De opstand tegen God

Wat is zonde volgens de Bijbel?
“Zonde is overtreding van de wet die God ons heeft gegeven. God heeft ons de wet ingeschapen in het hart. En Hij heeft ons ook bij de schepping het vermogen gegeven naar die wet te leven. Wij konden dus zonder zonde leven. Zonde is revolutie, opstand tegenover God. We willen Gods gezag afwerpen. Zonde is ook: doel missen. God heeft ons geschapen om tot eer van Hem te leven. Als we dat doel nu niet meer bereiken, is dat zonde. De mens doet niet alleen zonde, maar is helemaal zondig. Ook al doen we nog zo ons best, zoals de rijke jongeling, we kunnen dat levensdoel zelf niet meer bereiken. Wij zijn vijanden van God geworden. Wij kunnen en willen God niet meer verheerlijken, maar zoeken alleen onze eigen eer.”

Welke verleidingen komen op jongeren af?
“In onze tijd is vooral de verleiding van de seksuele zonde erg groot, in heel de maatschappij. De prikkels die nu op jongeren afkomen, vooral ook door de media, zijn enorm. Andere grote verleidingen zijn de wereldse gelegenheden, zoals cafébezoek. Daar wordt de zonde gediend. De Tien Geboden waarschuwen daar ernstig tegen.”
 
Weet iedereen wat zonde is?
“God schiep ons met een volmaakte kennis van Zijn wet. Door de zondeval hebben we die kennis niet meer. Maar er zijn wel overblijfselen van de kennis van die wet in ons hart. Ons geweten waarschuwt ons voor het overtreden van Gods wet. In Romeinen 2 lezen we dat zelfs bij de heidenen hun geweten hen beschuldigt als ze kwaad doen, al is ons geweten niet meer zuiver. We kunnen ons geweten op de mond slaan en zelfs toeschroeien.”

Hoe kun je leren wat echt zonde is?
“Van nature kunnen we spreken over de zonde en spijt hebben van wat we gedaan hebben. Maar dan bekijken we de zonde altijd door een verkleinglas. Dan zien we nooit de diepte en de grootte van de zonde. De werkelijkheid van de zonde leren we alleen door genade in de wedergeboorte. Dan zien we wie we werkelijk door de zonde geworden zijn, hoe diep verdorven. Dan zien we de zonde niet meer door een verkleinglas, maar als een God onterend kwaad.”

Hoe heeft u zelf geleerd wat zonde is?
“Als jongen hoorde ik Gods kinderen en mijn vader – ds. A. Hoogerland – vaak spreken over het geestelijke leven. Het gebeurde dan vaak dat ik voelde dat ik iets miste wat zij wel hadden. Ik was jaloers op hen. Na ons huwelijk zijn die indrukken weg gegaan. Ik dacht toen: ik kan beter maar wat makkelijker leven en niet meer zo somber. Laat ik maar wat meer van de wereld genieten. Ik deed allerlei dingen die niet konden en niet mochten. Op een zaterdagavond hadden we wat plezier met elkaar gemaakt. We gingen naar bed en ik voelde een ontzaglijke leegte. Ik voelde hoe onbeschrijfelijk leeg mijn hart was. Ik viel in slaap en werd zondagmorgen wakker met dezelfde leegte. Aan tafel was Psalm 31 aan de beurt om te lezen. Ik las tot aan de woorden: O, hoe groot is Uw goed dat Gij weggelegd hebt voor degenen die U vrezen. Toen opende de Heere mijn ogen en zag ik hoe gelukkig Gods volk was. Ik miste niet alleen iets, maar ik miste God. Ik ben toen naar boven gegaan en heb geweend. De Heere liet me zien dat ik Hem moest missen vanwege mijn zonden. Vanaf die tijd kon ik Hem niet meer missen. De Heere liet me terugkijken. Ik zag dat ik zo gemakkelijk geleefd had, de zonde gediend had en opgegaan was in de dingen van de tijd. Dat werd werkelijk zonde voor me. Ik heb dat beweend en beleden voor de Heere.”

Liet God u ook bepaalde zonden heel duidelijk zien?
“Vooral de zonden van de laatste jaren voelde ik heel duidelijk. Later gebruikte de Heere de prediking om te laten zien dat het niet alleen dit kwaad is dat roept om straf, maar ik ben in ongerechtigheid geboren. Dat heel mijn leven zonde was. Mijn hart was verdorven, daar kon niets goeds uit komen. Ook werd ik bepaald bij de oorsprong van de zonde, door het lezen van Klaagliederen 5. Zo maakte de Heere plaats in mijn hart voor de openbaring van de Heere Jezus en waren mijn zonden bedekt. Jaren daarna ging de Heere me onderwijzen in Zijn lijden en sterven. Ik moest toen leren dat Christus om en door mijn zonden een doornenkroon moest dragen. Door mijn zonden droeg Hij een kruis en werd Hij aan het kruis genageld. Toen voelde ik een veel diepere zondesmart.”

Omdat u zag wat het Christus gekost heeft om de zonden te dragen.
“Door mijn zonden was Gods recht geschonden. En God handhaaft dat recht. Ik mocht toen onder dat recht buigen. God zou geen onrecht doen als hij mij wegdeed. Mijn plaats zou rechtvaardig in de buitenste duisternis zijn. Maar toen liet God óók zien dat Christus op Golgotha aan dat recht voldaan heeft. Ik mocht er iets van zien dat Hij niet alleen dóór mij moest lijden, maar dat Christus ook vóór mij had geleden. Daar zonk ik weg in verwondering. Dan zeg je werkelijk met Paulus: mij de grootste der zondaren is deze genade geschied. Ik leerde dat mijn zonden zo zwart zijn als de nacht. Door het offer van Christus op Golgotha zijn die zwarte zonden volkomen wit gemaakt. Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw. Op grond van dat offer sprak de Heere: Ik zal niet meer op u toornen noch u schelden.”

Hoe diep moet iemand zijn zonde leren kennen?
“Ik durf dat niet te bepalen. Daar moeten we maar afblijven. De oudvader Justus Vermeer zegt: de zonde moet zo diep ontdekt worden dat iemand pasklaar is voor Christus.”

Kan een kind van God hier zondeloos leven?
“Wat een wonder is het dat Christus niet alleen voor de schuld geboet heeft, maar ook een gerechtigheid verdiend heeft waardoor Gods kinderen inwendig vernieuwd worden. Christus heeft de schuld voor de Zijnen betaald en heiligt hen ook. Nu kan de schuld wel vergeven zijn, maar de smet van de zonde blijft hen aankleven. Dat zie je duidelijk in het leven van Paulus, als hij schrijft in Romeinen 7: Het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Paulus weet dat zijn schuld vergeven is, maar de smet van de zonde blijft. Dat is de ervaring van elk kind van God. Dat blijft heel hun leven lang. Ze kunnen ook weer in zonde vallen, zoals blijkt uit de geschiedenis van David met Bathseba. De oude mens blijkt dan nog springlevend. Gods kinderen willen heilig leven. Maar ze hebben maar een ‘klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid’. Ze begeren niet alleen naar sommige , maar naar al de geboden van God leven.”

Dat is dus geen volmaakte heiligheid?
“Hoe meer Gods kinderen vorderen op de levensweg, hoe meer ze leren hoe zondig ze zijn. Wel is er een afsterven van de oude, zondige mens. De oude mens krijgt de doodsteek in de wedergeboorte en moet sterven. Maar dat stervensproces is pas beëindigd bij de laatste snik.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen