De „koepel van de rots"
Wanneer men op het tempelplein in Jeruzalem komt, en daar rondwandelt, komen allerlei gedachten op in ons hart. Hier heeft de tempel gestaan en hier zijn de offers gebracht tot verzoening van de zonde en hier was het tempelgebouw met het „heilige der heiligen" waar de ark des verbonds was en daarop het verzoendeksel. Hier hebben ook de voeten van de Heere Jezus gestaan en van zovelen die in de Bijbel genoemd worden. Hier klonken de lofzangen op tot de Heere, de God van hemel en van aarde en hier klommen de gebeden omhoog om genade en vergeving en verzoening. Men komt onder de indruk van de grootte van het tempelplein en men kan begrijpen dat de duizenden Israëlieten die op de grote feesten naar Jeruzalem kwamen hier konden vertoeven. Maar van de tempel is niets overgebleven, er is geen steen op de andere gelaten. Op het tempelplein vinden we twee moskeeën, waarin de Mohammedanen hun godsdienst uitoefenen, twee belangrijke heiligdommen van de godsdienst van Mohammed. En één daarvan is de zogenaamde „koepel van de rots". Het is een prachtig gebouw, midden op het tempelplein, indrukwekkend mooi. Ze heeft de vorm van een regelmatige achthoek, waarvan de zijden meer dan twintig meter lang zijn. Met een pracht van marmer en gekleurd aardewerk is ze van buiten versierd, terwijl het inwendige van deze moskee een weelde van kostbaar mozaïek en glas vertoont. Het ronde dak van de moskee rust op statige zuilen en van alle kanten schitteren de blauwe en gouden tinten van de gebruikte materialen ons tegen. Het is een onschatbaar kunstwerk van grote waarde en het maakt een onvergetelijke indruk op elke bezoeker. Men heeft vrije toegang tot deze moskee wanneer men zijn schoenen maar uittrekt en op kousevoeten het gebouw betreedt.
De koepel die het dak vormt is ook bijzonder mooi. Men noemt dit gebouw ook wel „de moskee van Omar", die Jeruzalem voor de Mohammedanen veroverd heeft. Maar dat is niet helemaal juist, daar zijn opvolger dit gebouw heeft gesticht rondom 690 na Christus. Veel meer in overeenstemming is de andere naam die men voor dit gebouw gebruikt, „koepel van de rots", omdat binnen deze moskee een geweldig stuk steenrots, naakt en grauw, zich verheft. En die steenrots heeft ons bij het bezoek van deze moskee het meest getroffen, want dit moet de berg Moria zijn geweest waar Abraham zijn zoon Izaak op het altaar heeft gelegd.
En heel die geschiedenis van Abrahams offer komt in onze gedachten wanneer we naar die rots kijken, die zich daar verheft midden in die prachtige moskee. En het grootste wonder is dat er een meerdere Izaak is gekomen, Die in onze plaats geofferd is, Die voor ons Zijn leven heeft gegeven, Die de zonde verzoend en de schuld betaald en de straf gedragen heeft. En indrukwekkend klinken de woorden uit Gen.: Toen hief Abraham zijn ogen op en zag om en ziet, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging en nam die ram en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats". (Gen. 22 : 13). En dat wijst ons heen naar de Christus der Schriften, het Lam Gods, dat op Golgotha aan het kruis gehangen heeft, toen God Zijn liefde jegens ons bevestigd heeft, dat Christus voor ons gestorven is toen we nog zondaars waren.
Nog aan een ander verhaal uit de Bijbel moeten we denken bij ons bezoek aan deze „koepel van de rots". Is het niet hier dat koning David vele eeuwen na Abraham, de Engel des Heeren ziet staan, als deze bij de dorsvloer van Arauna het zwaard uitstrekt om Israël met pestilentie te teisteren omdat de koning het volk geteld heeft in zijn hoogmoed. Maar dan moet David op deze plaats op 's Heeren bevel een altaar der verzoening oprichten: Toen bouwde hij aldaar de Heere een altaar...... als Hij de Heere aanriep, zo antwoordde Hij hem door vuur uit de hemel op het brandofferaltaar. (1 Kron. 21 : 26).
