De toekomst der gemeente
Op de jaarvergadering van de vereniging van kerkvoogdijen zal dr. R. J. Mooi op 16 april a.s. spreken over het onderwerp: De toekomst van de gemeente. Dr. Mooi is secretaris voor algemene zaken van de generale synode. Hij zal daarbij de volgende stellingen, verdedigen:
1. Hoe de toekomst van de gemeente ook wordt gedacht, de kerkelijke gemeente zal altijd een bepaalde organisatorische structuur moeten hebben. Hetzelfde geldt voor de landelijke Ned. hervormde kerk, die uit de hervormde gemeenten bestaat.
2. De kerkorde berust op de organisatorische structuur en heeft als doel het kerkelijk leven geordend te laten verlopen. De kerkorde mag nimmer een harnas zijn dat de gemeente en de kerk in hun activiteiten belemmert.
3. De kerkorde, de ordinanties en de generale regelingen geven enerzijds vorm aan de achterliggende kerkelijke conceptie van waaruit zij zijn opgesteld, anderzijds echter zijn zij dienstbaar aan ontwikkelingen in de kerkbeschouwing, die zich op het ogenblik binnen de hervormde kerk en ook in oecumenisch verband voltrekken. D.w.z. dat de kerkorde functioneert binnen een specifiek spanningsveld.
4. Het beheer van de middelen der gemeente mag nimmer worden geïsoleerd uit de samenhang van de gemeentelijke organisatie als geheel. Voor het juiste beheer is nodig, dat. de kerkvoogdij midden in de geestelijke werkelijkheid van de gemeente staat en daarvan ook ten volle deel uitmaakt.
5. Hoewel de kerkvoogdij haar eerste verantwoordelijkheid heeft in het juiste beheer van de middelen der gemeente draagt zij haar tweede verantwoordelijkheid in haar aandeel in de opbouw van het geloofsleven der gemeente in de ruimste zin. Terecht heeft de kerkorde van 1951 daarom aan de kerkvoogden een plaats toegekend in de kerkeraad, zodat zij daarin zitting hebben als ouderlingen-kerkvoogd.
6. De toekomst der gemeente vraagt een soepele wederzijdse inwerking van de ambten (ouderlingen, ouderlingen-kerkvoogd, diakenen, samen met de dienaren des Woords).
7. De toekomst der gemeente vraagt om het creatief hanteren van vormen van kerkelijke organisatie, die zijn aangepast aan de eisen des tijds.
8. De toekomst der gemeente vraagt om geestelijke en organisatorische plooibaarheid, teneinde de weerstand van de gemeente tegen destructieve invloeden te versterken. Met veerkracht is de kerk meer gebaat dan met starheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's