Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opwekkingsliederen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opwekkingsliederen

28 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
Het Nederlandstalige christendom heeft de afgelopen jaren te maken gekregen met een fenomeen dat, zo het nu lijkt, een revolutie heeft teweeggebracht in de algehele beleving van het geestelijk lied, zowel wat de zang als de tekst betreft. Leidde deze trend aanvankelijk een sluimerend bestaan, heden ten dage lijkt deze te zijn uitgegroeid tot een stroming die niet meer weg valt te denken uit de christelijke liedcultuur. Kreeg eerst, buiten de officiële kerken, de evangelische beweging te maken met dit fenomeen, nu lijken ook de traditionele kerken zich steeds minder afzijdig te houden van deze 'muziek in een nieuwe richting1' of het 'nieuwe zingen'2. Naast bijval, omdat men zogezegd een leemte ten aanzien van lofprijzing en aanbidding had opgevuld', zijn er ook kritische geluiden te horen. We willen aan de hand van een viertal punten inzicht verschaffen in de waarde en de invloed van deze liedcultuur:

1. vaak gezongen liederen uit de bundel Opwekkingsliederen
2. de aantrekkingskracht van deze liederen
3. de positieve en negatieve punten van opwekkingsliederen
4. het theologische gehalte ervan.

Vaak gezongen liederen uit deze bundel

De bundel Opwekkingsliederen heeft zijn ontstaan te danken aan de toenmalige evangelisatiebewegingen van de Gideons, de jeugdbeweging van Stromen van Kracht en de campagnes van T.L. Osborne en Billy Graham. De eerste presentatie van de liederen in Nederland vond plaats in 1972, ter gelegenheid van de eerste One Way Day. De eerste editie van de bundel omvatte 81 nummers. Later is hij aanmerkelijk uitgebreid. De oorspronkelijke bimdel was voornamelijk afgestemd op Angelsaksische jongeren. Dit is erg belangrijk voor een goed begrip van de invloed van deze liederen op het Nederlandse theologische klimaat. Omdat vele liederen niet auteursrechtelijk waren vastgelegd, kon iedereen deze liederen gebruiken. Ze waren als het ware van iedereen. Het waren voornamelijk de zogenoemde bijbelkoortjes, korte enkelstrofische liederen, die uitblonken in gemak en simpelheid. Het gemak bleek daarin dat ze snel, zonder tekstboekje, uit het hoofd te leren waren. Dit had wel tot gevolg dat ze meer vanuit het hart of vanuit het gevoel gezongen konden worden. Kortom, het waren gewoon lekkere liedjes, die gemakkelijk in het gehoor lagen. Een van de samenstellers van deze bundel, Wiesje Hoekendijk, ging, omdat zij regelmatig zangdiensten leidde, voornamelijk af op wat populair was: het waren de mensen die uitmaakten welke liederen wel of niet aanspraken.
Men voelt het al aankomen: op bepaalde momenten voldeden de liederen niet meer, zodat er behoefte kwam aan nieuwe liederen. Dit had tot gevolg dat er regelmatig aanvullingen moesten verschijnen om de bundel actueel te houden, iets dat tot op heden nog doorgaat. Tekstvertalers werden benaderd om de overwegend Engelstalige liederen geschikt te maken voor het Nederlandse taalgebied. Ieder jaar wordt geselecteerd uit vele liederen. Telkens worden zo'n vijftien tot twintig nieuwe liederen in de bundel opgenomen. Een ander criterium voor de selectie is dat wat op dit moment geestelijk actueel is4. Dit alles heeft tot gevolg dat liederen die in de begintijd populair waren, vandaag vrijwel niet meer gezongen worden. Van de eerste honderd nummers kan bijvoorbeeld het merendeel volgens Wiesje Hoekendijk vervallen. Zij zegt over de selectie:

'Ik ging veelal af op wat populair was, op wat mensen graag zongen. Achteraf blijkt dan wat aanvankelijk veel gezongen werd, nu soms nauwelijks meer gehoord wordt. De levensduur van de meeste koortjes uit die begintijd bleek vrij kort. We zouden in een eerstvolgende editie de eerste honderd nummers, op een enkele blijver na, zo kunnen laten vervallen.'5

Conclusie: de trend van de dag, de geestelijke stroming van het ogenblik, bepaalt de keuze van de liederen. Een subjectivistisch primaat, dat zich tot op heden laat voelen; de 'markt' domineert6.

