Laat mij in de hand van mensen niet vallen!
Aan deze bede van David moesten we denken toen we de berichten in de pers lazen over het voornemen van de VARA-televisie om een documentaire uit te zenden over de gebeurtenissen in het Veluwse Putten in oktober 1944 toen de Duitsers op een gruwelijke wijze hebben huisgehouden. Toen werden immers 660 mannen tussen 20 en 50 jaar weggevoerd naar concentratiekampen en 552 zijn nimmer teruggekeerd. Wat een diepe rouw en smart in zoveel gezinnen, in zoveel families, in heel Putten, in heel Nederland. Bij de eerste gedachtenisdienst in oktober 1945 zijn de namen van de slachtoffers bekend gemaakt. Daarna zei Ds. L. Kievit die toen in die dienst voorging:
„Ik verzoek thans de gemeente op te staan van haar zitplaatsen, teneinde hare doden te gedenken.
Wij gedenken heden de honderden doden, die met ruwe hand uit ons midden werden weggevoerd, zonder dat ons een afscheid werd gegund. In den vreemde werden zij mishandeld en uitgemergeld. Wie kent hun angst, wie peilt hun leed? Daar vond hen de dood, die reeds lang op hen loerde. Zij zijn niet zonder getuigen gekweld en vermoord. De Getuige in de hoogte, de Heere der heirscharen, zag toe en tekende het op. En wat meer is: Hij neigde zijn oor tot hun geschrei. Al waren wij van hen onbereikbaar ver veiwyderd. de Heere was op roepafstand: Hij is nabij allen, die Hem aanroepen, allen, die Hem aanroepen in der waarheid. Dat heeft Hij ginds terdege betoond.
Eenzelfde hemel welfde zich over hen en over ons. Daaronder hebben zij geleden en gebeden, daaronder hebben wij gekermd en gesmeekt. En wat hun stof betreft, Hij waakt erover, waar ook ter aarde besteld, of op alle winden verstrooid. God moge onzer gedenken, een gemeente van nabestaanden en overlevenden, die er rouwend om roept:
Gedenk o Heer', hoe zwak ik ben, hoe kort van duur; Het leven is een damp, de dood wenkt ieder uur; Zou 't mensdom dan vergeefs op aarde zijn geschapen? Wie leeft er, die de slaap des doods niet eens zal slapen? Wie redt zijn ziel van 't graf? Ai, help ons, als te voren, Gelijk Gij bij Uw trouw aan David hebt gezworen."
De VARA zou dit alles nog eens op willen halen, oude wonden op willen rijten, nieuw verdriet bij het oude willen voegen. En dat nog wel op tweede kerstdag. Vanuit de bevolking van Putten en ver daarbuiten zijn grote bezwaren aangetekend tegen dit voornemen van de VARA, die de laatste tijd wel duidelijk Iaat blijken vanuit welke beginselen ze leeft. Heeft ze onlangs al niet een vloeklied uitgezonden, zo erg dat verschillende leden van de VARA die toch w T eten wat voor een omroep dit is, bedankt hebben als lid. En thans wil men de Puttenaren weer treffen juist in het diepste en beste wat een mens van God kan ontvangen: het geloof. De VARA w T il in deze documentaire duidelijk maken dat de oorzaak van alle ellende eigenlijk te vinden is in de prediking die in Putten door de jaren heen gebracht is, de prediking overeenkomstig Schrift en belijdenis. Want het anti-kerkelijk karakter van de VARA en het anti-godsdienstig karakter van deze omroep komt in verschillende uitzendingen duidelijk naar voren, maar onze lezers zullen begrijpen dat de hervormd gereformeerde prediking helemaal geen genade kan vinden in de ogen van de programmamakers van de VARA. Die prediking heeft de mensen van de Veluwe in de oorlogsjaren weerloos gemaakt, zo wordt het Nederlandse volk in deze documentaire voorgehouden. In die prediking werd immers de kerkgangers gezegd dat alle gezag van God gegeven was. Daarom zijn er zoveel Puttenaren om het leven gekomen in de Duitse concentratiekampen, omdat ze niet konden vechten, ook innerlijk niet konden vechten, tegen de verschrikkelijke behandeling door de Duitsers in de concentratiekampen. Die orthodoxie van de Veluwe is eigenlijk de oorzaak geweest van de ellende waarin zoveel gezinnen gedompeld werden. Erger kan het toch eigenlijk niet! Daarom kunnen we ook begrijpen dat de VARA van de gemeenteraad van Putten het verzoek heeft gekregen om toch deze documentaire niet uit te zenden. Dat zelfs de commissaris van de koningin in de provincie Gelderland er zich mee bemoeid heeft, dat uit het hele land geprotesteerd wordt tegen het voornemen van de VARA om toch door te zetten, zij het dan dat men heeft afgezien van een uitzending op tweede kerstdag. Maar men zoek wel naar een plaats in de kerstweek.
