Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Correspondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Correspondentie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. W. Z. te W. en anderen. Naar aanleiding van hetgeen in ons blad geschreven werd over huwelijkssluiting tussen iemand die gelooft en een ongelovige, kregen we enkele maanden geleden van u en van anderen brieven die nader op deze zaak ingingen. Toen ontbrak ons de gelegenheid om daarop in te gaan. Maar toch willen we nu nog even reageren, opdat u zult weten dat uw brieven ernstig genomen worden ook al ontvangt u niet terstond een reactie. Trouwens, verschillende brieven die we ontvangen zijn meer mededelingen en opmerkingen waar we onze winst mee kunnen doen zonder dat ze terstond om een antwoord vragen.
Maar nu over de huwelijkssluiting en de kerkelijke bevestiging van twee jonge mensen die nooit naar de kerk gaan. Hoe kunnen zij met een oprecht hart hun ja-woord geven op de vragen die gesteld worden voor Gods aangezicht en samen een christelijk huwelijk sluiten? Daar ging het in de eerste plaats in dit artikel om. Wanneer we het huwelijksformulier nalezen, dan komt daar wel een heel andere geest uit naar voren.
Maar nu kwam daar nog een andere zaak bij. Een gelovig meisje gaat trouwen met een ongelovige jongen of omgekeerd. En nu haalt u Paulus aan in 1 Corinthe 7 : 12—16 waarvan de kern dan is: „Want de ongelovige 'man is geheiligd door de vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd door de man..." U haalt in uw brief ook de Kanttekening bij deze tekst aan: „Geheiligd in de vrouw, als ook daarna in de man, n.l. ten aanzien dat de gelovigen zijn erfgenamen des verbonds Gods met hun kinderen, Gen. 17 : 7, Handelingen 2 : 39, welk voorrecht de ongelovige wederhelft niet kan beletten door zijn ongelovigheid, omdat Gods genade in het heiligen van zulk een huwelijk krachtiger is dan het ongeloof van de andere wederhelft, om het te ontheiligen". En u stelt de vraag er bij hoe we ons standpunt dan rijmen met „gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift"?
Nu moeten we echter wel goed zien wat er precies staat in 1 Corinthe 7. Op een andere plaats, 2 Corinthe 6 : 14, zegt Paulus nadrukkelijk: „Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen..." Dat is niet in tegenspraak met 1 Corinthe 7. Want daar gaat het om de situatie dat twee mensen met elkaar getrouwd zijn toen ze beiden nog heidenen waren. Nu komt er echter één tot bekering, maar de ander wil van het christelijk geloof niet weten. Moeten ze nu uit elkaar gaan? Neen, zegt de apostel, want wanneer men „tevreden is bij hem of haar te wonen", laat men dan elkaar daarom niet verlaten.
Maar wanneer twee jonge mensen waarvan de één ongelovig is en zich ook niet onder Gods Woord wil stellen, met elkaar gaan trouwen, dan kan men elkaar toch niet de huwelijksbelofte geven in tegenwoordigheid Gods, waarbij men als verplichting op zich neemt de kinderen „in de waarachtige kennis en vreze Gods, Hem tot eer en tot hun zaligheid op te voeden." En er wordt toch in de vragen die gesteld worden gesproken van „een getrouw en Godvrezend man". Natuurlijk, wanneer men het vaste voornemen heeft om samen de Heere te dienen, ook al hoorde men eerder tot hen die niet geloven, dan is het een heel andere zaak. Maar wanneer men welbewust of uit onverschilligheid in zijn ongeloof volhardt, hoe zal men dan een christelijk gezin kunnen stichten. Zal de een de ander dan niet aftrekken van de dienst des Heeren, zoals maar al te dikwijls is gebeurd? En zeker, we kennen ook wel andere voorbeelden, dat een man of vrouw voor de dienst des Heeren gewonnen werden door hun huwelijk met iemand die geloofde, maar mogen we het daar op aan laten komen?
Ja maar, zo schrijft iemand, wanneer twee jonge mensen van elkaar houden en ze willen een kerkelijke huwelijksbevestiging, moeten we dan 1 Corinthe 13 niet laten gelden, waar een loflied op de liefde gezongen wordt? En hij neemt een voorbeeld van zijn kleinzoon, die een onkerks meisje heeft Ieren kennen. Vroeger ging hij naar de kerk, maar nu niet meer. Toch willen ze in de kerk trouwen. Hier hebt u nu duidelijk een voorbeeld hoe gemakkelijk we ons van de dienst des Heeren laten aftrekken. En wat betekent die kerkelijke huwelijksbevestiging dan nog? En waarom wil men „in de kerk trouwen"? Onze briefschrijver is wel erg optimistisch wanneer hij meent dat zijn kleinzoon later zijn vrouw aan zal sporen naar de kerk te gaan. En natuurlijk moeten de predikant en de ouderlingen zich pastoraal met zo'n jong gezinnetje bezighouden, en het is fijn dat deze grootouders voor hun kleinzoon en zijn vrouw bidden. Het heeft ons goed gedaan toen we dit lazen. Maar is dit een basis om een christelijk huwelijk op te stichten? En nu weten we het wel, het zal in deze wereld al maar moeilijker worden, want het ongeloof neemt hand over hand toe. Maar is het juist in zo'n verschrikkelijke tijd als we nu beleven, niet nodig dat de kerk de bijbelse lijnen duidehjk trekt en dat we inderdaad in gehoorzaamheid aan Gods Woord wandelen, ook en vooral ten aanzien van het huwelijksleven? Overigens zijn we dankbaar voor de verschillende reacties waaruit blijkt dat ons blad met belangstelling gelezen wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Correspondentie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's