Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet samen op weg!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet samen op weg!

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze lezers weten dat er in hervormd gereformeerde kring een grote reserve bestaat ten aanzien van de „beweging" die zich aandient onder de naam „Samen op weg", waarmee men dan bedoelt het samengaan van de hervormde en de gereformeerde kerken.

In de diepste grond van de zaak is dit een ernstig feit. Want het zou immers voor alle hervormden een blijde dag moeten zijn wanneer de breuk van 1834 die we kennen onder de naam Afscheiding en de scheur van 1886 die de Doleantie wordt genoemd, geheeld zouden worden. En dat zou ook inderdaad een blijde dag zijn, wanneer men was blijven staan voor de zaak waarom men de hervormde kerk heeft verlaten, wanneer men trouw gebleven was aan de gereformeerde belijdenis. De mannen van de Afscheiding hebben destijds verklaard dat ze zich weliswaar afscheidden van de hervormde kerk omdat deze niet langer gehoorzaam was aan het Woord Gods en niet langer leefde naar de gereformeerde belijdenisgeschriften, maar dat ze zouden wederkeren tot die kerk wanneer openbaar zou komen dat de hervormde kerk wedergekeerd zou zijn tot Schrift en belijdenis.

Het is een betreurenswaardig feit dat de gereformeerde kerken in de laatste tientallen jaren ook tot een modaliteitenkerk zijn geworden, waarin allerlei vrijzinnige en midden-orthodoxe tendenzen openbaar komen en de „nieuwe theologie" ook grote aanhang vindt. Men hoeft een blad als „Waarheid en Eenheid" maar te lezen, het blad van de gereformeerde verontrusten, om met de neus op deze feiten gedrukt te worden. En hoe heel anders is men begonnen. Men heeft immers de hervormde kerk destijds verlaten omdat men meende niet langer bij die kerk te kunnen behoren, ook terwille van het nageslacht dat immers door allerlei wind van leer op verkeerde wegen zou worden gevoerd en op onbijbelse paden zou worden geleid. We hebben dezer dagen nog eens zitten lezen in het verslag van de kerkelijke vergadering waarin besloten werd dat de kerken van de Afscheiding en van de Doleantie zouden samengaan tot één kerk. Dat was in 1892. Toen reeds waren er van de christelijk afgescheiden kerk, die met deze vereniging niet konden meegaan, waaruit de Christelijke Gereformeerde Kerken zijn geboren. Maar afgezien daarvan, uit het verslag kan men duidelijk opmaken dat men' een kerk wilde zijn die trouw was aan de Bijbel als Gods Woord en aan de gereformeerde belijdenis van de reformatie.

Maar wanneer we in dit artikel een en ander willen schrijven over „Niet samen op weg!" dan willen we het niet hebben over de bezwaren die er in de hervormd gereformeerde kring bestaan, maar over een brochure, die reeds enkele maanden in ons bezit is en waarin de vrijzinnige emeritus-predikant Ds. L. J. van der Kam meedeelt dat hij afgehaakt heeft van de hervormde kerk die hij tevoren gediend heeft, en nu is overgegaan naar de Doopsgezinden. En hij is tot dit besluit gekomen omdat hij niet „samen op weg" kan gaan met de gereformeerde kerken. Hij zegt er van: „De belijdenisgeschriften zijn in de gereformeerde kerken nooit afgeschaft of op non-actief gezet. Welnu, dan is het ook niet eerlijk om samen-opweg te gaan, wanneer men ze niet aanvaarden wil. De basis ontbreekt dan. Laten we als kerken voor alles eerlijk zijn en niets verdoezelen. Daarmee lopen we op den duur beslist vast omdat het een struisvogelhouding is. Wij als humanistische christenen komen in een dwangpositie wanneer we zouden moeten samengaan met hen die de drie Formulieren van Enigheid willen handhaven en reeds ondertekend hebben..."

En dan blijkt dat Ds. L. J. van der Kam enkele belangrijke leerstukken van de (hervormde) kerk niet kan handhaven: de leer van de Drieëenheid, de historische val van Adam en de satisfactie-leer, de leer der verzoening door genoegdoening door het offer van Christus. We vinden het eerlijk van deze emeritus-predikant dat hij niet langer tot de hervormde kerk kan behoren, maar eigenlijk zou zijn besluit al veel eerder gevallen moeten zijn. Immers wat hij hierboven verwerpt is duidelijk de leer van de hervormde kerk. Die kerk is geboren in de tijd van de reformatie en de belijdenis die we in de Drie Formulieren van Enigheid vinden is diezelfde leer der reformatie waarvoor zoveel martelaren hun bloed hebben gegeven. Ze hebben met hun martelaarsdood die gereformeerde leer bezegeld. En het is diezelfde belijdenis die in artikel 10 van de hervormde kerkorde wordt genoemd. De gereformeerde belijdenisgeschriften worden daar uitdrukkelijk genoemd als de belijdenis van de hervormde kerk. In gemeenschap met die gereformeerde belijdenis heeft men in de hervormde kerk te preken en te onderwijzen. Er is voor een vrijzinnig predikant geen plaats wanneer hij let op de belijdenis van die kerk, wanneer hij aandacht geeft aan artikel 10 van haar kerkorde. Daar wordt immers duidelijk gesteld dat de kerk weert al wat haar belijden weerspreekt. En wanneer het werkelijk tot een samengaan zou komen van de hervormde en de gereformeerde kerken, dan zien we echt niet dat men in die verenigde kerk meer zou opkomen voor het recht van de gereformeerde belijdenis dan men nu in de hervormde kerk doet.

