Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aflossing van de wacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aflossing van de wacht

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Natuurlijk hebben we het wel zien aankomen, maar het zal toch velen nog een schok hebben gegeven, dat Ds. W. L. Tukker, ook onder onze lezers zo geacht en bemind, het voorzitterschap van de gereformeerde bond neergelegd heeft. Met grote bekwaamheid heeft hij leiding gegeven aan ons hervormd gereformeerde volk en daarbij een vaste koers gevolgd. Hij werd daarbij gedreven door een grote liefde tot de kerk der vaderen en tot de gereformeerde belijdenis van die kerk der reformatie. Hij was vervuld van een diepe eerbied voor de Heilige Schrift waarin de Drieënige God Zich heeft geopenbaard, en hij heeft telkens weer gewezen op de noodzakelijkheid die God te kennen en te vrezen en te dienen. En daarbij heeft hij geregeld gewezen op de onmisbaarheid van het werk van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, ook weer in zijn openingswoord van de jaarvergadering van de gereformeerde bond, die verleden week gehouden is en dat hij voor de laatste maal als voorzitter heeft uitgesproken.

In zekere zin kunnen we bij het aftreden van Ds. W. L. Tukker als voorzitter spreken van het afsluiten van een tijdperk in de geschiedenis van de gereformeerde bond. Dat tijdperk is begonnen in 1940 toen Ds. M. van Grieken het voorzitterschap na een lange periode neerlegde. Hij had in die jaren veel tegenstellingen opgeroepen zodat er nogal wat strijd en broedertwist gevonden werd in de eigen kring. Ook in ons blad verschenen toen nogal veel artikelen met 'n polemisch karakter omdat wel tegen bepaalde tendensen in 't beleid moest worden gewaarschuwd. Maar. wanneer in april 1940 de voorzittersplaats door prof. dr. J. Severijn wordt ingenomen, die vele jaren ook aan ons blad heeft meegewerkt, breekt er een nieuw tijdperk aan in de geschiedenis van de gereformeerde bond. Ds. J. J. Timmer schreef ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de organisatie: „Ik, die de geschiedenis van de Gereformeerde Bond vanaf 1928 als lid van het hoofdbestuur heb meegemaakt, en op enkele maanden na de functie van secretaris vijfentwintig jaar heb vervuld, mag naar waarheid zeggen, dat er onmiddellijk onder dé leiding van de nieuwe voorzitter een nieuw tijdperk is aangebroken. Onder zijn voortreffelijke leiding mochten we van de aanvang af bespeuren, dat de leiding in een vaste hand was. Er was nu grote eensgezindheid in het hoofdbestuur. En dit is van 1940 gebleven tot op de huidige dag... Nu komt weer de tijd van samenbinding, de tijd van het dempen van kloven tussen mensen, die bij elkaar hoorden, maar door broedertwist van elkaar waren gescheiden".

We durven gerust te stellen dat in dit nieuwe tijdperk van de gereformeerde bond een steeds grotere geestelijke kracht is uitgegaan in het midden van de hervormde kerk, een geestelijke kracht die zelfs uitgestraald is ver over de grenzen van die kerk heen. En daar moet het ons in de diepste grond van de zaak om gaan. Het moet ons niet te doen zijn om een machtspositie, maar het moet ons gaan om de verdediging en verbreiding van de waarheid. Het moet ons gaan om de heerschappij van de Koning van de kerk, Die Zijn gemeente leidt en regeert door Zijn Woord en Geest. We leven in een tijd van grote afval, van verwatering van allerlei beginselen, van verschraling van het geestelijk leven. Vandaar dat we alleen maar blij en dankbaar kunnen zijn dat er in onze kerk zo'n geestelijke werkplaats bestaat, die in de laatste tientallen jaren niet aan diepte en kracht heeft ingeboet, maar veeleer heeft gewonnen, juist door het samen optrekken tegen de geest van deze tijd en het eensgezind staan achter de gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als Gods Woord en het belijden van de gereformeerde belijdenis, zoals die in de dagen van de reformatie geboren is in de kring van hen die onvoorwaardelijk voor dat Woord Gods hebben willen buigen en die daarvan getuigenis hebben willen afleggen.

