Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine kroniek

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een tip van de hervormde jeugdraad (1)
Men kan zich afvragen wat de hervormde jeugdraad nu eigenlijk voorstelt? Niemand weet dat eigenlijk meer zo goed te zeggen. Wanneer ik denk aan het woord „hervormde" bij jeugdraad, dan vraag ik me toch wel af of dit nog juist is. In de vergadering van de generale synode is juist-al verschillende keren scherpe kritiek geoefend op de jeugdraad, die zich nog steeds „hervormde jeugdraad" noemt, omdat men van dit hervormdzijn zo bitter weinig merkt, omdat veel synodeleden zich in deze jeugdraad beslist niet meer herkennen. Toch gaat men op dezelfde wijze voort met het werk, terwijl men zich afvraagt wat het woordje „jeugd" hier nog betekent? Heeft men nog jeugd achter zich? Is er nog wel „hervormde jeugd" die zich door deze jeugdraad laat leiden? U ziet wel, dat ik verschillende vragen heb, die ik nog niet eens allemaal noem. Ik kwam op het bovenstaande door een artikel in „Hervormd Nederland", waarin dr. C. Bezemer schrijft over „Een tip van de hervormde jeugdraad". Het eerste deel van dit artikel luidt:
„Wie enigszins op de hoogte is, zal begrijpen, dat ik met de hierboven genoemde „tip" op het oog heb de enkele malen per jaar verschijnende Toelichtings-, Informatie- en Publiciteitskrant uitgaande van de landelijke Hervormde Jeugdraad. Een bepaald nummer is gewijd aan één bepaald onderwerp, terwijl de krant zoveel keren per jaar verschijnt als daartoe aanleiding bestaat. Dit laatste moeten we natuurlijk lezen door de bril van de Jeugdraad. Er kunnen allerlei gebeurtenissen zijn in de wereld, die aanleiding zijn tot het uitgeven van een TIP-krant, maar wanneer de Jeugdraad die aanleiding niet ziet, dan komt de krant er niet.
De uitgave van deze krant is dus een vrij subjectieve aangelegenheid, waarbij nog komt de vraag of het wel op de weg van de Hervormde Jeugdraad ligt om zich op te werpen als voorlichtingsorgaan voor het Nederlandse volk.
Het laatste nummer van TIP is gewijd aan de mensenrechten. Het is in vele brievenbussen gerold, zodat menigeen kennis heeft kunnen nemen van het denkklimaat van de Hervormde Jeugdraad. Want het is een logische zaak, dat een krant, die door een bepaald orgaan wordt uitgegeven, een neerslag vormt van wat dat orgaan bezielt.
Nu wil ik gaarne voorop stellen, dat de zaak waarom het gaat een zeer belangrijke zaak is. Wanneer we de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens lezen, zoals die is opgesteld in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 10 december 1948, dan willen we daar gaarne mee instemmen. En als we nagaan hoeveel onrecht de mensen elkaar op de wereld ondanks die Verklaring van de Verenigde Naties nog aandoen, dan kunnen we dat alleen maar ten zeerste betreuren en als volkomen onaanvaardbaar bestempelen. Dat is dus in het geheel geen kwestie waarover gepraat behoeft te worden. Maar de krant van de Hervormde Jeugdraad geeft toch wel aanleiding tot enkele opmerkingen, omdat daarin indirekt een sluier wordt opgelicht over de Hervormde Jeugdraad.