De aantrekkingskracht van deze liederen

De muziek
Lag de aantrekkingskracht in het begin veeleer op het gemak en de simpelheid van deze liederen, die gekoppeld waren aan de voorkeur van mensen, op den duur werd het gevoelselement steeds meer een factor van belang. De wortel daarvan ligt in een veranderend zicht op de theologie en de maatschappij7. Er was sprake van een tegenreactie op het theologische en maatschappelijke traditionalisme, waarbij de kloof tussen jong en oud, wat geloofsbeleving betrof, zich begon af te tekenend8. Wiesje Hoekendijk verwoordt dit als volgt:

'Er kwam behoefte aan liederen die je binnen een mum van tijd uit je hoofd kon meezingen en meespelen, waarbij je geen tekstboek nodig had, zodat je er gemakkelijk je hart in kon leggen, ze meer vanuit je eigen gevoel kon zingen. Daarbij komt dat de typische Johan-de-Heerliederen door de jonge mensen als sentimenteel en uit de tijd werden ervaren. Zij wilden de eigentijdse vlottere, meer ritmische liederen.'9

Een andere factor van belang is het feit dat de context waarin deze liederen opgesteld werden, niet overeenkwam met de theologische context zoals die binnen Nederland heerste. Nederland werd overspoeld met liederen die oneigen waren aan de Nederlandse (theologische) cultuur die toen heerste. Denk aan de steeds groter wordende invloed van de overwegend Engelstalige gospelmuziek in de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw10. We zouden kunnen concluderen: de opkomst van opwekkingsliederen c.q. praisemuziek loopt parallel met de opkomst van de gospelmuziek, christelijke teksten op popmuziek.

Voorbeelden:
lied 32: Dit is de dag die de Heer ons geeft. (This is the day, that the Lord has made.)

lied 236: Heilig, heilig, heilig. Here God almachtig. (Holy, holy, holy. Lord God Almighthy.)

lied 349: Hij is verheerlijkt... (He is exalted ...) gecomponeerd door Twila Paris

lied 350: Voder, vol van vrees en schaamte ... (Lord have mercy ...) gecomponeerd door Adrian Snell

lied 389: Create in me a clean heart, o God ... gecomponeerd door Keith en Meldody Green

lied 401: Koning Jezus, wij verhogen U ... (We will glorify the King of kings.) gecomponeerd door Twila Paris.

Dit zijn een aantal voorbeelden - er zijn er wellicht meer te noemen - waaruit blijkt dat er een interactieve werking bestaat tussen gospel- en praisemuziek, omdat deze zangers naam gemaakt hebben als uitvoerenden van gospelmuziek, in tegenstelling tot Graham Kendrick, die je een echt praisemusicus zou kunnen noemen. De opkomst van de seculiere popmuziek heeft de weg gebaand naar de christelijke popmuziek, die op haar beurt de deur heeft geopend voor de praisemuziek11. Dit alles heeft de acceptatie van deze muziek in christelijke kring aanzienlijk vergemakkelijkt. Een opmerkelijk fenomeen is verder dat de seculiere popmuziek, in het algemeen gesteld, steeds verder lijkt te ontaarden, met als climax, anno 1997, de housemuziek. En ook dat de christelijke popmuziek steeds meer praiseelementen in zich krijgt, ook al is er sprake van een gemeenschappelijk gebied12. Het is duidelijk dat de wereldse muziek onmiskenbaar heeft bijgedragen tot de acceptatie van christelijke popmuziek binnen christelijke kring. De christelijke popmuziek heeft elementen uit de wereldse muziek overgenomen om zo de jeugd met het Evangelie te kunnen bereiken.

De tekst

De muziek blijkt een belangrijke rol te spelen binnen de beide circuits. Maar hoe is dat met de tekst? Heeft de tekst wel een zodanige aantrekkingskracht dat de mensen de inhoud tot zich nemen? Allereerst moet opgemerkt worden dat de mens veel gevoeliger is voor muzikale dan voor tekstuele impulsen. En dat wat de tekst betreft, de beide wegen zich hier scheiden. Popmuziek heeft binnen de gereformeerde gezindte een slechte naam vanwege de uitvoering van de muziek, de inhoud van de teksten en de levensstijl van de popmuzikanten. Opwekkingsliederen daarentegen blijken een grote aantrekkingskracht te hebben op de christenen uit de gereformeerde gezindte. Wat maakt deze liederen zo populair? Ds. Van Amstel, christelijk gereformeerd predikant, zegt hierover het volgende:

'Waarom pakken jongeren wel het genoemde lied (lied 281, Als een hert dat verlangt naar water ...) en niet psalm 42? (...) Veel jongeren en jonge ouders zijn de psalmen enigszins beu, omdat ze herinneren aan gezag, kaders en traditie. De opwekkingsliederen vinden ze prettig wegzingen. Het moet tegenwoordig allemaal makkelijk zijn, leuk zijn. Maar het gaat er bij de bijbelse boodschap niet om of het leuk is. De psalmen zijn niet te evenaren in de weergave van de breedte en de diepte van het geloofsleven. Dat mis ik in opwekkingsliederen.'13

Naar mijn mening wordt hier de essentie geraakt met betrekking tot de verhouding van muziek en tekst. Was bij de seculiere muziek de muziek dé toetssteen om uit te maken of men een liedje goed of slecht vond, ook bij opwekkingsliederen (en gospelmuziek) krijgt de muziek helaas voorrang op de tekst. Ds. Van Amstel zegt over dit verschijnsel:

'Onze jongeren letten in hun enthousiasme te weinig op de inhoud. Ze zijn ook vaak niet in staat om die inhoud evenwichtig te beoordelen.'14

Chris Eijer, baptistenpredikant, is deze mening, hoewel in een iets gewijzigde vorm, ook toegedaan. Hij stelt:

'(...) de meeste mensen zingen zo'n lied min of meer gedachteloos, althans doen niet moeilijk over een tekst. Maar dan zijn ze in wezen wel verkeerd bezig, hoe leuk de melodie ook is en hoe dierbaar mij ook de sfeer is die daarmee wordt opgeroepen.'15

Jacques Helder, gereformeerd predikant en coördinator muziek en samenzang van de conventies van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN), heeft voor de aantrekkingskracht van deze liederen een zeer belangrijke psychologische verklaring:

'Het gehalte van de tekst van deze charismatische en/of evangelische liederen wordt in de eerste plaats bepaald door wat zij oproept. Dat geldt ook voor de muziek. De inhoud en de kwaliteit zijn voor iedereen anders. Centraal staat evenwel de persoonlijke betrokkenheid bij deze liederen. Het is juist de combinatie van eenvoudige muziek en directe teksten die het opwekkingslied zinvol maken. Zeker voor het ervaren en het beleven van de persoonlijke ontmoeting met God. Dat is het verbindende element dat mensen in staat stelt hierdoor samen God te lofprijzen en te aanbidden. '16

Conclusie: Wat het collectivum betreft, ligt de aantrekkingskracht van opwekkingsliederen voornamelijk in de muziek die elementen in zich heeft die afgeleid zijn van moderne muzikale patronen, zoals die gehanteerd worden binnen het terrein van de seculiere muziek en de gospelmuziek. Door de persoonlijke ontmoeting met God kunnen mensen Hem samen lofprijzen. Wat het individu betreft, ligt het accent voornamelijk op het persoonlijk beleven van het lied in het algemeen, waarbij de tekst als drager fungeert om de omgang met God gestalte te geven. Er is dus in hoge mate sprake van subjectivisme17. In beide gevallen speelt de muziek, psychologisch gezien, een overheersende rol.

De positieve en en negatieve punten van Opwekkingsliederen

Positieve punten van 'Opwekkingsliederen'

Allereerst kijken we naar de muziek. Moderne muziek spreekt de jeugd aan. Ze is opgegroeid met moderne (pop)muziek die iets van haar belevingswereld en haar identiteit uitdrukt. De kloof tussen de hedendaagse muziek en de muziek in Opwekkingsliederen is daardoor klein, temeer ook omdat de componisten meestal affiniteit vertonen met de jonge generatie en moderne muzikale concepten hanteren. Vervolgens bezien we de tekst. De teksten zijn geschreven in hedendaags Nederlands, de taal die men vandaag spreekt. Men kan sneller begrijpen wat men zingt, omdat men niet eerst Oudnederlandse woorden behoeft om te zetten naar hedendaags taalgebruik. Er is, communicatief gezien, vrijwel geen barrière.

Negatieve punten van 'Opwekkingsliederen '18
Omdat de muziek vandaag de dag zo 'n overheersende rol speelt, heeft de inhoud van de tekst geen primair belang. Men gaat veeleer af op de vraag of het een lekker in het gehoor liggend liedje is. Dit fenomeen is ook waarneembaar in de cultuur die rondom Opwekkingsliederen is gegroeid: er wordt eenbepaalde sfeer gecreëerd. Het gevoel voert de boventoon. De liederen spreken voornamelijk de jeugd aan, maar deze kan op grond van haar leeftijd geen objectief oordeel vellen over de kwaliteit van de liederen als zodanig. De teksten bevatten bepaalde theologische implicaties en gedachtengangen waarmee de jeugd (nog) niet kan klaarkomen.19 Opwekkingsliederen heeft weinig bindmg met de liederenschat uit het verleden. De bundel weerspiegelt teveel de teneur en de thematiek van moderne liederen. Omdat er sprake is van een themathiek, nl. lofprijzing en aanbidding, ademt de bimdel een eenzijdige benadering. Het aantal onderwerpen dat in de liederen aan de orde komt, vertoont een sterke reductie. Liederen van verootmoediging, schuld, bekering en heiliging passen niet in het thematisch schema van deze bundel. Door de aard van zowel de tekst als de muziek is de belevingswaarde van het lied als zodanig voor een ieder weer anders. Dit schept een subjectivistisch kader20.

Het theologische gehalte van de liederen

Het theologische gehalte kan het best duidelijk worden gemaakt aan de hand van een aantal voorbeelden: de nrs. 60, 263, 334, 375 en 392. Deze voorbeelden vormen een redelijk goede indruk van de theologie van deze liederen.

Lied 60

1 Voor uw liefde. Heer Jezus, dank U wel.
Voor uw liefde. Heer Jezus, dank U wel.
Wij aanbidden
U, Heer U komt toe alle lof en eer.
O, Heer, wij prijzen uw naam!

2 Voor uw woord van genade, dank U wel.
Voor uw woord van genade, dank U wel.
Heer, U maakte ons vrij.
In uw kracht overwinnen wij.
O, Heer, wij prijzen uw naam!

3 Wij aanbidden U Jezus, Zoon van God.
Wij aanbidden U Jezus, Zoon van God.
Vul ons hart voor altijd,
met uw liefde en heerlijkheid.
O, Heer, wij prijzen uw naam!