Later bouwt Salomo hier de tempel. David heeft daar reeds voorbereidingen voor getroffen en hij heeft bepaald: ier zal het huis Gods des Heeren zijn en hier zal het altaar des brandoffers voor Israël staan. (1 Kron. 22 : 1). En zo heeft Salomo het later ook uitgevoerd. Want op de plaats waar Abraham en David hun altaar hebben gehad komt dan het brandofferaltaar te staan, in de Voorhof van de tempel, op de rots die we nu in de „koepel van de rots" nog kunnen zien. Nog ziet men in de rots de kanalen waarlangs het bloed van de offerdieren wegvloeide naar de holle ruimte onder de rots. Hoevelen zijn door de eeuwen heen schuldbewust tot deze plaats gekomen om hun offers te brengen tot verzoening, offers die heenwezen naar het grote offer van de Heere Jezus Christus, het enige slachtoffer dat de zonde werkelijk kon verzoenen en de schuld echt kon betalen, waarnaar ook Abraham en David gelovig hebben uitgezien. En iemand heeft geschreven: Het is alsof God, bij alle vernieling die over de tempelberg is gegaan, tot op deze dag deze rots, die nu door een moskee overdekt wordt, daarom gespaard heeft, dat die tot een getuigenis zal zijn dat wie in Hem gelooft niet beschaamd zal worden."
Daarom zeggen al die herinneringen die we hierboven hebben aangehaald ons veel meer dan de Islamitische legenden die aan deze plaats verbonden zouden zijn. Zo zou Mohammed eens voor een bezoek aan de hemel vanaf deze plaats zijn opgestegen, gezeten op El Burak, zijn wonderpaard. En in de holte onder de rots zou de gebedsplaats geweest zijn. van Mohammed. Door zijn bidden en roepen tot God zou er zelfs een holte in het plafond zijn ontstaan, die men nu nog aanwijst. Men zal begrijpen dat we al deze legenden naar het rijk der fabelen verwijzen.
Dat die rots van Abraham en David en het brandofferaltaar nu in het midden van een moskee gevonden worden zou de indruk kunnen geven dat Mohammed dan toch maar overwonnen heeft. En toch zien we het ineens anders wanneer we door deze moskee rondwandelen met al haar pracht en praal en wanneer we tussen de zuilen door telkens die kale naakte rots zien. Want die rots spreekt een heel andere taal dan alles wat deze moskee ons te zeggen heeft. Die rots spreekt van Gods trouw tot in alle eeuwigheid. Die rots spreekt van vergeving en verzoening, van redding en verlossing, van zaligheid en eeuwig leven voor allen die hebben leren geloven in de Heere Jezus Christus, die vaste rots van ons behoud. En wie als Abraham en als David en allen die met een verbroken hart door de eeuwen heen tot het altaar van de rots kwamen, " ja wie als een arme zondaar met een verbroken hart en verslagen geest tot de Heere Jezus komt, die vindt ook een grond om op te staan, die vindt de eeuwige Rots Die nooit bewogen zal worden, Die weet van de enige Naam waardoor we zalig kunnen worden, de naam van de Heere Jezus'Christus, Zaligmaker, Zaligmaker van zondaren.
Wanneer we uit het schemerdonker van de moskee weer buiten in het felle zonlicht staan en nog eens naar dat prachtige bouwwerk kijken, dan valt al die pracht en praal voor ons weg en dan denken we alleen nog aan die kale rots in het midden van de moskee. De gemeente van Christus heeft in zichzelf geen kracht. Ze wordt door de eeuwen heen vervolgd en verdrukt, benauwd van alle zijden. Een dienstknecht is immers niet meer dan zijn Heere. Ze hebben Mij vervolgd, zegt Christus, ze zullen ook u vervolgen. En dat heeft de geschiedenis wel duidelijk bewezen. En dat komt ook tot op deze dag openbaar. De Heere heeft Zijn kinderen gezonden als schapen temidden van de wolven. Maar laten we nooit vergeten dat het vaste fundament Gods staat. Gods gemeente heeft een enige troost in leven en in sterven. Het is de eeuwige trouw Gods waarop ze rusten mag, het is die souvereine verkiezende genade waardoor ze leven mag. En niets en niemand kan haar scheiden van de liefde Gods in Christus Jezus.
Wanneer we buiten de moskee onze schoenen weer hebben aangetrokken en andere plaatsen van het tempelplein, waar nog zoveel herinneringen bij ons opkomen aan gebeurtenissen uit de Bijbel, bezien, blijft toch die rots in de „koepel van de rots" onze gedachten beheersen. En we denken aan de woorden van de psalmist: Wees mij tot een sterke Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden. Want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg." (Psalm 31 : 3 en 4).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's