Opmerkelijk is om te beginnen de eenzijdigheid waardoor de hele krant wordt gekenmerkt, en de socialistische geest waarvan deze is doortrokken. Alsof men in de loop der jaren alleen in deze kringen oog heeft gehad voor het schenden van de rechten van de mens. Waarom heeft men in de krant geen figuren uit bijv. CDA- of WD-kringen aan het woord gelaten? Waarom heeft men alleen aan dr. C. P. van Andel gevraagd enige bijbelse-theologische kanttekeningen bij het thema mensenrechten te plaatsen (waarover straks meer) en niet ook aan kerkelijke figuren van andere modaliteiten? Wanneer de Jeugdraad inderdaad objectieve toelichting en informatie wil geven, dan had hij bij het uitgeven van deze TIP-krant daarmee rekening moeten houden. Een krant als deze wekt de indruk van: een bepaalde visie aan anderen willen opdringen. Waarom kijkt men wanneer het gaat om een van de meest fundamentele grondrechten (het recht van de volken op zelfbeschikking) altijd maar weer naar Afrika, met name Zuid-Afrika, terwijl over de kleinere en grotere Oosteuropese landen, aan wie het recht tot zelfbeschikking direkt of indirekt ook ontnomen is, met geen woord wordt gerept? Waarom wordt de lijst van 112 landen (opgesteld door Amnesty International), waarin volgens deze instelling de mensenrechten worden geschonden, zonder meer gepubliceerd, waarbij landen als de Verenigde Staten van Amerika en Groot-Brittannië genoemd worden naast Oeganda, terwijl verder met geen woord gerept wordt over de barbaarse uitroeiingsmethoden die in het laatstgenoemde land plaats vinden? En zo zijn er nog wel meer eenzijdigheden te noemen, waardoor deze TIP-krant wordt gekenmerkt.
Opmerkelijk is ook de amicaliteit die men hier en daar aantreft. Men spreekt over Albert van den Heuvel en Max van der Stoel alsof men met deze leidinggevende figuren in kerk en staat samen in de schoolbanken heeft gezeten. Moet dit zo nodig? Ik moet zeggen, dat ik de noodzaak van dit toffejongens- onder-elkaar-gedoe niet inzie." —
Dat is dan de eenzijdigheid van de hervormde jeugdraad die niet voor de eerste keer vastgesteld wordt. Maar er worden nog meer dingen aangevoerd.

Een tip van de hervormde jeugdraad (2)
Het is uit hetgeen dr. Bezemer verder schrijft duidelijk dat het nog om meer en om dieper dingen gaat dan hij hiervoor genoemd heeft:
„Is het voorgaande slechts een kwestie van formele aard, van zeer principiële betekenis is de vraag naar het al dan niet geoorloofd zijn van de abortus provocatus, waarover met geen woord wordt gerept. Als orgaan van bijstand van de Generale Synode der Nederlandse Hervormde Kerk had men van de Jeugdraad mogen verwachten, dat hij zich fel daartegen gekeerd had, omdat het hierbij gaat om het recht op leven van de nog ongeboren menselijke vrucht. Voor een christen moet deze ingreep volkomen onaanvaardbaar worden geacht, tenzij deze op medische gronden noodzakelijk moet geschieden. Opmerkelijk is in dit verband dat uit „Diakonia" een artikeltje is overgenomen „Jongeren willen ook wonen", waarin gepleit wordt voor de gelegenheid die jongens en meisjes moeten hebben om samen te wonen „zonder direkt aan een officieel huwelijk te denken". Maar ook op dit punt geen woord van critiek van de Hervormde Jeugdraad. Is ook hierbij de kwestie van de rechten van de mens niet in het geding? Men kan elkaar van de ene op de andere dag weer in de steek laten, wat in allerlei gevallen hetzelfde is als „op straat zetten", terwijl de eventueel uit dit samenwonen geboren kinderen de dupe zijn. Over het huwelijk als inzetting van God wordt evenmin gerept, wat toch ook van de Hervormde Jeugdraad verwacht had mogen worden.
Tenslotte nog iets over het artikel van dr. C. P. van Andel, waarin enkele bijbels-theologische kanttekeningen geplaatst worden bij het thema mensenrechten. De eenzijdigheid van deze TIP-krant komt ook in dit artikel tot uitdrukking. De tendens ervan is, dat God zich vereenzelvigt met de kleine, zondige, uitgerangeerde mens, in zijn huid kruipt, zijn huis- en lotgenoot wordt, angst en eenzaamheid met hem deelt en met hem in de dood ten onder gaat. Wie de bijbel goed leest, zal daarin deze eenzijdigheid niet vinden. Wat de bijbel ons leert is, dat God zich het lot van zondaren aantrekt.