4 U bent heilig, heilig, heilig, Heer.
U bent heilig, heilig, heilig. Heer.
Machtig God, zie ons staan.
Neem ons lied als een lofzang aan.
O, Heer, wij prijzen uw naam!

5 Maranatha, Heer Jezus, kom terug.
Maranatha, Heer Jezus, kom terug.
Wij verwachten U, Heer.
Hoor wij bidden: Kom haastig weer!
O, Heer, wij prijzen uw naam!

Lied 60 behoort tot de zogenaamde evangelisatieliederen. Het staat daarom in het eerste hoofddeel, de nummers 1-81. Het lied bestaat uit vijf coupletten en is een goed voorbeeld van een lied dat bijbelse waarheden kan illustreren. Maar als bijbelse illustratie wordt het vrijwel nooit gezongen. En dat om de volgende redenen. De woordjes 'wij' en 'ons' slaan op christenen. De terminologie is zodanig dat uitsluitend christenen de terminologie kunnen associëren met de bijbelse gegevens. Want er wordt bijvoorbeeld niet uitgelegd in welke relatie het woord 'liefde' moet worden gezien. 'Liefde' staat zogezegd in een onafhankelijke zin, dat wil zeggen een zin die geen inhoudelijk verband met andere zinnen of een eventueel aangegeven bijbelse context heeft. Het is een contextloos begrip. Dit is in de bundel een structureel verschijnsel. Hetzelfde is het geval met 'woord van genade' en 'Heer, U maakte ons vrij'. Wij als christenen denken daarbij aan Jezus' verlossingswerk door middel van Zijn dood en opstanding. Voor een nietchristen is deze terminologie weinig of nietszeggend.

Conclusie: er is uitleg nodig van deze woorden en begrippen, gezien de functie van het eerste hoofddeel, de nummers 1-81: liederen ten behoeve van evangelisatiewerk. Met andere woorden: het lied bevat geloofsreacties (In uw kracht overwinnen wij / wij prijzen Uw Naam! / Vul ons hart voor altijd, met uw liefde en heerlijkheid / Wij verwachten U, Heer), maar mist de geloofswaarheden waarop ze betrokken dienen te worden.

Lied 60 is ook een vernieuwingslied, omdat in het lied wordt opgeroepen tot geloofsvernieuwing: Vul ons hart voor altijd ... In feite wordt opgeroepen tot een nieuwe vervulling. Bij een ander voorbeeld wordt dit verder uitgewerkt.

Ten laatste kan nog, op grond van de vierde regel in het vierde couplet (Neem ons lied als een lofiang aan) worden opgemerkt dat het lied binnen het kader van de lofprijzing is gehouden, ondanks de vele gebedselementen die in het lied zijn opgenomen.21

Lied 263

1 Er is een Verlosser,
Jezus, Zoon van God
Kostbaar Lam van God, Messias,
heilig God is Hij.

2 Jezus, mijn Verlosser,
niemand is aan U gelijk.
Kostbaar Lam van God, Messias,
maakt van zonden vrij.

3 Dank U, o mijn Vader.
U gaf uw eigen Zoon,
uw Geest als hulp voor ons totdat
het werk op aarde is gedaan.

4 Ja, de dag zal komen
dat ik Jezus zie.
Dan zal ik mijn koning dienen
voor eeuwig en eeuwig.

In lied 263 valt op de grote hoeveelheid titels die alle verwijzen naar Jezus: Verlosser, Zoon van God, Lam van God, Messias, God, Koning. Daarnaast worden als Personen nog genoemd: Vader en Geest. De titels hebben een sterke Persoonsgerichte functie, dat wil zeggen dat ze aangeven Wie Hij is en wat Hij doet. Ze fungeren als bijstellingen bij de Naam Jezus. Ze dekken echter niet de inhoud van het lied. Bepaalde aspecten, zoals niemand is aan U gelijk en maakt van zonden vrij worden wél genoemd. Hiertegen zijn een aantal bezwaren in te brengen:
- het lied verliest in grote mate zijn theologische diepgang, omdat de titels als tekstvulling gaan fungeren;
- de waarde van de onderhavige titels wordt sterk ingeperkt, omdat tekstuele referenties nagenoeg ontbreken; - omdat de titels betrekking hebben op de Drie-enige God, hebben zij slechts waarde voor christenen; ze zijn 'vaktaal' voor de ingewijde, maar onduidelijke taal voor de leek. Dergelijke liederen hebben nauwelijks evangeliserende waarde, maar voornamelijk een opbouwende functie voor christenen en kunnen in die zin ook vernieuwingsliederen genoemd worden.22 Andere liederen in deze categorie zijn: de nrs. 166 en 277.

Lied 334

Heer, uw licht en uw liefde schijnen.
Waar U bent, zal de nacht verdwijnen.
Jezus, Licht van de wereld, vernieuw ons.
Levend Woord, ja uw waarheid bevrijdt ons.
Schijn in mij, schijn door mij.

refrein:

Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid.
Kom heil'ge Geest, stort op ons uw vuur.
Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen.
Spreek, Heer, uw woord: dat het licht overwint.

