Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vijanden met God verzoend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vijanden met God verzoend

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gelijkenis van de verloren zoon blijft ons boeien en aanspreken hoe bekend dat verhaal ook is. Dat komt waarschijnlijk wel daardoor, dat we zo menigmaal onze eigen levensgeschiedenis daarin herkennen. Die zoon, die helemaal „vervreemd" was van zijn vader en van het leven in het huis van zijn vader, is een beeld van ons zoals we van nature zijn weggelopen van God en „vervreemd" van die hemelse Vader. Maar waar we in die nood de weg terugvinden, daar worden we toch weer tot kinderen aangenomen.
Over dat wonder schrijft Paulus in één van zijn brieven: „En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend, in het lichaam Zijns vleses, door de dood, opdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen. Indien gij maar blijft in het geloof, gefundeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hoop des Evangelies (Col. 1 : 21-23).
In de brief aan de gemeente van Efeze gebruikt Paulus dit woord „vervreemd" nog tweemaal: „Gij waart vervreemd van het burgerschap Israëls", (2 : 12) en ,,vervreemd van het leven Gods" (4 : 18). Zo staat het met ons van nature.
We hebben de Heere God de rug toegekeerd, we zijn gaan wandelen op onze eigen boze wegen naar de heerlijkheden van ons zondige hart en nu van God „vervreemd", weggedreven uit Zijn nabijheid.
Nog dieper gaat zelfs die vervreemding, want we zijn vijanden van God geworden, „vijanden door het verstand in de boze werken". Het bedenken des vleses is immers vijandschap tegen God, want het onderwerpt zich der wet Gods niet, want het kan ook niet, zoals Paulus het op een andere plaats zegt. Het is een verschrikkelijke toestand waarin we van nature leven. Want de Heere God, de heilige en souvereine, kan met ons zondaren ook niet van doen hebben. Zo gaat de vervreemding steeds verder door. En het einde van die weg is de eeuwige vervreemding, voor eeuwig gescheiden van God, van de echte vrede en het ware geluk, van de zaligheid die God bereid heeft voor al Zijn kinderen.
We mogen wel vragen om het ontdekkend licht van de Heilige Geest, opdat we met de verloren zoon tot onszelf komen om onze zonde en schuld te belijden en tot God weder te keren.
Maar is er wel een weg terug? Is er nog een weg om de rechtvaardig verdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen?

***

Op deze vraag geeft Paulus een duidelijk antwoord. Hij schrijft immers aan de gemeente van Colosse, die „eertijds - vervreemd" was, die vijanden waren van de Heere God en Zijn dienst, met wie ook Hij niets te maken wilde hebben, maar die nu verzoend zijn met God.
Dat is het grote werk van de Heere Jezus Christus, Gods enig geboren Zoon. Hij is gekomen om zondaren, die van God vervreemd zijn terug te brengen en met Zijn Vader te verzoenen. Daartoe heeft Hij ons vlees en bloed aangenomen. Hij heeft de zonde en de schuld van Zijn volk op Zich genomen en die verzoenend gedragen. Over Hem is het oordeel des doods gekomen dat wij verdiend hebben. In de plaats van Zijn volk is Hij in de hel geworpen, in de hel van Godverlatenheid, opdat allen die in Hem geloven weer tot kinderen Gods zouden kunnen worden aangenomen. Daarom prediken we u het Lam Gods. Wiens bloed reinigt van alle zonde. Wat een grote zondaarsliefde komt hier openbaar. Maar ook liefde tot het recht en de eer van de Vader. In deze weg heeft Hij vijanden verzoend „in het lichaam Zijns vleses, door de dood, opdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen".
Wanneer we dit wonder ervaren, wanneer de Heilige Geest ons dat laat zien, wanneer we geloven mogen dat Christus dat ook voor ons heeft gedaan, wanneer we deel krijgen aan Christus en al de weldaden die Hij voor ons verworven heeft, wat zijn we dan getroost. Dan rekent de Heere ons de zonde niet meer toe. Dan rekent Hij ons al de gehoorzaamheid van de Heere Jezus Christus toe. En dan wordt de vijandschap van ons hart in liefde veranderd.

***

De grote vraag van ons leven is of ook voor ons de vervreemding van God is opgeheven, of ook wij met God verzoend zijn?
Want dat houdt nogal wat in.
De bedoeling van de verzoening is immers dat Hij ons „heilig, en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen" zou. Dat alles is alleen in Christus. Bij onszelf vinden we niet dan zonde en schuld, boosheid en verderf. Waar de Heilige Geest ons in de spiegel van Gods heilige wet laat zien, waar we onszelf leren kennen in onze ongerechtigheid, waar we onszelf moeten aanklagen dat we tegen alle geboden Gods gezondigd hebben en geen daarvan gehouden hebben, en nog steeds tot alle kwaad en boosheid geneigd zijn, daar rekent God ons de gerechtigheid van Christus toe en daar is het voor Hem alsof we nooit enige zonde hebben gedaan, daar zijn we in Zijn ogen „heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk".
Niemand kan beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods. Zeker, Gods kinderen moeten zichzelf menigmaal aanklagen. We brengen het er slecht af op onze tocht achter de Heere Jezus aan.
We dwalen nog menigmaal als een schaap in 't rond dat onbedacht zijn Herder heeft verloren. We struikelen dikwijls en we vallen menigmaal, zodat we menigmaal in angst en nood moeten roepen om God, om Zijn vergeving en ontferming.
Maar de Heere gaat door met Zijn werk. Hij zal dat werk voleinden. We zullen komen in het nieuwe Jeruzalem, in de volmaakte gemeenschap met God, waar alle tranen van de ogen afgewist worden, waar geen nacht en geen dood meer zijn omdat er geen zonde meer is. Maar dat is dus voor dat volk dat met God verzoend is, dat niet langer vervreemd is van God, maar dat wedergekeerd is met schuldbelijdenis en dat genade ontvangen heeft.
Want wanneer we ons hart verharden, wanneer we niet tot God komen, wanneer we in de toestand van vervreemding blijven, dan hebben we geen toekomst en geen uitzicht. Daarom is het nodig dat we onszelf beproeven of wij in het geloof zijn. „Indien gij maar blijft in het geloof, gefundeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hoop des Evangelies". Allen die door Christus verzoend zijn, zullen behouden worden, maar alleen door te volharden in het geloof der Schriften.
We leven in een tijd waarin we van alle kanten afgetrokken worden van de fundamenten des geloofs, zoals ze ons door de profeten en apostelen verkondigd zijn.
Allerlei nieuwe leringen worden ons voorgehouden, zelfs het evangelie der verzoening door het bloed des kruises wordt verworpen. Er is echter geen zaligheid buiten die Christus, buiten Zijn verzoenend lijden en sterven.
Alleen door het geloof krijgen we daar deel aan, in de weg van wedergeboorte en bekering.
En in dat geloof hebben we te volharden.
Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Laat u door niets en niemand afvoeren van dat vaste en gefundeerde geloof en van de hoop des evangelies.
Schuil dicht bij de Heere en laat u leiden door Hem in de weg van Zijn Woord.
En vergeet het nooit dat Hij de zondaars die met schuldbelijdenis en berouw tot Hem komen tot Zijn kinderen aanneemt.
En dat Hij Zich ontfermt over alle verloren zonen, die met een verbroken hart en een verslagen geest aan Zijn voeten komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Vijanden met God verzoend

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's