Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beproeft alle dingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beproeft alle dingen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN PASTORALE BRIEF

, , Beproeft alle dingen; behoudt het goede. Onthoudt u van alle schijn des kwaads". 1 Thess. 5 : 21 en 22.

Misverstand

Laten we daarmee beginnen ten aanzien van bovenstaande woorden. Om een bekend misverstaan van deze tekst uit de weg te ruimen. Velen lezen: onderzoekt alle dingen, behoudt het goede. Daarmee wil men dan zeggen: een mens moet van alles en nog wat kennis nemen in z'n leven. Om iets billijk te kunnen beoordelen moet je er geweest zijn of het gezien en zelf gehoord hebben. Ga daarom rustig overal heen als christen, zeker als je nog jong bent. Want er staat immers...? En dan zegt men: onderzoekt alle dingen. Maar dat staat er helemaal niet en dat wordt ook helemaal niet door de apostel bedoelt. Hij wil helemaal geen vrijbrief geven om met heel je hebben en houden in de wereld te duiken en zo op zoek te gaan of daar „het goede" te vinden zou zijn. Hoe zou dat kunnen van een wereld waarvan geschreven staat dat ze in het boze ligt. We mogen dus van „beproeven" geen „onderzoeken" maken en van „alle dingen" niet „alles wat wij denken dat er bedoeld wordt". We moeten, als trouwens altijd met elke tekst, letten op het verband waarin het staat. Dat zal het misverstaan van onze woorden hopelijk doen ophouden.

Wat dan wel?

Van de vorige keer weten we nog wel dat de apostel heeft gewaarschuwd om de werkingen van de Heilige Geest in de gemeente van Thessalonica niet te blussen, niet te doven. Uit reactie tegen overspannen Geestesuitingen, tegen geest-drijverij, kwam de neiging op om dan maar alles wat daarop leek weg te bannen. Om iedere blijk van werk van de Geest uit te doven.

Pas op, zegt Paulus, blust de Geest niet uit en veracht inzonderheid de profetie niet. Dat is toch wel de voornaamste activiteit van de Geest: e profetie. De verkondiging, de verklaring, de duiding en de toepassing van het Woord Gods. Elders heeft de apostel de profetie één van de gaven van de Heilige Geest genoemd (1 Cor. 12 : 10). Maar niet alleen de profetie. Een veelheid van gaven en werkingen vermeldt Paulus. De Geest was als een fontein die naar alle kanten verschillende gaven uitgoot over de gemeente. Een rijkdom en een hoeveelheid in overeenstemming met de rijkdom die er in God Zelf is. Maar als altijd, wat echt is, wordt ook nagemaakt en nagedaan. Vandaar de vermaning: eproeft alle dingen. Dat wil in dit verband zeggen: lles wat zich aandient als werk van de Geest, alles wat de predikers zeggen. „Alle dingen" wordt door het verband waarin de tekst staat, dus duidelijk begrensd.

Alle dingen namelijk die zich aandienen als voortkomend uit de Heilige Geest. Alle dingen die geschieden binnen het kader van de gemeente. Alle dingen die te maken hebben met de dienst der verzoening binnen de gemeente. Beproeft die dingen. Dus, de gemeente is niet passief in de ogen van de apostel. Ze hoeft maar niet gelaten over zich te laten komen wat haar gezegd en verkondigd wordt. Nee, ze heeft een taak, noem het een roeping: eproeft. Dat wil zeggen: oetsen. Er zit zelfs de notie in van: xamen, test, onderzoek. De Kanttekeningen zeggen dan: eproeft alle dingen namelijk die u van de leraars voorgesteld worden, aan de toetssteen van Gods Woord. Dus, dat toetsen vindt geen maatstaf in persoonlijke smaak of willekeur, maar in Gods Woord. Ze wijzen dan naar het bekende voorbeeld in dit verband: e gemeente in Berea (Hand. 17 : 10-11). Die van Berea waren edeler dan die van Thessalonica, dus dan de gemeente aan wie deze woorden gericht zijn. Waarom dan? Wel, als ze Paulus hadden horen preken, dan ontvingen ze het woord met alle toegenegenheid en onderzochten dagelijks de Schriften of deze dingen alzo waren. Dat moeten ze in Thessalonica ook doen. Beproeven de dingen die zich aandienen als Geesteswerk. Beproeven de profetie die ze verkondigd wordt. Beproeven, dat wil zeggen, leven uit de Schrift, zich houden aan het Woord des Heeren. Daar heeft de gemeente zich aan te houden. Daar heeft ook de prediker zich aan te houden. Daar heeft de gemeente de prediker aan te houden. Daar hebben we elkaar steeds aan te houden. Daar staat geschreven: eproeft alle dingen!