Heer, 'k wil komen in uw nabijheid.
Uit de schaduwen in uw heerlijkheid.
Door het bloed mag ik U toebehoren.
Leer mij, toets mij, uw stem wil ik horen.
Schijn in mij, schijn door mij.
(refrein)

Staan wij oog in oog met U, Heer.
Daalt uw stralende licht op ons neer.
Zichtbaar, tastbaar wordt U in ons leven.
U volmaakt wie volkomen zich geven.
Schijn in mij, schijn door mij.
(refrein)

Lied 334 kenmerkt zich door een grote overeenkomst met Psalm 43. Het woordpaar 'licht en liefde' komt in de Bijbel niet voor. Wel zijn het eigenschappen van God.23 De Bijbel noemt wel een ander woordpaar: 'licht en waarheid', dat genoemd wordt in Psalm 43:3. De context waarin dit gebruikt wordt, is het feit dat de Psalmdichter een presentatie van God verlangt in weerwil van degenen die zeggen: Waar is uw God? (Psalm 42:4b en 11b). Dit verlangen is verbonden met het perspectief om God weer te gaan loven (Psalm 43:4b). Het is een persoonlijke bede uit een gevoel van Godverlatenheid.24 In het lied wordt dit woordpaar als een statistische realiteit in een ervaren aanwezigheid beleefd.
Tussen lied 334 en Psalm 43 zijn belangrijke theologische verschillen te constateren:
- Psalm 43 geeft een toestand van Godverlatenheid aan en is een gebed om God Zelf. Lied 334 geeft een toestand aan van het niet meer ten volle ervaren van de werking van het geloof in God en is een gebed om geloofsvernieuwing. 'Vernieuwing' is volgens Titus 3:3-7 onlosmakelijk verbonden met wedergeboorte, een gebeurtenis die onder de leiding staat van de Heilige Geest en die, zoals blijkt uit de Griekse tekst, in het verleden heeft plaatsgevonden, maar waarvan het resultaat zich tot in het heden laat gelden. 'Vernieuwing' houdt in: omvorming, definitieve toestandsverandering. De Bijbel leert ons daarbij dat de weg van wedergeboorte en vernieuwing loopt via verootmoediging en bekering. Dit is een zaak van het hart. Het is dit element dat in het lied (evenals in vele andere liederen) gemist wordt. Daardoor missen de regels Leer mij, toets mij, uw stem wil ik horen en U volmaakt wie volkomen zich geven hun volle betekenis. Het zonder voldoende diepgang aantippen van een feit met een diepere betekenis kan typisch charismatisch genoemd worden25.
- Een ander punt is het gebed om de komst van de Heilige Geest. De vraag is: Kan er gebeden worden om Zijn komst, terwijl Hij volgens Handelmgen 2 reeds is uitgestort? Een gebrek aan doorwerking van de Geest dient als zonde te worden beleden, zodat een gebed om de verlichting met de Geest - niét (!) om de komst van de Geest - de juiste invalshoek vormt. Wij hebben hier te maken met een terminologisch probleem in een bepaald theologisch raamwerk.
- Een laatste punt dat ik zou willen noemen, is het fenomeen van de zogenaamde 'territoriale theologie'. Dit houdt in dat er sprake is van het claimen van een bepaalde geografische plaats voor God, in dit geval dit land en heel de aard'. Kunnen wij (een) land claimen voor God? Met andere woorden: kunnen wij terrein/territorium terugwinnen op de duisternis? Alleen God is bij machte de satan te verslaan (Openb. 20). God heeft soevereine macht en wij zijn slechts Zijn medearbeiders26. Het lied is in feite een gebed waarin het claimen van een land, zowel nationaal (dit land) als internationaal (heel de aard'), wordt uitgesproken." Lied 334 is een uitmuntend voorbeeld van een lied dat opgezet is volgens de theologie van de charismatische vernieuwing.

Lied 375

refrein:

De Heer regeert, de Heer regeert, de Heer regeert.
Dat de aarde juicht. Dat de aarde juicht.
Dat het volk zich verheugt. Want Hij regeert

Het vuur dat voor Hem uitgaat,
verteert zijn sterkste vijanden.
De bergen zijn als was
bij 't verschijnen van de Heer,
bij 't verschijnen van de Heer.
(refrein)

De hemel toont zijn heerlijkheid.
De volken zien zijn grootheid.
Want U, o Heer, bent verheven
boven al wat leeft,
boven al wat leeft.
(refrein)

