"Wervend en aantrekkelijk"
De Engelse theoloog Alister McGrath voorziet het einde van het protestantisme. De toekomst is aan het rooms-katholicisme, de oosterse orthodoxie en het evangelicalisme, denkt hij, zelf een prominent vertegenwoordiger van deze beweging. De evangelischen bieden een christendom uit één stuk, dat wervend en aantrekkelijk is. Het is daarom van tweeën één: het protestantisme verdwijnt of het volgt het spoor van al die protestanten die zich nu al evangelisch noemen. Waar staat de evangelische beweging voor en wat als het waar wat McGrath over het protestantisme beweert?
De evangelische beweging in kaart gebracht
In de Engelstalige wereld wordt de term 'evangelical' gebruikt om deze beweging aan te duiden. Oorspronkelijk was dat de aanduiding van protestant tegenover rooms-katholiek; later was het de aanduiding van een groep binnen de Anglicaanse kerk, die zich tegen de invloed van het Rooms-katholicisme verzette. Nu wordt er een wereldwijde beweging mee aangeduid die sterke nadruk legt op de persoonlijke geloofskeuze en gekenmerkt wordt door een groot missionair élan. De Engelse en Amerikaanse vertegenwoordigers drukken een sterk stempel op deze beweging, maar ze heeft ook binnen het christendom in de Derde Wereld grote aanhang. Het is vandaag de dag het snelst groeiende segment van het christendom. Grote betekenis voor de verbreiding van de evangelische beweging heeft het werk van de Amerikaanse evangelist Billy Graham met zijn wereldwijde organisatie gehad.
In Nederland begint de evangelische beweging een rol van betekenis te spelen na de Tweede Wereldoorlog. Ze heeft sinds de zeventig jaren een hoge vlucht gemaakt. De oprichting van de Evangelische Omroep (EO) en de spectaculaire groei van de aanhang van deze omroep is een belangrijke aanwijzing daarvoor. Op dit moment kent Nederland ongeveer 800.000 tot 1.000.000 evangelische christenen. Maar omdat het om een interkerkelijke beweging gaat, is er moeilijk een schatting te maken. Naar schatting driekwart van de evangelischen behoort tot de traditionele kerken, inclusief de Roomskatholieke kerk. Van de meeste evangelischen kan gezegd worden dat ze aangesloten zijn bij de Evangelische Alliantie of met deze organisatie sympathiseren.
Staalkaart van deze beweging
Binnen de hoofdstroming van de evangelische beweging heeft de Bijbel een centrale plaats. Belijdenisgeschriften kennen ze niet, wel verklaringen van de belangrijkste punten van hun geloof (zoals de Lausanne Verbintenis van 1974). Men aanvaardt de Bijbel als onfeilbaar en gezaghebbend voor geloof en leven. Men benadrukt de persoonlijke overgave aan Christus als de enige Weg tot behoud en participatie aan de grote opdracht om het Evangelie aan alle volken te verkondigen door zending en evangelisatie en kent een grote sociale betrokkenheid. Binnen deze beweging wordt een aparte positie ingenomen door de pinkstergemeenten, waar het accent ligt op het werk van de Geest, en de charismatische beweging waar het accent ligt op de Geestesgaven. Tegelijkertijd is er sprake van veel dwarsverbanden. Een duidelijke kerkelijke indeling is er in feite niet. Bepaalde groeperingen binnen de evangelische beweging hebben grote aandacht voor het gebeuren in de laatste dagen en bij de wederkomst. Met name in de kring van de Vergadering j der Gelovigen hangt men het zogenaamde 'dispensationalisme' (de bedelingleer) aan, maar ook daarbuiten wordt deze leer aangehangen. Op populariserende wijze wordt deze leer naar buiten gebracht door boeken en zelfs films. Met name in Amerika zijn er ook evangelicals j die zich calvinistisch noemen.
Hoofdpunten van de leer
Alister McGrath noemt zes belangrijke hoofdpunten van . het evangelische denken:
1. het volsterkte gezag van de Heilige Schrift als bron van kennis van God en als regel voor het christelijke leven;
2. de majesteit van Jezus Christus als vleesgeworden God en Heere en als Redder van de zondige mensheid; 3. de heerschappij van de Heilige Geest;
4. de noodzaak van persoonlijke bekering;
5. de prioriteit van evangelisatie, zowel voor christenen persoonlijk als voor de kerk als geheel;
6. het belang van de christelijke gemeenschap voor geestelijke voeding, gemeenschap en groei.
