Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lijkverbranding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lijkverbranding

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs werd het me weer erg duidelijk welke geweldige verschuivingen er in de laatste jaren hebben plaatsgevonden. Een bericht in de kranten deelde het Nederlandse volk mee, dat met enkele stemmen tegen, de Tweede Kamer de regering heeft uitgenodigd om zulke wettelijke regelingen te treffen, dat de lijkverbranding geen beperkende bepalingen meer op haar weg zou ontmoeten en volkomen gelijkgesteld zou worden met het begraven van onze doden. Enkele tientallen jaren geleden keerden de kerken zich over het algemeen heftig tegen de crematie. De roomse geestelijkheid mocht haar medewerking niet verlenen en de meeste rechtzinnige predikanten weigerden ook een rouwdienst te leiden bij een crematie. De christelijke politieke partijen verzetten zich dan ook tegen de lijkverbranding, die aanvankelijk in ons land slechts mogelijk was door een leemte in de Begrafeniswet waarvan door de voorstanders van de lijkverbranding gebruikt werd gemaakt. Hartstochtelijk heeft men zich destijds verzet tegen de nieuwe zede van de crematie, die aan het eind van de vorige eeuw veld begon te winnen, terwijl in ons lartd in 1914 de eerste lijkverbranding heeft plaatsgevonden. Een heftige strijd is er toen gevoerd, waarbij de voorstanders van crematie vooral wezen op de hygiënsche zijde van deze zaak. Men achte de kerkhoven schadelijk voor de volksgezondheid. Aan de andere kant waren er de christenen die in de lijkverbranding een heidense zede zagen, die beslist niet mocht worden overgenomen door een volk als het onze. Nu kan men natuurlijk niet zeggen, dat de heidenen alleen de lijkverbranding kennen. Want verschillende heidense volkeren hadden ook begraafplaatsen. Ook mag men niet zeggen, dat de lijkverbranding in strijd is met het geloofsartikel over de wederopstanding der doden. Want alle mensen zullen straks opstaan, ook de heidenen, om geoordeeld te worden door de hemelse Rechter. Trouwens, in de dagen van de reformatie moesten verschillende martelaren de brandstapel beklimmen en toen werden ze tot as verbrand en die as werd naar de vier windstreken verstrooid. Maar niemand van ons zal er aan twijfelen, dat ze op de jongste dag zullen worden opgewekt, zoals allen immers opgewekt zullen worden, ook degenen die schipbreuk hebben geleden en in de zee hun graf hebben gevonden of die door wilde dieren verscheurd zijn.

In de Heilige Schrift is bovendien geen rechtstreks verbod van lijkverbranding te vinden. Maar het behoort wel tot de ing Joodse en tot de Christelijke zede om de doden te begraven en het ligt helemaal in de lijn van de Bijbel dat we ons aan die regel houden. En daarom betreuren we het zeer, dat slechts zo weinigen in de Tweede Kamer opgekomen zijn voor de goed traditie van begraven, die geheel met de gedachtenwereld van de Heilige Schrift vereenkomt en er als 't ware uit voortloeit, terwijl de crematie daarentegen een reemd element is in die gedachtenwereld.

We denken hier om een voorbeeld te oemen aan het vonnis dat in het Paradijs ver de mensen is uitgesproken: „Stof zijt ij en tot stof zult wederkeren". We zijn it de aarde genomen en we zullen ook tot de aarde wederkeren: we worden een handvol stof zonder vorm en schoonheid.

Trouwens in de Heilige Schrift vinden we op verschillende plaatsen symbolische uitdrukkingen die zien op het begraven worden. Hoe zouden we, om een voorbeeld te noemen, 1 Corinthe 15 kunnen verstaan, als we de gewoonte van lijkverbranding hadden en niet die van begraven. We doen de Heilige Schrift geweld aan wanneer we de crematie gaan bevorderen. Het is een van de schoonste gedachten van de Bijbel als Paulus de begraafplaats bij een akker vergelijkt. In dit verband spreken wij ook van een dodenakker. Het lichaam wordt er, gelijk het zaad van de landman, verderfelijk in gezaaid en het wordt er onverderfelijk uit opgewekt; het wordt in zwakheid gezaaid en het wordt opgewekt in kracht: in oneer gezaaid, in heerlijkheid opgewekt; als een natuurlijk lichaam gezaaid en als een geestelijk lichaam opgewekt. En wie deze woorden leest voelt dat de crematie bij een christen niet past, dat ze gezien moet worden als een gebrek aan eerbied voor de Heilige Schrift, die immers nooit anders dan van begraven spreekt, tenzij er van oneer of buitengewone omstandigheden sprake is. Daarbij mogen we ook niet vergeten dat de Heere Jezus Christus zelf ook begraven is. Hij heeft over zijn eigen begrafenis gesproken toen Hij in Bethanië was waar Maria Hem met die kostbare nardusolie gezalfd heeft tot een voorbereiding van zijn begrafenis. En nooit kunnen we vergeten, dat Hij zelf in een graf gerust heeft, zodat de engel tot de vrouwen kon zeggen bij het open graf: „Zie de plaats waar de Heere gelegen heeft". Hij is met zijn genade en opstandingszegen door het graf heengegaan. Het graf is daarom voor ons christelijk besef geheiligd. En al ontkennen we niet dat ook degenen die verbrand zijn in de dag der opstanding zullen opstaan, bij de opstanding hoort het graf waaruit we zullen opstaan.

Achter de propaganda voor de crematie schuilt in de diepste grond der zaak propaganda voor een heidense en materialistische wereldbeschouwing. En daarom menen we dat we de christelijke zede van begraven ook moeten bewaren en verdedigen.

Hoewel derhalve de lijkverbranding niet rechtstreeks in de Bijbel wordt verboden, ligt de begrafenis geheel en al in de lijn van Gods Woord. Daarbij mogen we niet vergeten dat Christus het graf van zijn volk geheiligd heeft, zodat we weliswaar op kunnen zien tegen de laatste vijand, tegen de dood en het graf. Maar wie met Hem sterft, zal ook met Hem opstaan en straks eenmaal eeuwig bij de Heere leven.

We leven in een tijd waarin we de meest vanzelfsprekende dingen moeten gaan verdedigen. Tot die meest vanzelfsprekende dingen behoort ook de gewoonte van begraven. We menen er een achteruitgang in te zien van de invloed van het Woord Gods op ons leven, dat men zo gemakkelijk in onze dagen in het algemeen de lijkverbranding aanvaardt. Daarom hebben we op deze zaak nog eens nadrukkelijk de aandacht willen vestigen, opdat men zal weten, dat niet iedereen het eens is met het besluit van de grote meerderheid van de Tweede Kamer. Wij voor ons wijzen op bovengenoemde gronden de crematie zeer beslist af.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Lijkverbranding

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's