Als zodanig zijn alle mensen aan elkaar gelijk, staan zij allen schuldig tegenover God en kunnen zij allen ook alleen door het geloof in Christus gerechtvaardigd worden. Aan het slot van het artikel worden twee „belangrijke zinnen" uit het sektierapport I van Nairobi aangehaald. Ze luiden: „Ons wordt opgedragen het evangelie van Christus tot aan het uiteinde van de wereld te verkondigen. Tegelijkertijd wordt ons bevolen om te vechten voor de verwezenlijking van Gods wil ten aanzien van vrede, rechtvaardigheid en vrijheid voor de gehele samenleving". Dr. Van Andel voegt hieraan toe: „Wie binnen de ruimte van de kerk de eerste zin van de tweede scheidt, of andersom, maakt zich schuldig aan een grote eenzijdigheid en vervalt tot ketterij." Afgezien van het feit, dat het woord „ketterij" hier wat al te gemakkelijk gehanteerd wordt (er zijn we} grotere ketterijen aanwijsbaar in de kerk), meen ik, toch te moeten constateren, dat dr. Van Andel waarschuwt voor iets, dat juist in de tweede geciteerde zin uit het sektierapport tot uitdrukking komt. Het is duidelijk, dat we in dit verband moeten denken aan Mattheüs 28 : 19. Maar daar lezen we naast het bevel van Christus om de volkeren te onderwijzen en te dopen: „Leert hen onderhouden al wat Ik u geboden (bevolen) heb." Dat is meer dan in de genoemde zin uit het sektierapport staat. Ik ontken niet, dat wat daar genoemd wordt, er ook onder valt. Maar het houdt vóór alles in: geloof en bekering, strijden om in te gaan door de enge poort, zichzelf verloochenen en het kruis opnemen, zijn leven verliezen om Christus' en om des evangelies wil, het Koninkrijk zoeken en Gods geboden en inzettingen onderhouden. Alleen van daaruit is het mogelijk zich op de rechte wijze in te zetten voor de rechten van de mens." —
Inderdaad, dat zou men van de kerk en dat zou men van de hervormde jeugdraad verwachten wanneer men zich met deze dingen bezighoudt. Misschien wordt het toch wel tijd dat de hervormde jeugdraad andere tips gaat geven.

Een vraag en een antwoord
In hetzelfde „Hervormd Weekblad" vind ik een vraag die door prof. dr. Van Itterzon beantwoord wordt. De vraag luidt:
„In onze wijkkerk wordt a.s. zondag een dienst van Schrift en Tafel gehouden met de Rooms- Katholieken uit deze wijk, waarin de wijkpredikant en de pastoor voorgaan en waarbij iedereen deelnemer mag zijn. Daarna wordt zo'n dienst gehouden met eucharistie in de R.K. parochiekerk met dezelfde voorgangers. Hier ben ik het principieel niet mee eens, hetgeen door mij werd te kennen gegeven aan een diaken, die op huisbezoek was en o.a. zei ik, dat dit toch niet kon. Volgens deze diaken zou echter de Generale Synode der Herv. Kerk al enige tijd geleden voor zulke gezamenlijke Avondmaalsdiensten van Hervormden en Rooms- Katholieken het licht op groen hebben gezet, m.a.w. zulks hebben goedgekeurd. Dit zou zelfs in de meeste Nederlandse dagbladen hebben gestaan. Hier wist ik niets van, hoewel ik dagelijks mijn krant lees en ook de kerkbladen bijhoud. Zou ik dan toch achter lopen? Wel weet ik, dat er meermalen in de synode over dit onderwerp gesproken is, maar ik dacht niet, dat er een definitief besluit van de synode lag dienaangaande.