Er was toen veel wat leek op Geesteswerk en wat door de gemeente getoetst moet worden. Het is er ook vandaag. Met name ook op het terrein der prediking. Je hebt weieens de gedachte: hoe extremer des te meer vindt men het uit de Geest. „Dat hebben we nog nooit gehoord!" is dan de reactie. En dat doet het 'm. Hoe aparter hoe gereformeerder, vinden sommigen blijkbaar. Er is niets nieuws onder de zon. De apostel zou zeggen: beproeft alle dingen. Beluister de prediking maar op de maat van de Schrift en niet naar de spitsvondigheid of dwaasheid van een prediker. De onkunde is ook onder ons zo groot. Vandaar dat men een prediking die schriftuurlijk is als oppervlakkig betitelt. Welk een Geest-eloósheid vaak, waar men de mond vol heeft over de Geest, maar eigen geest bedoelt. Beproeft alle dingen. Onderscheidt de geesten die in mensen en predikers wonen. Scheiding brengt het Woord. Johannes waarschuwde er tegen: Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten of ze uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in deze wereld. En die valse profeten zijn echt niet alleen maar vrijzinnigen. Die heb je ook onder de rechtzinnigen. De laatste zijn wellicht gevaarlijker omdat ze de schijn van waarheid hebben. Samen vallen we onder de kritiek, onder de „proef van het Woord".

Alleen zo

Overigens bedoelt de apostel niet een kritisch negativisme. Van alles en nog wat afkeuren en de nek omdraaien. Die zijn er ook. Die hebben altijd en overal wat tegen in te brengen. Niets deugt er en niemand, dan alleen zij zelf. Nee, beproef alle dingen. Niet met de bedoeling om dan te zeggen: het is allemaal niets. Maar , , behoudt het goede". Voor „behouden" staat letterlijk „vast-houden". Het goede. Je kan dat duidelijker vertalen met: het echte, dat wat niet gemaakt is. Wat niet nagemaakt, geimiteerd is. U moet denken aan de gaven van de Geest in en aan de gemeente. Wat van de Geest afkomstig is, dat is goed, dat is echt. Maar wat niet van de Geest afkomstig is, is niet goed, is niet echt. Dat moet de gemeente dus beproeven. Daar moet ze steeds op bedacht zijn bij alles wat zich aan haar en onder haar aandient als zijnde afkomstig van de Geest. Is dat wel waar? Zij kan dat omdat haar de Geest gegeven is en omdat de Geest in haar woont. De Geest in haar is het die ze de geesten doet beproeven. En het gevolg moet dan zijn: houdt het goede vast. Behoudt wat van Gods Geest afkomstig is.

Het goede is dus niet hetzelfde als wat ik graag hoor of graag zie. Het goede valt niet samen met mijn persoonlijke voorkeur of smaak. Het goede is niet hetzelfde als wat „men" graag hoort. Ook niet wat „men" altijd heeft aangezien voor Geesteswerk. Ook hier ligt het criterium van wat uit de Geest is weer in het Woord. Het Woord dat vol is van de Geest kan ons hier leren wat „het goede, het echte" is. Dat moet de gemeente vasthouden. Er worden immers zoveel pogingen ondernomen om het haar toebetrouwde pand te ontroven. Er zijn zoveel aanslagen van de geest uit de afgrond die de gemeente Gods het goede van Gods Geest poogt te ontnemen. Dat kan op allerlei manieren. Dat kan door grove dwaling en leugen zijn. Het kan ook onder het mom en onder de schijn van de waarheid zijn, dat toch de gemeente het goede Woord Gods ontnomen wordt. En in beide gevallen klinkt het vermaan: behoudt het goede, houdt het goede vast. Laten we dat elkaar ook in onze vaak verwarrende tijd doorgeven. Beproeft al wat zich aandient als komende van Gods Geest. Neem niet alles maar klakkeloos aan omdat een befaamde prediker het zegt of omdat een man of vrouw van aanzien het zegt. Nee, beproef dat en laat de proefsteen Gods onfeilbaar Woord zijn. En houdt dan vervolgens vast het goede, het echte van het werk Gods door Zijn Geest. Houdt wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.

