Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

PERSSCHOUW NIET MEER IK

Een lezer van ons blad stuurde ons een overdenking van de hand van ds. A. Kastelein van Capelle aan de IJssel met de vraag of er misschien een plaatsje voor was in ons blad. Hieronder laten we deze meditatie volgen over Galaten 2 : 20m: ..niet meer ik, maar Christus leeft in mij:

„Er is weer een nieuw bock op de markt gekomen. Het draagt de titel „Ik Jan Cremer". Er is nogal wat publiciteit aan gegeven. Waarom, dat begrijpen wij niet goed. Want u kunt uw geld wel beter besteden.

Waarschijnlijk zullen de bewoners van Staphorst er óók zo over gedacht hebben. Want de heren der „beschaving' hebben het nodig geoordeeld hen een exemplaar aan te bieden. Nog wel voor niks!

Nu wordt wel beweerd, dat die Staphorsters rare gewoonten hebben.

Eigenaardige opvattingen over stijl en zo. Allemaal erg primitief, om dit woord maar eens te gebruiken. Ze hebben tot nu toe weinig van de „beschaving" begrepen. En de dominee van Staphorst wil ook niet meewerken!

Intussen verbaast het ons, dat die Staphorsters ons nu ineens dóór hebben! Ze hebben die dusgenaamde beschaving beter begrepen dan we dachten. Daarom hebben ze er voor bedankt. Dat „ik van Jan Cremer lusten ze niet. Weet u waarom? Omdat de apostel Paulus het ook niet gelust zou hebben. Hier hebt u het. Elders in ae Bijbel horen we Paulus uitroepen: Ik, ellendig mens!

Zo heeft de apostel zichzelf leren kennen. Wanneer de remmen van dat „ik losraken, dan komen we beneden het peil van een beest.

Het beste is dan ook, dat wc van dit „ik" verlost worden. Dat ons „ik zal sterven. Dat wc er niet meer mee te maken hebben. Maar hoe?

Wel, zo adviseert Paulus in ons teksthoofdstuk, dan moet u met mij meegaan naar de kruisheuvel Golgotha... Daar gaat het gebeuren. Daar moet ons „ik het verliezen. Daar wordt ons „ik met Christus gekruisigd.

Kunnen we zo wel verder? Zonder ik? Jawel, want vanaf de kruisheuvel worden we meegevoerd naar het open graf, waaruit Christus is opgestaan. Dus Hij lééft. Nog meer, Paulus zegt: Christus leeft in mij!

O zeker, heel vaak wil dat vroegere „ik" de kop weer opsteken. Het wil weer aan de macht komen. Neen, in deze strijd biedt het bock van Jan Cremer ons geen steun.

Integendeel, de tendens van dit boek is: dat vuile „ik" weer op de troon. Zodat wc ons weer gaan uitleven.

Doe dus in dit geval als de Staphorsters: wil met de geest van dat boek niet te maken hebben. Ook al wordt het u „voor niks" aangeboden. Sluit u af voor deze geest. En bidt om de Heilige Geest. Opdat alleen Christus leve in ons, en in de levens onzer kinderen. Dit is de beschaving, die in het Koninkrijk van God nodig is."

AVONDDIENSTEN

In verschillende gemeenten wordt de avonddienst niet zo druk bezocht als de morgendienst op zondag. Hoewel, ook hier is geen algemene regel te geven, want er zijn gemeenten waar de avonddiensten veel beter worden bezocht dan de morgendiensten. In herv. geref. gemeenten mag men over het algemeen over de opkomst in de avonddiensten niet klagen. Maar overigens blijkt het met de tweede dienst op zondag in vele midden-orthodoxe gemeenten een aflopende zaak te wezen, terwijl de vrijzinnigen de tweede dienst allang hebben afgeschaft. In Kerkklanken vond de Persschouwer een en ander geschreven over de avonddiensten door de predikant van Bergambacht, dat hij aan zijn lezers door wil geven:

„De avonddienst draagt een ander karakter dan de morgendienst. De avonddienst is wat men pleegt te noemen een leerdienst. De avonddienst is bestemd tot het verklaren van de catechismus. Ik heb de gedachte, dat dit onderscheid niet altijd wordt onderkend en het geheel andere karakter van beide diensten niet wordt verstaan. De morgendienst is de bediening van het Woord. In de morgendienst wordt het zaad uitgestrooid en daarvan geldt, dat het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods. Of dan de prediking van de catechismus geen Woord Gods is? Ik zou deze vraag niet regelrecht met ja of neen durven beantwoorden. Daar waren er onder de vaderen, die ook in de avonddiensten een tekst uit de bijbel namen en dan zeiden zoals deze nader verklaard wordt in zondag zoveel van onze catechismus.

Ik meen dat daardoor het karakter van de lecr

dienst en het bijzondere van de catechismusprediking niet veranderd wordt. In deze prediking zit iets van catechetisch onderricht.

Ik zou in dit alles niet graag stellige uitspraken in het algemeen doen, maar ik heb hierover de laatste dagen nog al wat nagedacht. Het trof mij, dat uit de praktijk van mijn bediening in zoverre dit naar buiten kwam dat de roeping en alzo het werk der wedergeboorte opkwam uit de bediening van 't Woord zoals dit in de morgendiensten ons gepredikt wordt. Dit ligt ook volkomen in de aard dier prediking en vindt zijn verklaring in het Woord zelve.

Of dan de catechismusprediking van minder waarde is? Integendeel. Ik acht deze een levensbelang voor de gemeente. Daarin wordt de weg des levens geleerd en het voedsel der ziel uitgereikt. Vooral voor het leven der kerk is deze prediking van het grootste belang.

Maar we zullen toch zeker tussen beide onderscheid moeten maken. Het is gevaarlijk voor onze zielen om zondagsmorgens maar uit te slapen en alzo niet tot de verkondiging van het Woord des Heeren te komen en alzo op de akker van die grote Boaz niet te komen, waar deze tot het hart van alle zoekenden en behoeftigen van de rust spreekt, van de weg der inplanting in het Sion Gods.

Dat wil niet zeggen dat de avonddienst van minder belang is. Daar onderwijst de Heere een onwetend volk in zijne wegen. Daar worden de schatkameren Gods geopend en daar worden de korenschuren des hemels ontsloten, opdat het voedsel de kinderen zou worden toegereikt.

Een mens doet zichzelf dus veel te kort door te zeggen: ik ben vanmorgen al geweest, ik kan vanavond wel thuisblijven of ergens op visite gaan of gelegenheden bezoeken waar men zeker op Gods dag niet behoort te komen.

Ik krijg zo langzamerhand de indruk, dat er naast een kern van trouwe kerkgangers er velen zijn, die zich al heel trouw achten door elke zondag een keer te komen. Daarin worden zij ten zeerste gesterkt door hen die eens per veertien dagen komen of maandkerkgangers zijn. Dan zwijgen we maar van de kwartaal-kerkgangers of de gelegenheidskerkgangers, die toch niet helemaal willen achterblijven.

Denkt men wel eens aan dc geestelijke schade, die men aan eigen zielen toebrengt en aan de gezinnen en ook aan eigen omgeving. Opgaan wekt op tot mede opgaan. Daden spreken meer dan woorden. Daarbij vergete men niet hoe door het verschillend karakter der beide diensten, deze niet alleen elkander aanvullen maar ook onmisbaar zijn."

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 januari 1965

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 januari 1965

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's