de zonde door middel van het water afwast, en anderzijds de mening, dat de doop de zonden afwast, op grond van de wil van God, zó dat deze afwassing alleen door middel van de wil van God geschiedt, en niet door middel van het Woord of het water.

In een dooppreek over Matth. 3 : 13 — 17 gebruikt Luther het beeld van gloeiend ijzer, dat niet alleen ijzer is, maar ijzer en vuur, en ook het beeld van gesuikerd water. God heeft Zijn Woord, Zijn Naam in het water verborgen, waarmee vervlochten, zodat het met de Naam van God, het Woord gemengd is. De Naam van God is in het water!

In zijn Catechismus van Genève heeft Calvijn een heldere, evenwichtige uitleg gegeven van de vraag naar de verhouding van het Woord en het water.

Enerzijds bewerkstelligt niet het water de afwassing van onze zielen. „Nee. Deze is alleen mogelijk door het bloed van Christus, dat vergoten is om al onze smetten af te wissen en ons rein en onbesmet voor God te stellen. Dit wordt aan ons vervuld wanneer onze gewetens worden besprenkeld door de Heilige Geest. Het sacrament geeft ons echter de verzekering daarvan". Het water is dus een beeld, een teken van het bloed van Christus en van de Geest van Christus, maar dat niet alleen; want anderzijds: „Het is er een beeld van, maar zo, dat de werkelijkheid er mee verbonden is. Gods beloften zijn nooit zonder inhoud. Daarom staat het vast, dat ons in de Doop de vergeving der zonden wordt aangeboden en wij haar ontvangen".

God Zelf in Christus is het, Die door dit teken tot ons spreekt, en Hij is het, Die reinigt, maar op deze wijze doet Hij het: „Dat Hij dit, zeg ik, zo waarachtig en zeker inwendig aan onze ziel verricht, als wij zeker zien, dat ons lichaam uiterlijk afgewassen, ondergedompeld en omgeven wordt. Want deze analogie of deze gelijkenis is de zekerste regel van de sacramenten: dat wij in de lichamelijke dingen de geestelijke aanschouwen, evenals ze zich voor onze ogen bevonden, daar het de Heere goedgedacht heeft, ze door dergelijke figuren voor ogen te stellen. Niet omdat dergelijke genadegaven aan het sacrament gebonden of er in gesloten zijn, om ons door de kracht van dat sacrament geschonken te worden, maar slechts omdat de Heere ons door dit teken zijn wil betuigt: namelijk, dat Hij ons dit alles wil schenken. En Hij voedt niet alleen onze ogen door het blote schouwspel, maar Hij voert ons tot de zaak zelf en vervult tegelijkertijd doeltreffend, hetgeen Hij afbeeldt (Inst., IV, XV, 14).

In het spoor van Calvijn vinden we dan de vertolking van de Heidelbergse Catechismus en de Ned. Geloofsbelijdenis (art. 34).

Op deze wijze is in de doopleer de ruimte geschapen voor het werk van de Heilige Geest. In de calvinistische traditie kan de leer van de Heilige Geest zich ontplooien in verband met de doopleer. De Geest is wel gebonden aan het teken, de Geest wil

daar zijn, waar het bloed is, en waar het teken van het bloed is, maar is tegelijk daarin niet opgesloten. Zoals Kohlbrugge het uitdrukt: „Christus heeft het water bevolen, en zo is het Woord met het water, en is het water teken van de levendmakende Geest van God en van Christus, van de Geest, Die genade, leven en schuldvergeving meedeelt".

Wat gebeurt er in de doop? De doop wordt werkzaam door het werk van de Heilige Geest in het geloof. „Zo houden wij het ervoor, dat, hoewel het water een vergankelijk element is, het daarom toch niet ophoudt, ons in waarheid de inwendige wassing van onze ziel in het bloed van Jezus Christus door de werking van Zijn Geest te betuigen". (Conf. Gallicana, art. 38). Het werk van de Geest is de brug, geslagen tussen Christus en de dopeling. En dit werk van de Geest voltrekt zich in de vrijheid van de Geest, waarin de Geest uit Christus neemt om ons te verkondigen, zodat het gebeuren van de doop zich voltrekt op de wijze van de Geest. Dat wil zeggen: over ons gehele leven, wat de werkzaamheid van het geloof betreft, zich uitstrekt.

Dit opengelegd worden van het gebeuren van de doop tot op het werk van de Geest, kan ook voortkomen een ongewenste verzelfstandiging van het doopgebeuren. Een spreken over het water op zich, los van de gegeven verbanden. Vandaar dat het spreken over het teken en de zaak ook als dogmatische verheldering, altijd in het leven, het volle leven haar plaats heeft. En dan is de zaak, die bedoeld wordt, niet minder dan het volle heil in de drieënige God. De zaak is de Persoon, Die in het midden staat, en Zichzelf hier, ook in dit teken wegschenkt: Christus! In Christus springt het geheim van de levende God open. Zoals Calvijn weergeeft: „Want alle gaven Gods, Die in de doop worden voorgesteld, worden in Christus alleen gevonden. En toch kan het niet geschieden, dat hij, die in Christus doopt, niet tegelijkertijd de naam van de Vader en van de Geest zou aanroepen. Want daarom worden wij door Zijn bloed gereinigd, omdat de barmhartige Vader ons naar Zijn onvergetelijke goedertierenheid in genade willende aannemen, deze Middelaar in het midden heeft gesteld, om voor ons bij Hem gunst te verwerven. En de wedergeboorte verkrijgen wij eerst dan van Zijn dood en opstanding, indien wij, door de Geest geheiligd, vervuld worden met een nieuwe en geestelijke natuur. Daarom verkrijgen wij en zien wij in zekere zin onderscheiden de oorzaak zowel van onze reiniging als van onze wedergeboorte in de Vader, de materie in de Zoon en de uitvoering in de Geest" (Inst., IV, XV, 6).

De vraag, wat gebeurt er in onze doop, en de vraag naar de verhouding van het teken en de zaak, het water en het Woord vindt haar antwoord in een voluit trinitarische theologie. De ruimte van de Naam van de levende God, zoals Calvijn bij zijn uitleg van Matth. 28 : 19 laat klinken: Niet zonder reden geschiedt hier de uitdrukkelijke vermelding van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, omdat andere de kracht

van de doop niet kan worden bevat, dan wanneer het begin gemaakt wordt van de vrijgunstige barmhartigheid van de Vader, Die ons door Zijn eniggeboren Zoon met Zich verzoent, en voorts Christus in het midden treedt met het offer van Zijn dood en eindelijk ook de Heilige Geest er bij komt, door Welke Hij ons afwast en wederbaart en ons alzo al Zijn goederen deelachtig maakt".

Hieruit vloeit dan voort de vraag naar de levenshouding van de dopeling tegenover dit werk van de Geest, namelijk de houding van geloof of van ongeloof. Daarover een volgende keer.

Wat gebeurt er in de doop?

Schenkt het water zelf de reiniging en het eeuwige leven?

„Nee", belijdt Kohlbrügge, „maar onze Heere heeft de doop bevolen als een teken en zegel, dat ik, krachtens Zijn Woord, zo waarachtig van de toekomende toorn gered, en met Zijn genade bedekt en overgoten ben, als ik met het water van de doop besprengd werd, — dat ik ook zo waarachtig van mijn zonden gereinigd en in het leven uit God overgegaan ben, als de wassing met water aan mij voltrokken werd."

E.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het merk- en veldteken van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's