Hij legt sterk de nadruk op het interkerkelijk karakter van de evangelische beweging en haar eigentijdse spiritualiteit en ziet daarin de kracht van deze beweging in een postmoderne samenleving liggen. Volgens hem is het protestantisme met haar nadruk op de indirecte relatie van God door het Woord en de vele kerkelijke scheidingen niet in staat de druk van deze samenleving het hoofd te bieden.
Voedingsbodem van deze beweging
Wanneer deze hoofdpunten van het evangelische denken bekeken worden, dan is er een grote overeenkomst te ontdekken met de centrale leerstellingen van het protestantisme. Hoewel de beweging als zodanig nieuwkomer van de twintigste eeuw, vindt zij wel haar voedingsbodem in de protestantse traditie. Er zijn in hoofdzaak drie lagen te onderscheiden. Nagenoeg alle evangelischen voelen zich verwant met de Reformatie; en ook met de spiritualistische stroming in deze tijd (zestiende eeuw). Behalve de calvinisten onder hen zijn de evangelischen als arminiaans te typeren. Ze kennen de algemene verzoening en de vrije keuzemogelijkheid van de mens. De evangelische beweging heeft ook haar wortel in de reformerende stromingen van na de Reformatie: in Engeland het Puritanisme, in Duitsland het Piëtisme en in Nederland de Nadere Reformatie en het Labadisme. Tenslotte is er een voedingbodem in de verschillende opwekkingsbewegingen in Engeland en Amerika (achttiende en negentiende eeuw) onder invloed van het methodisme. Hier zijn niet alleen namen te noemen als
die van de arminianen John Wesley, Charles G. Finney en Dwight L. Moody, maar ook die van de rechtzinnige Jonathan Edwards en George Whitefield. In Duitsland had de piëtistische zendingsbeweging van Ludwig von Zinzendorf grote invloed. Nederland kende in deze periode het Reveil, dat echter beperkt bleef tot een kleine groep.
Op zich is het gezien de historische voedingsbodem van het evangelicale denken niet verwonderlijk dat het gedachtegoed gemakkelijk aansluiting vindt in brede kringen binnen de protestantse kerken en er zelfs sprake is van een dreigende evangelische kaalslag.
Hoe staan we daartegenover?
Onvermijdelijk is nu de vraag hoe we tegenover de overweldigende druk van deze beweging hebben te staan. Deze vraag is in het algemeen belangrijk voor de visie op de christelijke leer, het leven, de geloofsbeleving en het getuigenis naar buiten toe. Concreet komt deze vraag op ons af nu we geconfronteerd worden met een grote hoeveelheid literatuur die vanuit Engeland en Amerika de Nederlandse markt overstroomt - van theologische literatuur tot romans; de geheel eigen muziek-en filmcultuur die deze beweging met zich meebrengt; tenslotte ook de vormgeving van de taak van de christen in deze wereld.
Het is begrijpelijk dat velen zich aangesproken voelen door de eigentijdse verwoording van de christelijke leer en de hedendaagse vormgeving van christelijke leven en geloofsbeleving. Daartegenover moet wel beseft worden dat de meeste evangelicals de remonstrantse leer van de algemene verzoening en vrije keuzemogelijkheid van de mens als uitgangspunt hebben. We kunnen en willen niet om de Dordtse Leerregels heen omdat hierin de bijbelse leer over Gods soevereiniteit en het offer van Christus verwoord wordt.
In de ethiek worden door evangelicals op veel punten bijbelse standpunten ingenomen (zoals inzake abortus en euthanasie), maar hoe zit het met centrale noties met betrekking tot het christelijke leven en de geloofsbeleving als ellendekennis, de toepassing van het heil, het leven in de vreze des Heeren en de vreemdelingschap? Past zich hier de evangelische levensovertuiging niet te gemakkelijk aan bij de bewegingen in de (post)moderne samenleving en zal ze niet stuurloos worden? Het zijn vragen waarmee we op een indringende wijze geconfronteerd worden wanneer we de enorme invloed van de evangelische beweging zien. Laat het ons er toe brengen om met des te meer ernst het vaste fundament van de zaligheid in Christus als het Hoofd alleen te zoeken, opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid om listiglijk te dwaling te brengen, maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Christus (Efeze 4:14 en 1 5). Al zou dan het protestantisme op zijn retour zijn, deze leer van soevereine en vrije genade in Christus als het Hoofd blijft vast tot in eeuwigheid!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2007
Daniel | 32 Pagina's