Geheelonthouding

Met vers 22 sluit de apostel zijn verma-

ningen van de eerste zendbrief af. De Statenvertaling heeft: Onthoudt u van alle schijn des kwaads". Terechte bezwaren zijn geuit tegen dat woordje „schijn". Omdat het oorspronkelijke woord geen „schijn" betekent, maar: vorm, gedaante, uiterlijk. De apostel bedoelt te zeggen dat de gemeente zich afzijdig moet houden van iedere vorm van kwaad. De Kanttekeningen zeggen bij hun vertaling: dat is veel meer dan alleen maar zich onthouden van het kwaad zelf. Zelfs waar de schijn van het kwaad ook maar is, daar van moet de gemeente zich onthouden. Op zichzelf is dat een waar woord. En door een ieder van ons ter harte te nemen. Al wie de ere Gods lief heeft gekregen, zal er elke dag voor beducht zijn die ere Gods niet te besmeuren doordat hij of zij in zijn of haar levenswandel iets ten nadele daarvan zal zeggen of doen. Dan worden we bang voor het kwade, ook waar er maar een schijn van kwaad in lijkt te zijn. Dan worden we een mens die gedurig vreest namelijk om God te ont-eren. Maar Paulus gebruikt niet het woord „schijn", maar „vorm, gedaante". En dat is wat anders. Bij „schijn" kunnen we ons vergissen. Dat je moet zeggen later: het was maar schijn. Maar bij vorm, gestalte, gedaante kunnen we ons niet vergissen. Dat is duidelijk. Dat is het kwade. Er staat letterlijk: het slechte, het verdorvene. Wat bedoelt Paulus dan met het kwade, het slechte? Een uitlegger laat ook dit vers slaan op het verband (Bolkestein): „De gemeente moet zich verre houden van elke vorm van het boze, slechte profetie, onbeheerste glossolalie (— tongen taal, J.M.) en wat voor geestesuiting er ook mag zijn". Daar zit veel waars in. Het kwade zit soms ook verpakt in wat zich aandient als van de Geest afkomstig en door de Geest geleerd. Daar gaat de schijn toch weer meespelen van de statenvertaling. Er is zoveel schijn. Onthoudt u van die schijn van het kwade, het slechte. Het bederf van het beste is ook hier beslist het slechtste.

Toch zou ik het durven uitbreiden. De gemeente van Christus heeft zich te onthouden van elke vorm van kwaad. En laten we dan dat woord „kwaad" maar een brede uitleg geven. Niet alleen maar in de sfeer van het kwade in huis en keuken, dat ook. Maar ook het kwade in de samenleving, in de wereld waarin wij staan en leven, het kwade ook in de omgang met elkaar als kerken, zeker als het broeders geldt van hetzelfde huis. Onthoudt u. van alle vorm van kwaad.

Wat een opdracht. Wie komt hem na? Alleen hij of zij die Hem kennen mag door genade die van het kwade nimmer werd overheerst. Die het kwade meed en nimmer deed. Die voor al het kwaad de kruisdood stierf om thans het goede aan Zijn Kerk te schenken. Waar we Zijn beeld gelijkvormig worden gemaakt door de Geest van Christus, daar gaan we ons meer en meer onthouden van elke schijn, maar ook van elke vorm van het kwaad. Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen we nog in dezelve leven? Der zonde dood, maar Gode levend door Jezus Christus. Hij was „echt".

En dan niet alleen in de zin van: echt mens en echt God. Maar ook „echt" in de zin van: volledig betrouwbaar. Hij was zoals Hij sprak. Zijn woorden zijn dan ook woorden van het eeuwige leven. Al wat Hij sprak en al wat Hij spreekt, want Hij spreekt nog, is betrouwbaar. Zijn woorden hebben ons onderzoek niet nodig. Ze hebben onze keuring en goedkeuring niet nodig. En zit het daar niet menigmaal op vast.

Woorden van mensen en van predikers worden geslikt als waren het hoofdpijntabletten. Maar de woorden van Hem die toch zo eeuwig betrouwbaar is, worden getest en vervolgens verworpen. Blus daarom de Geest in uw leven niet uit, door het Woord Gods te verachten. Beproef vervolgens al wat u hoort en leest van mensen, maar buig u voor het Woord van de levende God en houdt zo het goede vast. Tenslotte: onthoudt u geheel en al van het kwaad en wel het kwade van het schrikkelijk ongeloof dat de Heere verdacht maakt en tot leugenaar verklaart.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Beproeft alle dingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's