Het voorrecht van de doop
Welke is de nuttigheid der besnijdenis? (...) dit is wel het eerste, dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd.Romeinen 3: 1b en 2b
Beste jongere, in deze Daniël gaat het over de Heilige Doop. Een heel belangrijke vraag is: welke waarde heeft mijn doop? Veel mensen in Nederland zijn niet meer gedoopt. Wij gelukkig wel. Wat is de nuttigheid, het voordeel, daarvan? De tekst wijst het voordeel van de besnijdenis aan. De doop is in de plaats van de besnijdenis gekomen. Dus kunnen we vanuit deze tekst ook vragen: wat is het voordeel van de doop?
Zegt Paulus dan, dat dit het voordeel is: God wil je Vader zijn, Hij wil je zalig maken, Hij belooft je Zijn beloften? Nee, dat zegt Paulus niet. Dat is ook niet Bijbels. De beloften van het genadeverbond zijn voor Gods kinderen. Zie wat de Heere zegt van Ismaël, die ook besneden was (gedoopt was, zouden wij zeggen). Hij krijgt veel, maar Mijn verbond en de beloften daarvan zijn alleen voor Izak (Gen. 17: 20-21). Zeker, de Heere gaat nog steeds door om (gedoopte) Adamskinderen naar Zijn welbehagen zalig te maken en te doen delen in de beloften van het genadeverbond. Om dat wonder mogen en moeten wij als gedoopten elke dag vragen.
Is dan het voorrecht van je doop dat je erop mag pleiten? Nee ook dat zegt Paulus niet. Wat is eigenlijk pleiten? Iemand erop wijzen dat hij verplicht is om het beloofde te geven. Aan wie belooft de Heere nu
wat bij de doop? Aan alle mensen die gedoopt worden? Nee, alleen aan Zijn kinderen! We lezen dat in Galaten 4: 29: Indien gij van Christus zijt, zo zijt gij Abrahams zaad en naar de beloftenis erfgenamen. Wanneer wij door wederbarende genade Christus zijn ingelijfd, dan zijn we erfgenamen en delen wij in de beloften van het genadeverbond. Daarom mogen Gods kinderen door het geschonken geloof pleiten op wat de Heere aan hen beloofd heeft. Zie daarvan een voorbeeld in 2 Kronieken 6:16: En nu, HEERE, God Israëls, houdt Uw knecht (U bent het verplicht), mijn vader David wat Gij tot hem gesproken hebt (beloofd hebt).
Maar wat is dan het grote voorrecht van je doop? Dat ons de woorden Gods zijn toebetrouwd, zegt de tekst. Ongedoopte mensen, levend in de wereld, hebben Gods Woord niet. Wij wel! Wij zijn door geboorte uit christelijke ouders en door onze doop door de Heere afgezonderd van de wereld. En dat brengt vooral dit grote voorrecht met zich mee, dat ik een Bijbel heb waardoor de Heere tot mij spreekt. Een Bijbel die eeuwen geleden zuiver vertaald, nog steeds in onze taal, in ons bezit mag zijn. En door dat Woord spreekt de Heere tot ons. We horen daarin van de dood in Adam, maar ook van de mogelijkheid van zalig worden en het leven in Christus. We horen daarin dat we wederomgeboren moeten worden, maar ook nog kunnen worden. We horen daarin dat de Heere ernstig en vriendelijk zegt: Verlaat de slechtigheden en leef en wendt u naar mij toe, wordt behouden, o alle gij einden der aarde.
Het hebben van Gods Woord is het grote voorrecht van je doop. Want juist Zijn Woord gebruikt de Heere door de kracht van Zijn Geest om naar Zijn welbehagen, juist onder gedoopten, mensen zalig te maken. Laat je bede als gedoopte dan zijn, niet als een rechthebbende pleitend op je doop, maar bedelend op je knieën: Heere werkt U, onverdiend, Uw genadewonderen, ook in mij!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 2014
Daniel | 32 Pagina's