Trouwens ds. Van der Kam ziet in de hervormde kerk van nu reeds een "enorm opkomende vloed van gereformeerde bonders en confessionelen, zodat men theologisch een sterke verrechtsing ziet. Hij ziet zelfs een greep naar de macht in de hervormde synode en in de lagere regionen van de kerk. Wanneer men op de werkelijkheid let en eens een vergadering van de generale synode meemaakt dan weet men echter wel beter. Zeker, de rechtervleugel van de kerk is te zwak vertegenwoordigd in de synode, maar het is toch nog een sterk middenorthodox machtsblok, dat dan wel geen rechte vertegenwoordiging van de kerk is, maar dat wel de lakens uitdeelt. Maar in de grond van de zaak heeft ds. Van der Kam hierin gelijk dat, wanneer men zich in de kerk zou houden aan haar leefregel, wanneer men in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de gereformeerde belijdenis zou preken en onderwijzen, er geen plaats meer zou zijn voor een prediking die daar lijnrecht tegen in gaat. Zeker, er zijn kerken die geen belijdeniskerk willen zijn. Ds. Van der Kam zegt: „Ze willen hun geloof wel belijden, maar ze willen geen menselijk belijdenisgeschrift (formulier) bindend aanvaarden en laten ondertekenen. Deze kerken hebben dan ook grote bezwaren tegen het Apostolicum, als geloofsbelijdenis van deze tijd... Wat moet de moderne mens verstaan onder een ledig graf (opstanding ten derden dage), onder de hemelvaart, onder de opstanding des vleses, onder de wederkomst, onder het zitten ter rechterhand Gods..."

Het is dan ook duidelijk dat ds. Van der Kam de fundamenten van de kerk aantast en de heilsfeiten verwerpt. In de hervormde kerk zijn er zo nog veel meer. Maar zij blijven rustig hervormd. We kunnen dan toch meer waardering opbrengen voor een houding als die van deze emeritus-predikant, die zegt: tot zo'n kerk kan ik niet blijven behoren. „Van samen-op-weg gaan kan dus geen sprake zijn, waanneer van totaal verschillende grondbeginselen wordt uitgegaan. Er moet eerst een gemeenschappelijke basis zijn waarbij het redelijk denken, met andere woorden het resultaat van de wetenschap, inclusief is. Laten wij accepteren dat wegen uiteenlopen of lang geleden al uiteengelopen zijn en nu parallel lopen."

We willen ds. Van der Kam volkomen recht doen in zijn verantwoording van zijn stap om de hervormde kerk te verlaten. Hij komt op voor een christelijk humanisme, maar hij verwerpt het humanisme als zodanig zonder meer. Het humanisme zonder meer berust volgens hem op de grondstelling: de mens is de maat van alle dingen. Hierbij geldt dus de autonomie, dat de mens zichzelf de wet" stelt. De norm voor goed en

kwaad haalt hij uit zichzelf. Hij vindt deze weg erg gevaarlijk, omdat ze volgens hem gemakkelijk tot nihilisme kan leiden. Daarom kiest hij voor een christelijk humanisme. „Niet de mens is baas, maar Gods geestelijke Woord en Gods Heilige Geest geven, na nauwgezet graven in de achtergrond van de Bijbelse Boodschap en na nauwgezet luisteren door middel van het gebed, leiding aan mens en maatschappij..." Maar bij deze opvatting beslist de mens tenslotte ook zelf, daarom wordt hier terecht gesproken van „humanisme". De mens kiest dan ook uit de Bijbel wat hem past.

Dat ds. Van der Kam tot de Doopsgezinden is overgegaan wordt door hem nader verklaard uit de doopsgezinde wortels van zijn voorgeslacht. We kunnen begrijpen dat hij tot een dergelijke keuze is gekomen. Daar moet deze christen-humanist zich thuisvoelen. In een kerk met een gereformeerde belijdenis, zoals de hervormde kerk is, hoort hij als vrijzinnig predikant ook niet.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Niet samen op weg!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's