Mij is nu de pas tot het H.A. in deze gemeente afgesneden, te meer daar onze predikant ook kinderen op jonge leeftijd aan de avondmaalstafel nodigt. Met zijn uitgebreide liturgie, waarvan hij solo-zingende delen de kerk inzendt en de gemeente zingende antwoord moet. geven, heb ik het ook al erg moeilijk. Maar dat is een onderwerp apart, 't Komt mij voor, dat sommige dominees maar wat aanrommelen (al zullen zij in ernst bezig zijn en het goede bedoelen) en dat de gemeente dit maar moet nemen. Waar het kerkbezoek toch al zo terugloopt, jaagt men op deze wijze de kerk-getrouwen ook nog weg. Mij gaat het om de verkondiging van het Woord en dan mag van mij de liturgie sober en kort zijn. Maar hier is het precies andersom. Mijn vrouw en ik wonen pas kort in deze gemeente en hebben het hier erg moeilijk mee." —
Zoals men ziet kunnen er in een hervormde kerk wonderlijke dingen gebeuren, hoewel dit niet altijd in overeenstemming is met de kerkorde. Het antwoord luidt als volgt:
„In onze kerk is er de mogelijkheid van een open avondmaal. Ik heb hier herhaaldelijk in dit blad over geschreven en behoef dat dus niet te herhalen. Maar dat opene betreft de kerkgangers. Zij, die in hun eigen kerk toegang hebben tot het avondmaal, worden dan ook genodigd. Want we moeten natuurlijk niet de schijn op ons laden zieltjes te willen winnen door mensen te nodigen, die in hun eigen kerk niet mogen aangaan.
Die openheid betreft echter niet hen, die dan voorgangers zijn. Concreet: een R.K. pastoor is in onze kerk niet bevoegd om het Woord te verkondigen en de sacramenten te bedienen. Natuurlijk kan men wijzen op de mogelijkheid van oecumenische kerkdiensten (Ord. 6-2-2 en vinden dat ook de R.K. kerk dan onder de „andere kerkgemeenschappen" valt. Of er in dit opzicht echter samenwerking is met de R.K. kerk zou men aan kardinaal Willebrands eens kunnen vragen. Of zijn wij er op uit, om rooms-katholieke pastoors aan te moedigen het R.K. kerkrecht moedwillig te overtreden?
Dat groene licht is mij niet bekend. Wat bedoelt die diaken daar precies mee? Ook een synodelid wist er niet van. Wat is er echter in die R.K. eucharistieviering gebeurd? Heeft de domine daar ook de mis bediend? Of was het „maar" of „zelfs" een eucharistieviering? En werden voor de goede orde de instellingswoorden maar niet gelezen om niet met de officiële kerk in moeilijkheden te komen? Er worden op dit gebied vele vonden gezocht. En gevonden. Sommige kerken zijn daar sterk in.
Overigens: als daar in A. eerst in de Herv. Kerk en daarna in de R.K. kerk een avondmaalsdienst of mis of eucharistie werd gevierd of bediend, dan waren dat kennelijk separate diensten. Niet oecumenisch. Want als je het achter elkaar doet, is er geen draad interkerkelijks aan. En als het niet oecumenisch was, was ook die pastoor kerkrechtelijk bij ons niet op zijn plaats.
Dat inzender het in A. niet gemakkelijk heeft, kan ik volledig begrijpen. Met muzikale solo's van de dominee komen de kerkdiensten ook al niet vol. Kohlbrugge zei (en Gravemeyer heeft dat uit den treure herhaald!): Het Woord moet het doen. En, eerlijk gezegd: dat gelooft ondergetekende ook. Als de kerk haar kracht niet meer in de bediening van Woord en sacramenten zoekt en vindt, is ze op haar retour. Maar dat zal die dominee in A. ook wel vinden. Zijn praktijk is echter een andere dan in onze kerk gebruikelijk is en algemeen gewaardeerd wordt." —
Het zal mijn lezers wel duidelijk zijn dat er voor de kerk geen toekomst is wanneer ze niet wederkeert tot de Heere en Zijn Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Kleine kroniek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's