Lied 375 is een bijbellied dat gebaseerd is op Psalm 97. Een feit is dat deze Psalm niet in zijn geheel genoteerd staat in dit lied. De volgende verzen zijn aanwezig: 1a, 1b, 3, 5a, 6 en 9. De verzen 2, 4, 5b, 7, 8, 10, 11 en 12 zijn afwezig. Er is dus binnen het lied een bepaalde selectie van bijbelverzen toegepast. Onderzoekt men de selectie nader, dan blijkt dat alleen de lofprijzingscitaten zijn opgenomen. In het lied worden twee dingen benadrukt: Gods heerschappij en het krachtig verdelgen van Zijn vijanden. Van de oproep van God om het kwade te haten en van de waarschuwing dat afgoderij beschaamd maakt, vinden wij niets terug. Blijkbaar is dit een gepasseerd station en waant men zich in een tijd die nog moet komen.28 De weggelaten tekstgedeelten zijn juist die gedeelten die ons oproepen ernst te maken met alles wat van God is en het kwade weg te doen, omdat Zijn heerschappij toch zal overwinnen, ook al zien wij er vandaag weinig van.
Cees van Setten zegt over het selecteren van bijbelgedeelten:

'In het opwekkingslied ligt het accent (...) op eenvoudige lofprijzings- en aanbiddingsteksten. Vele spirituele kleuren uit het psalmboek ontbreken, waardoor theologische en pastorale grijsheid ontstaat. Nu kan men tegenwerpen dat er onder de opwekkingsliederen toch ook zogenaamde 'bijbelliederen' zijn, de rechtstreeks aan de Schrift en dus ook (aan) de psalmen ontleende liederen. Maar mijns inziens zijn deze liederen nu net een illustratie van wat ik hierboven betoog. Want er wordt steeds [eigen cursivering, SS] een 'selectie' gepleegd, waardoor onrecht wordt gedaan aan de contekst van de psalm en haar 'Sitz im Leben'. Vaak zijn het de lofprijzingsteksten die hieruit worden gedestilleerd.'29

Vele Psalmcitaten en andere bijbelteksten m Opwekkingsliederen zijn op een dergelijke manier gebruikt, waardoor ook dit fenomeen structureel te noemen is.

Lied 392

Mijn Jezus, ik hou van U, Ik noem U mijn Vriend.
Want U nam de straf op U die ik had verdiend.
De grote Verlosser, mijn Redder bent U.
'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

Mijn Jezus, Ik hou van U, want U hield van mij.
Toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij.
Voor mij de genade, een doornenkroon voor U.
'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

Ik zal van U houden in leven en dood.
En ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood.
Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U:
'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom,
dan buig ik mij voor U, in uw heiligdom.
Gekroond met uw heerlijkheid, zal 'k zingen voor U:
'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu,
maar nooit zoveel als nu.

Het laatste lied is een goed voorbeeld van een strofisch belijdenislied met een traditionele melodie, waarvan de tekst opnieuw berijmd is: een semi-klassiek lied. Het is een lied dat sterk emotioneel van aard is: vurig wordt de liefde van de mens tot Jezus bezongen. De uitroep Ik hou van U komt in de Bijbel sporadisch voor, namelijk in Psalm 18:2, Psalm 116 en Johannes 21:15-17. Deze drie bijbelteksten zijn de enige plaatsen waar de persoonlijke liefdesverklaring van een mens tegenover God of Jezus wordt uitgesproken. Tevens kan worden opgemerkt dat alle drie de teksten in een pastoraal kader staan. Een persoonlijke belijdenis Ik heb U lief (ik hou van U) in een directe relatie met Jezus' verlossingswerk en in de relatie God-verlossing-medemens (1 Joh. 4:7-21). Het Oude Testament laat zien dat de Tien Geboden, inclusief de geboden over de verhouding tot de medemens, betrekking hebben op de verlossing uit Egypte. Hier is deze verhouding afwezig. Omdat het kader van de medemens ontbreekt, krijgt het lied een subjectief, individualistisch en louter verticalistisch karakter.
Deze verenging, met inbegrip van het gemis aan pastorale affiniteit, maakt het lied zeer subjectief: vooral de persoonlijke gevoelens komen sterk naar voren. Ook dit komt in de bundel vaak voor, voornamelijk bij de ik-liederen.30 De terminologie staat ten dienste van deze subjectiviteit. De benaming 'Vriend' voor Jezus door een gelovige wordt opmerkelijk genoeg nergens in de Bijbel aangetroffen. Jezus noemt van Zijn kant wel Zijn discipelen 'vrienden' (Joh. 15:13- 17), maar wordt Zelf door hen niet met 'Vriend' benoemd. De term 'Vriend' roept een gevoel van annexatie en individualisme op en klinkt familiair. Het relationistisch karakter gaat zover dat het ontaardt in een verregaand subjectivisme: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
Het derde couplet wekt de indruk dat de mens zélf kan bepalen in welke gemoedstoestand hij zich bevindt wanneer hij in moeilijke omstandigheden komt te verkeren: nood, dood, sterven. De bede Wees mij genadig! is dit geval zeer op haar plaats. De geloofszekerheid heeft in dit lied ietwat hoogmoedige trekken en het lied is zeker niet geschikt om door een collectivum te worden gezongen.

Conclusie

Er is sprake van een bepaald theologisch raamwerk in Opwekkingsliederen. De bundel wordt gebruikt binnen een context van lofprijzing en aanbidding. Deze thematiek brengt een enorme versmalling teweeg binnen het geestelijk spectrum: de onderwerpen binnen de liederen worden sterk eenzijdig gereduceerd. Daarnaast is sprake van fragmentatie van (bijbel-)teksten. De teksten zijn geselecteerd zijn op basis van een thema waarin vooral subjectieve emotionaliteit een grote rol speelt. Vervolgens is te merken dat deze bimdel charismatisch van opzet is: de liederen zijn gemaakt binnen een bepaalde context. Vele liederen zijn vanuit het Angelsaksische taalgebied (voornamelijk Amerika en Engeland) naar ons toegekomen en dragen de sporen van de filosofie of ideologie die met haar meekomt. De Nederlandse vertaling wist dit element niet uit. Veel is niet genoemd. Voor een verdere beschrijving van deze materie worde men verwezen naar de studie die door schrijver dezes over de bundel Opwekkingsliederen gepubliceerd is.

Geraadpleegde literatuur

Kamsteeg, H. e.a. (eds.), Visie, Programmablad van de Evangelische Omroep, jg. 17 nr. 42. Hilversum 1986
La Rivière, Leen, Kaf & Koren. Een evangelische visie op muziek. Rotterdam, Continental Sound, december 1980, tweede, herziene druk
La Rivière, Leen, Revivals & Music. Rotterdam, Continental Sound/Christian Artists, 1991, revised book publication; original study 1979
Poll, Evert W. van der, Een nieuw gezang. Opwekkingslied en gospelmuziek. Sliedrecht, Merweboek, 1992 Reformatorisch Dagblad, 'Gankema: Belangstelling voor opwekkingsliederen neemt toe. Ds. Van Amstel betreurt opmars onder jongeren', 25 (30 maart 1996)
Reformatorisch Dagblad, 'Holle ervaring vult niet. Ds. K. van Berghem diep bezorgd over wereldwijde charismatische spraakverwarring', 25 (4 januari 1996)
Schipper, S., Realiteit en ervaring in de evangelische zangbundel Opwekkingsliederen.
Heverlee, Bijbelinstituut België, mei 1996
Setten, C. van, 'Een vrolijke noot. Het lied in de "opwekkingsbeweging"', Soteria, 10 (3) 1993, pag. 33-44

Noten

1. Eén van de eerste keren dat deze term gebruikt wordt, is 18 oktober 1986: 'Ronduitpraise- Jongerenprogramma met muziek in een nieuwe richting', in E.O.visie 17 (42, 1986).

2. Deze term vinden wij als titel van de inleiding van het boek van Evert W. van der Poll, Een nieuw gezang (1992) p. 7.

3. Ibid., p. 38, 57 en 58.

4. J.J. Gankema van de Stichting Opwekking zegt dat een brede selectiecommissie zich ieder jaar buigt over het enorme aanbod van nieuwe liederen en zegt vervolgens: 'Met haar keuze probeert de commissie aan te sluiten bij de geestelijke beweging die in ons land gaande is': Gankema: 'Belangstelling voor opwekkingsliederen neemt toe', in: Reformatorisch Dagblad (30 maart 1996) p. 2. Kees van Setten, coördinator m.b.t. de selectie voor de aanvullingen, trekt de kring wijder en zegt over het selecteren van liederen: 'Maar het hoofdcriterium is dat we proberen op te vangen: wat gebeurt er geestelijk? Daar spelen we dan op in met de liederenkeuze. Of: wat gebeurt er internationaal en hoe kunnen we muzikale ontwikkelingen uit het buitenland vervolgens vernationaliseren?' Vervolgens constateert hij een te grote inbreng van de Amerikaanse soft-popstijl. Nederlandse inbreng, ook kerkelijk, is er vrijwel niet. Evenmin de inbreng van niet-westerse culturen: Evert W. van der Poll, Een nieuw gezang (1992) p. 52. Wiesje Hoekendijk, die zich uit het werk t.a.v. de selectie heeft teruggetrokken, raakte dit aspect ook aan; zij probeerde zoveel mogelijk één lijn te trekken in de selectie van de liederen in dit opzicht, dat zij afging op de manier waarop zij de leiding van de Heer ervoer, nl.: Wat was op dat moment de beweging van de Geest? Waaraan was behoeft?: Ibid., p. 38 en 39...

5. Ibid., p. 34 en 35.

6. Gezien haar opmerkingen m.b.t. het feit dat Opwekkingsliederen steeds meer een allround zangbundel aan het worden is, bespeurt ondergetekende geen tendens in die richting: Siebold Schipper, Realiteit en ervaring in de evangelische zangbundel 'Opwekkingsliederen' (mei 1996) hoofdstuk 2.6, voetnoot 43a op pag. 44.

7. Lees in dit verband het artikel: 'Holle ervaring vult niet', ds. K. van Berghem diep bezorgd over wereldwijde charismatische spraakverwarring, in: Reformatorisch Dagblad (4 januari 1996) p. 13.