Prof. Dr. J. Severijn is inderdaad van grote betekenis geweest voor de plaats die de gereformeerde bond thans in ons midden, maar ook in het midden van de kerk, inneemt. Zijn profetisch getuigenis, zijn persoonlijke geestelijke beleving, zijn steile afhankelijkheid van God, zijn onverschrokken opkomen tegen allerlei theologische dwalingen voor de heerschappij van Gods Woord, zijn grote kennis van zaken en zijn diep inzicht in de waarheid Gods, zijn grote geleerdheid en daarnaast zijn kinderlijke eenvoud in de zaken van het geloof, hebben zijn stempel gedrukt op het tijdperk in de geschiedenis van de gereformeerde bond dat in 1940 is begonnen. En hij heeft daardoor ook iets nagelaten dat we een geestelijke erfenis kunnen noemen, die de opvolgers van hem als voorzitter hebben meegedragen, eerst Ds. G. Boer, die ons al vroeg ontvallen is en daarna

Ds. VV. L. Tukker, die dan nu als voorzitter heengaat. Zeer bewust hebben we deze bijna veertigjarige periode meegemaakt, na eerst nog midden in het strijdgewoel gestaan te hebben, waardoor men eigenlijk alleen maar verdrietig gestemd kon worden. En met steeds grotere dankbaarheid en verwondering hebben we de geestelijke groei van de gereformeerde bond gevolgd, die begon met dat nieuwe tijdperk waarover de onlangs overleden Ds. J. J. Timmer schreef.

En aan die geestelijke groei heeft ook Ds. W. L. Tukker mogen werken. En zijn werk is niet ongezegend gebleven. Daarom hebben de drie voorzitters vanaf 1940 zoveel betekend voor ons hervormd gereformeerde volk niet alleen maar ook voor de gehele kerk. Daarvan heeft ook Ds. G. Spilt, de praeses van de generale synode nog getuigd, toen hij de vergadering van de gereformeerde bond verleden week toesprak. Hij wees er op datvoor de synode de gereformeerde bond vaak een lastige groep is. Toch was de synode dankbaar dat het werk van deze hoogste vergadering van de kerk zo begeleid wordt door de gereformeerde bond ook in de persoon van zijn voorzitter. Daar komt immers een hartelijke en diepe liefde voor de hervormde kerk in openbaar. Vanuit die liefde wordt openhartig gesproken. Mede namens de synode sprak Ds. Spilt het uit dat hij diep onder de indruk was van dc gaven die Ds. Tukker bezit en die hij gebruikt heeft ook op het erf van de kerk. In zijn antwoord sprak Ds. Tukker de hoop uit dat de afvaardiging naar de synode in de toekomst zo zal worden dat door de synode inderdaad de meelevenden van de kerk vertegenwoordigd zullen worden. Verder wees hij er op dat het werk van de synode zich dient te richten op artikel 10 van de kerkorde, waar immers gesproken wordt over de gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en de gemeenschap met de belijdenis der vaderen. Daar moet de synode zich aan houden en de principia van de kerk dienen in de vergaderingen van de synode besproken te worden.

Hierboven schreven we dat we bij het neerleggen van het voorzittersschap door Ds. W. L. Tukker in zekere zin zouden kunnen spreken van het einde van een tijdperk. Toch doen we dat niet en met opzet hebben we boven dit artikel gezet: Aflossing van de wacht. Want zeker, een jongere generatie neemt nu de leiding over. Maar we hopen en vertrouwen — en we menen dat we voor die hoop en dat vertrouwen ook alle grond mogen hebben — dat het beleid zoals het sinds 1940 is gevoerd ook nu zal worden voortgezet. Dc nieuwe voorzitter, Ds. L. J. Geluk, heeft er op gewezen dat het in ons optreden als gereformeerde bond nooit mag gaan om onze eigen zaak, maar dat het onze taak is om de hervormde kerk er telkens op te wijzen en geregeld aan te herinneren dat zij kerk des Heeren dient te zijn en daarom ook in gehoorzaamheid aan het Woord des Heeren dient te wandelen.

We willen ook hier onze grote dankbaarheid uitspreken voor de wijze waarop Ds. W. L. Tukker het voorzitterschap van de gereformeerde bond heeft bekleed en daarmee leiding gegeven heeft aan ons hervormd gereformeerde volk. We weten dat het geen gemakkelijke taak voor hem is geweest en dat het hem ook lichamelijk veel gekost heeft. Toch heeft hij in grote trouw op deze post willen dienen zolang het maar mogelijk was. W 7 e weten niet hoelang de Heere hem nog wil gebruiken in Zijn dienst in de kerk hier op aarde. Maar we willen hem toch graag daarbij Gods kracht en zegen toebidden. We zijn zo afhankelijk van de Heere onze God, maar daarbij mag toch ervaren worden dat Gods kracht in zwakheid wordt volbracht. En het is rijk en groot wanneer we dit mogen ervaren, en wanneer we ons hele leven mogen geven in de hand des Heeren, Die rijk is in barmhartigheid en groot in genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Aflossing van de wacht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's