Wij zijn hier, we horen hier en we blijven hier
Ds. Maoz mag kerk bouwen
Begin februari was de onder ons bekende ds. Baruch Maoz enkele dagen in Nederland. Hij vervulde een paar spreekbeurten voor de pas opgerichte stichting Isaac Da Costa Fonds. Deze stichting heeft zich ten doel gesteld fondsen te werven voor de kerkbouw van de gemeente van ds. Maoz. Voor het eerst in 1700 jaar zal er weer een kerk gebouwd worden voor een Joods-christelijke gemeente. Onder andere over dit unieke project legden wij ds. Maoz enige vragen voor.
Dominee, kunt u iets meer vertellen over de kerkbouw en het unieke ervan? Was het moeilijk om een vergunning voor de bouw te krijgen?
Wij hadden ons voorbereid op een lange en kostbare juridische strijd om vergunning voor het bouwen van de kerk te kunnen krijgen. Ik wist vanuit het verleden hoeveel moeite het gekost heeft om vergunning te krijgen voor het gebruik als kerkzaal van de hal van de uitgeverij Hagefen. Bovendien, toen we de aanvraag indienden, zei de ambtenaar die over bouwprojecten gaat al direct dat wat hem betreft die vergunning er nooit zou komen.
We werden uitgenodigd voor de commissie die bouwaanvragen beoordeelt. Die bewuste ambtenaar was ook aanwezig. De vragen gingen hoofdzakelijk over het werk van de gemeente en nauwelijks over de aanvraag zelf. Toen ons verzocht werd buiten de zaal plaats te nemen, zodat de commissie zich kon beraden over een beslissing, hadden we weinig hoop. Meestal duurt zo'n commissieberaad al gauw een half uur. We zaten echter nog maar net toen de deur weer openging en diezelfde ambtenaar naar ons toekwam. We zeiden tegen elkaar: dat zit niet goed. De ambtenaar stak echter zijn hand uit en zei: "Gefeliciteerd, u heeft de vergunning." Ik moet eerlijk zeggen dat ik mijn oren niet kon geloven.
Kunt u iets zeggen over de kosten van de bouw?
Bouwkosten liggen in Israël hoog. Alleen al de grond, ongeveer zesduizend vierkante meter, kostte circa 1, 6 miljoen gulden en dat terwijl de prijzen toen door de economische recessie nog laag waren: we hadden dus een koopjel De kerk zelf zal ongeveer vier miljoen gulden kosten.
Hoe krijgt u dat geld bij elkaar?
De gemeente zelf is niet in staat het bedrag op te brengen. Een groot deel van de gemeente bestaat uit Russische emigranten. Zij zijn bezig een bestaan op te bouwen en gaan daarbij vaak gebukt onder zware financiële lasten. Op een gegeven moment liep de zaak ook vast: we hadden geen geld meer om de architect te betalen, dus het werk lag stil. Ondertussen waren we bezig met het opzetten van een internetsite. Het geheel stond nog maar in de kinderschoenen toen we een anoniem telefoontje kregen. De persoon had het verhaal op internet gelezen en vroeg nu om onze bankgegevens omdat hij $ 800.000,-- (1,6 miljoen gulden) wilde schenken! We waren werkelijk diep verwonderd dat de Heere zo kennelijk wilde helpen. De volgende dag ging de architect weer aan het werk, de andere kosten konden worden betaald en ook de grond.
En dan nu het geld nog voor de kerk zelf...
Ja, daarvoor zijn we goeddeels afhankelijk van giften vanuit het buitenland, met name uit Nederland. Ik ben blij met het initiatief van het Isaac Da Costa Fonds. Daarbij moet gezegd worden dat de bouwprijzen op dit moment relatief laag zijn als gevolg van de economische recessie. Hoe sneller we de bouw kunnen aanbesteden hoe beter het is. De prijzen zullen in de komende maanden namelijk weer snel stijgen, zodat een contract dat pas over een half jaar getekend wordt waarschijnlijk vele tienduizenden dollars duurder is.
Daar komt bij dat de overheid boetes legt op onbebouwde kavels. Dit doet men om speculatie te voorkomen. Die boete bedraagt ongeveer $ 1600,--per maand.
Hoe gaat de kerk er ongeveer uitzien?
We hebben gekozen voor een ontwerp dat past in de oosterse samenleving van Israël. Er zijn veel bogen en het dak van de kerkzaaI is een koepel. Op de bogen zullen straks Bijbelteksten worden aangebracht, zodat de Bijbelse boodschap ook zo naar buiten komt.
Met de kerk laten we zien: wij zijn hier, wij horen hier en we blijven hier. Binnen is, naast de kerkzaal, ook kantoorruimte, ruimtes voor vergaderingen en cursussen, ruimtes voor de zondagsschool, een crèche en natuurlijk een consistorie. De kerkzaal zelf is vierkant met drie galerijen. Totaal zullen er 450 zitplaatsen zijn. De preekstoel staat in het midden en de banken daaromheen. Dit drukt het centrale van de Woordverkondiging uit.
Is 450 plaatsen niet wat weinig gezien de groei van de gemeente in de laatste jaren?
Op dit moment telt de gemeente 350 zielen. Mocht de gemeente door Gods genade groeien tot boven de vijfhonderd, dan zullen we splitsen en een nieuwe gemeente stichten. Naar onze overtuiging kan een gemeente niet groter zijn dat vier- à vijfhonderd personen, ongeveer honderd gezinnen, wil er tenminste een goede band kunnen blijven. Als predikant bezoek ik de gezinnen driemaal per jaar. Dat geldt ook voor de ouderlingen. We proberen met iedereen in lief en leed mee te leven. Dat wordt onmogelijk als de gemeente veel groter wordt.
U heeft zich in een interview met het RD bezorgd uitgelaten over de toenemende invloed van het judaïsme in de Messiasbelijdende beweging. Kunt u dat toelichten?
Binnen de Messiasbelijdende beweging (het brede spectrum van verschillende Messiasbelijdende gemeenten in Israël en daarbuiten JJdJ) zie ik in toenemende mate de tendens van het Joods willen zijn, desnoods ten koste van het christen-zijn. Men voert allerlei gebruiken in uit de Joodse, rabbinale traditie in een poging om meer geaccepteerd te worden in de Israëlische samenleving. Bovendien denkt men op die manier dichter bij de Israëli's te staan en dus effectiever te kunnen zijn met evangelisatie.
Hoe werkt dat in de praktijk?
De Israëli's, en in het bijzonder de orthodoxen onder hen, moeten lachen om deze pogingen. De Messiasbelijdende gemeenten worden op deze manier dus niet beter geaccepteerd en ook evangelisatie is niet gemakkelijker wanneer je een aantal Joodse gebruiken hanteert. We moeten beseffen dat, zolang we in Jezus Christus geloven, we voor de orthodoxen nooit acceptabel zullen worden.
Maar mijn bezwaar tegen deze ontwikkeling gaat verder: de gebruiken die men overneemt, komen uit de rabbinale traditie en zijn veelal ontstaan tussen de nieuwtestamentische tijd en nu. Men denkt ermee terug te gaan naar de gewoonten en gebruiken van de vroeg-christelijke kerk, maar dat is niet zo. Tijdens de Reformatie werd met de roomse ballast als het gebruik van kaarsen, beelden en heiligenverering afgerekend. Veel Messiasbelijdende Joden zijn tegenwoordig weer rooms bezig. Zo zijn er bijvoorbeeld die tijdens de dienst de Thorarol kussen en er zijn ook mannen die een keppeltje dragen tijdens de eredienst en zodoende ook bidden met gedekt hoofd. De Bijbel zegt hierover dat dit Christus onteert. Ook zijn er gemeenten waar kaarsen gebrand worden tijdens de eredienst.
Men zegt te willen leren van deze rabbinale traditie. Dit kan gemakkelijk verschuiven naar het toekennen van autoriteit aan deze traditie naast de Bijbel. Een gevaarlijke ontwikkeling, die te zien is in de brede stroom binnen de Messiasbelijdende beweging, maar ook zelfs in de protestantse kerken in Nederland. Ik meen het zelfs te zien in de Gereformeerde Gezindte.
Hoe verklaart u dat?
Ik vermoed dat men met het in acht nemen van Joodse gebruiken dichter bij de wereld van de Bijbel denkt te staan. Dat is dus een vergissing, want het gaat meestal over gebruiken die de rabbi's in de afgelopen tweeduizend jaar hebben ingevoerd.
Hoewel het officieel ontkend wordt, zie je in de praktijk ook een zekere trots op het onderhouden van allerlei bepalingen uit de wet van Mozes. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met het feit dat Christus de wet heeft vervuld. Hij kwam inderdaad niet om de wet te ontbinden, dat is om haar autoriteit te ontkennen. Christus bracht de wet tot vervulling, dat wil zeggen, door Zijn offer bracht Hij de wet tot haar hoogste doel. Hij voldeed aan alle eisen. Niet voor Zichzelf, maar als Borg.
Vanuit Messiaanse gemeenten zal men aanvoeren dat de eerste christengemeenten ook een sterk Joods karakter hadden.
De eerste christengemeente verstond nog niet ten volle de betekenis van Christus' dood en opstanding. Dat blijkt al uit de aarzeling bij de apostelen om het Evangelie ook aan de heidenen te verkondigen. De eerste christenen namen deel aan de tempeldienst, hoewel ik nergens lees dat ze offers brachten. De offertijden waren de beste tijden voor gebed en de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus.
Messiaanse gemeenten mijden ook het woord christelijk...
Waarom zou ik me als Jood niet christen kunnen noemen? Of we nu uit de Joden of uit de heidenen stammen, we geloven beiden in Christus. En dus zijn we christenen. Jullie zijn Nederlandse christenen, ik een Joodse christen.
Het vermijden van woorden als christen en christelijk lijkt voort te komen uit schaamte voor wat vaak in naam van het christendom de Joden is aangedaan, met als dieptepunt de holocaust. Dat alles is ook verschrikkelijk, maar men moet niet denken dat met het vermijden van het woord christelijk en overnemen van Joodse gebruiken als het ware wat van de schuld en schaamte wordt weggenomen. De Joodse rabbijnen willen christenen graag laten geloven dat vanwege de holocaust zij het recht verspeeld hebben om onder Joden te evangeliseren. Maar het onthouden van het Evangelie aan Joden zou weer een nieuwe misdaad betekenen. Dan worden Joden weer gediscrimineerd. Christenen hebben het recht niet om aan Joden het Evangelie te onthouden.
Ik zou jongeren en ouderen van de gemeenten in Nederland willen oproepen om onze kerkbouw te steunen. Maar vooral zou ik willen vragen om gebed. Gebed om de uitbreiding van Gods Koninkrijk in Israël. Gebed om de zuivere Woordverkondiging zonder allerlei Joodse franje. Dat heeft Israël nodig. Daarom: bidt voor ons.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 2000
Daniel | 32 Pagina's