8. Vgl. de opmerking van ds. Van Amstel verderop in dit artikel.

9. Evert W. van der Poll, Een nieuw gezang (1992) p. 35.

10. Hans Loeve, gospeljournalist zegt, dat Gospelmuziek in eerste instantie de benaming voor een bepaalde stijl is: de 'zwarte muziek' in de Amerikaanse negerkerken. In brede zin wordt de term 'gospelmuziek' gebruikt om het gehele spectrum van christelijke populaire muziek aan te duiden, van folk tot hardrock. Ook praise rekent met er dan bij. Hij geeft als definitie: 'Muziek gemaakt door christenen en met evangeliserende teksten'. De overkoepelende benaming is reli-pop: Evert W. van der Poll, Een nieuw gezang (1992) p. 109 en 110. Leen La Rivière zegt dat het eigene van gospelmuziek is: a) de teksten gaan over de bijbel en levenservaringen; de proclamatie van het evangelie staat voorop; b) het heeft niets met stijl te maken; alle stijlen kunnen vertegenwoordigd zijn: Revivals & Music (1991) p. 33. Conclusie: er is geen vaste terminologie m.b.t. de omschrijving van de term 'gospelmuziek'.

11. Praisemuziek heeft de volgende eigenschappen: zij is verbonden met lofprijzing en aanbidding en romantisch van karakter, soms in mineur en erg eenvoudig. Vervolgens geeft het een groot expressievermogen aan het individu: Leen La Rivière, Kaf en Koren (december 1980) p. 149.

12. Denk b.v. aan Amy Grant en Cliff Richard, wier muziek zowel een plaats heeft in het circuit als in het gospelcircuit.

13. Gankema: 'Belangstelling voor opwekkingsliederen neemt toe', in Reformatorisch Dagblad (30 maart 1996) p. 2.

14. Loc. cit.

15. Evert W. van der Poll, Een nieuw gezang (1992) p. 77.

16. Ibid,, p. 60.

17. 'Subjectivisme' wil zeggen: Een handel- en denkwijze waarbij de persoon bewust of onbewust zijn/haar gevoelens laat primeren met betrekking tot het vormen van een oordeel; alles is/wordt gericht op de behoefte van het individu; het subject. Een goede begrijpelijke verwoording is: 'Iets is waar voorzover het voor mij persoonlijk waar is'.

18. De belangrijkste worden hier genoemd. Voor een uitvoerige analyse en het onderzoek dat tot deze punten heeft geleid, raadplege men de situatie: Rea en ervaring in de evangelische zangbundel 'Opwekkingsliederen'.

19. Lees de opmerking van ds. Van Amstel in voetnoot 14.

20. De belangrijkste worden hier genoemd. Voor een uitvoerige analyse en het onderzoek dat tot deze punten heeft geleid, raadplege men de studie: Realiteit en ervaring in de evangelische zangbundel 'Opwekkingsliederen'.

21. Lees de opmerking van ds. Van Amstel in voetnoot 14.

22. Vgl. de opmerking van Jacques Helder in voetnoot 15.

23. Iets dergelijks komt ook voor in de eerste zin van het laatste couplet van lied 70: 'Daaom zal, Heer, ons lied een loflied zijn'.

24. Denk aan de 'tale Kanaans' die een niet-christen niet zal begrijpen wanneer zij niet wordt uitgelegd. Dus niet wegvertalen, maar uitleggen. De vele bijbelse termen en titels geven al aan dat deze bundel hoofdzakelijk voor 'ingewijden' (christenen) is bestemd. Een lied heeft evangeliserende waarde wanneer niet de Persoon van God op Zich de nadruk krijgt, maar wanneer geloofswaarheden (kruis, bloed van Jezus, opstanding, overgave, verootmoediging, bekering en heiliging) in het ambt van God, d.w.z. wat Hij doet, zijn ingekleed. Een goed voorbeeld daarvan is nr. 345.

25. Ps. 36:10; Joh. 8:12, Rom. 8:35,39; 1 Kor. 13:13; 2 Kor. 4:6; 5:14; Ef. 3:4,5; 1 Joh. 4:7,8.

26. Men moet bedenken dat in de Hebreeuwse canon Psalm 42 en 43 één Psalm vormen.

27. Andere voorbeelden daarvan zijn de nrs. 136: 'Abba, Vader, .' en 167: 'Samen in de naam van Jezus ..'

28. Vgl. 1 Kor. 3:6-9.

29. Andere liederen met sporen van een territoriale theologie zijn de nrs. 12, 171, 191, 231, 276, 293, 299, 325, 357, 404, 415, en 455.

30. Sporen van een post-millennialistisch christendom, m.a.w. dat men zich waant in de tijd na Jezus' wederkomst, zijn ook te vinden in de nrs. 69, 277, 301, 307, 354, 387, 418, 419 en 435. Het lied sluit aan bij het reconstructionisme, een moderne en militante uiting van een post-millennialistisch denken dat zijn oorsprong heeft in Amerika.

31. Cees van Setten,'Een vrolijke noot', Het lied in de 'opwekkingsbeweging' (3,1993), in: Soteria p. 34.

32. Zie b.v. ook de nrs. 150, 235, 327, 338, 340 en 341. De motivatie om lief te hebben, wordt veelal gemist.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 november 1997

Driestar bundels | 172 Pagina's

Opwekkingsliederen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 november 1997

Driestar bundels | 172 Pagina's