We kunnen heel goed begrijpen dat de programmamakers van de VARA niets begrijpen van het geloof dat in de harten leeft van hen die de Heere vrezen. Jammer genoeg begrijpen ze daar niets van. Men zou kunnen opmerken dat ze daarom „met hun handen" moeten afblijven van wat ze niet begrijpen kunnen. De Puttenaren vallen hier in de handen van mensen, die vijandig staan tegenover hun geloof, in de diepste grond der zaak vijandig staan tegenover Hem Die dit geloof in de harten w^erkt door Zijn Heilige Geest.
Er zijn verschrikkelijke dingen gebeurd in Putten. Honderden mannen zijn samengedreven in de kerk, zonder dat men wist wat de Duitsers met hen zouden doen. Er waren er al zonder enige vorm van proces doodgeschoten. De Duitsers hebben in ons land inderdaad op een afschuwelijke wijze gemoord en doodgeschoten in de verschrikkelijke oorlogsjaren. Het is eigenlijk helemaal niet goed dat dit alles opgehaald wordt.
Onze harten waren immers de laatste jaren eindelijk enigszins tot rust gekomen. Nu gaat de VARA één van de vreselijkste gebeurtenissen weer ophalen, de haat tegen de Duitsers weer aanwakkeren, om tevens de indruk te geven dat de eigenlijke oorzaak nog dieper lag, bij de predikanten die Putten gediend hebben, die het Woord des Heeren gesproken hebben. Was er onder die predikanten ook niet de oude Ds. C. B. Holland die zich bij de Duitsers aanbood om hem mee te voeren: laat deze mannen vrij en laat mij gaan." Heeft diezelfde Ds. Holland in de verschrikkelijke nacht de mannen van Putten niet bijgestaan en hen het Woord des Heeren gesproken? Heeft diezelfde predikant de mannen van Putten niet opgedragen aan de troon van Gods genade. Heeft men op zijn verzoek niet gezamenlijk gezongen psalm 84 : 3 en 4: Welzalig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht, die ldest de welgebaande wegen. Steekt hen de hete middagzon, in 't moerbeidal, Gij zijt hun bron en stort op hen een milde regen, een regen die hen overdekt, verkwikt en hun tot zegen strekt".
Een ooggetuige vertelt dat het hen allen hevig aangreep: „Velen onzer vreesden het ergste en zagen de dood voor ogen en toen we zongen: „Zij gaan van kracht tot kracht steeds voort; elk hunner zal in 't zaligst oord, van Zions haast voor God verschijnen..." kregen velen de tranen in de ogen en bogen het hoofd."
We zullen het hele drama van Putten hier niet ophalen. We zullen niet trachten de rouw en de droefheid, het leed en de smart te schilderen. De Puttenaren zijn in de handen van de mensen gevallen, in de handen van de Duitsers. Wat een rijke zegen is het dat er ook nog andere handen zijn. Want zeker nu willen de VARA-mensen hun handen weer gebruiken om de Puttenaren te treffen, maar er zijn gelukkig ook de handen Gods, de handen van de barmhartige en ontfermende God, Die in Christus Jezus tot ons is gekomen, zo nauw Zich met ons verbonden heeft als maar mogelijk is: Het Woord is vlees geworden, de Zoon Gods heeft de menselijke natuur aangenomen: Immanuel — God met ons.
Nu kunnen de VARA-handen de Puttenaren wel treffen in hun geloof, zoals ook de schrijver Willem van Maanen doet in een boek waarin het Puttense drama eveneens opgehaald wordt en waarin deze, volgens de krantenberichten, eveneens de bevolking van Putten aanvalt in haar geloofsleven. Die zware kerk van Putten, die heeft het gedaan.
Maar de bekende oorlogshistoricus Prof. dr. L. de jong heeft reeds laten weten dat hij het met de visie van deze schrijver helemaal niet eens kan zijn en dat ze ongegrond is. Maar wanneer de kerk, en vooral de orthodoxie van Putten, maar getroffen kan worden!
We willen er niet zoveel meer van zeggen. We willen ook niet gaan uitleggen wat de kracht is van hen die geloven, ook in de bitterste en donkerste wegen, want daar begrijpt de schrijver Van Maanen en daar begrijpen die VARA-mensen blijkbaar niets van. Dat is hen ook niet uit te leggen. Dat kan alleen verstaan worden door de Heilige Geest. En we mogen alleen vragen of de Heeren hen de ogen wil openen.
We besluiten met enkele gedeelten uit het gebed van Ds. Kievit in die eerste gedachtenisdienst: „Wij wilden elkander onze deelneming wel betuigen. Doch de Heere, mogen we ons vooral overtuigd houden van Uw goddelijke deelneming, die overneming betekent. „Want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve. Die hand biedt Ge ons heden in Uw Woord."
Ja, het is beter in de handen van God te vallen dan in de handen van de mensen: „Laat bovenal Uw Woord de overhand hebben over onze droefheid en onze matheid. Rondom dat Woord zijn wij vergaderd, doe er ons nauwlettend naar luisteren, doe het ons van harte betrachten. Dan strekt het nog tot onderricht en tot troost. O God aller genade, laat Uw aangezicht over ons lichten, zo zullen wij verlost worden."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1977
Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1977
Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's