Jacobus Koelman, predikant van Sluis
Koelman als Nadere Reformator
De doopouders krijgen na de doopdienst van hun eerste kind het boekje "De plichten der ouders in kinderen voor Godt op te voeden" van Jacobus Koelman als geschenk van de kerkeraad in onze gemeente. Dit boek van bovenstaande predikant uit de tijd van de Nadere Reformatie is eigenlijk het eerste opvoedigkundige werk dat ons bekend is uit de tijd van de zestiende en zeventiende eeuw. In dit boekje benadrukt hij sterk de plichten van ouders en kinderen met betrekking tot de opvoeding.
Als eerste en belangrijkste taak ziet hij om de kinderen tot de godzaligheid te brengen. Al is het voor hem duidelijk, dat kinderen van zichzelf nooit de eigenschappen van het ware geloof zullen vertonen, daarom mogen ouders en kinderen toch niet lijdelijk zijn. Integendeel, Koelman spoort de ouders aan de jeugd op te kweken tot godzaligheid, hen te brengen op de weg des levens. Juist omdat het kind van nature een ellendig, doemwaardig schepsel is, moeten de ouders arbeiden tot het behoud van de zielen van hun kinderen. En dan te bedenken dat Koelman en zijn vrouw Anna Huss altijd zonder kinderen zijn gebleven!
Wie was Koelman?
In het jaar 1632 werd hij geboren in de stad Utrecht. We weten van zijn ouders en zijn jeugd niets. Hij had een goed verstand en wilde naar de akademie in Utrecht om de studies te volgen in de filosofie en theologie. Op vijfentwintigjarige leeftijd was deze studie afgerond en kon hij beroepbaar worden gesteld. Hij behoefde niet lang op een beroep te wachten, want de regering nam hem in dienst en stelde hem aan als ambassadepredikant in Kopenhagen en Brussel. Na vijf jaar (1662)ontving hij een beroep van de gemeente Sluis in Zeeuws-Vlaanderen. Het verblijf in deze gemeente heeft zijn leven gestempeld.
Kerk en overheid
Een van de eerste zaken, die hij aanpakte was een duidelijk onderscheid maken tussen de staat en de kerk. De staat had naar zijn mening teveel invloed in de kerk, sterker nog: de kerk stond onder de plaatselijke overheid. De stadsregering besliste over veel kerkelijke zaken. Zo hadden de magistraten (stadsbestuurders) bepaald, dat een predikant slechts beroepen en bevestigd kon worden na hun goedkeuring. In de kommissie, die een predikant moest beroepen zaten ook enkele leden van het stadsbestuur. Een doorn in het oog van Koelman. Kerk en overheid horen naast elkaar te staan, elk met hun eigen rechten en plichten. Dit was de eerste strijd van Koelman in de gemeente Sluis.
Heiliging van het leven
Een ander probleem, dat de aandacht van Koelman trok, was het leven in openbare zonden. Natuurlijk leefde men in uiterlijke rechtzinnigheid, maar een heilig (afgezonderd) leven leiden? Dat was er vaak niet bij! Omdat er in de kerk nogal strijd gevoerd werd om allerlei zaken, bleven veel mensen gewoon thuis en leefden oppervlakkig en ver van Gods Woord. Het was geen uitzondering, dat men 's morgens naar de kerk ging en 's avonds de danszaal bezocht. Vaak liep men zingend en schreeuwend over straat, in plaats van napraten over het gehoorde in Gods huis. Een eerste maatregel van Koelman was, dat de kerkeraad moest toezien op het dansen in de danszaal. Wie vanaf nu daaraan nog deelnam kwam onder censuur (kerkelijke tucht). Een andere volkszonde was het jaarlijkse uitje naar de kermis te Brussel. Ook dat moest bedwongen worden.
Wat is de Nadere Reformatie?
Koelman was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie. Wat wilde deze beweging eigenlijk? Kort gezegd is de Nadere Reformatie een geestelijke beweging die in de kerk der Reformatie is ontstaan en daarin ook diepe sporen heeft getrokken. In aansluiting op de reformatie van de leer (de kerkhervorming), moest een nadere uitwerking daarop volgen, die zou moeten blijken uit een waarachtig leven godsvrucht (vreze des Heeren), die tevens het gehele volksleven radikaal zou beïnvloeden. De kerk die gereformeerd is, dient steeds gereformeerd te worden!
Hiermee gaf de Nadere Reformatie een antwoord op de in de 17e eeuw langzamerhand onstane dode orthodoxie (dode rechtzinnigheid in de leer), die helaas maar al te gemakkelijk samen ging met een slordige en lichtzinnige levenswandel. Wat geleerd werd, moet ook in de praktijk worden nageleefd. In die tijd moeten we Koelman en zijn geschriften plaatsen. Een heilige ijver om mensen te brengen tot de praktijk der godzaligheid. Het ging dus om de verhouding tot God in het persoonlijk leven. Belangrijke figuren uit de Nadere Reformatie zijn: Teellinck, Udemans, Voetius, Brakel, Smijtegelt, Schortinghuis, jodocus van Lodenstein en Jacobus Koelman.
Niet aan het Heilig Avondmaal
Zowel algemene als persoonlijke zonden werden aangepakt. Burgemeester Brienen werd in de preek aangesproken over zijn ergerlijke dronkenschap. Brienen nam dit niet. Het kwam zelfs tot een handgemeen. De burgemeester pakte de predikant vast en gaf hem een stomp. Een ouderling moest hem bevrijden.
Koelman benadrukte dat ergerlijke zonden, zoals dronkenschap, onverenigbaar waren met deelname aan het Heilig Avondmaal. Dit alles leverde veel tegenstand op van het stadsbestuur.
De pest in Sluis
In 1666 brak in Sluis de vreselijke ziekte, de pest, uit. In korte tijd stierven honderden mensen. De overheid deed er alles aan om uitbreiding van de ziekte te voorkomen. Dominee Koelman en zijn vrouw Anna Huss stonden aan vele ziek-en sterfbedden. Vanuit Gods Woord kregen ze veel troost en kracht om dit moeilijke werk te mogen doen: "Ik ben ziek geweest en gij hebt Mij bezocht". Een bijzondere bemoediging van de Heere Zelf. Daarentegen deden de magistraten alles om dit liefdewerk van het predikantsgezin tegen te staan. De magistraat had namelijk bepaald, dat iedereen, die zieken verpleegde, in aparte vakken in de kerk moesten gaan zitten.
Kerkeraad noch dominee konden hiertegen iets ondernemen. Het werd zelfs zo erg, dat de dominee een brief thuiskreeg, waarin hij en zijn vrouw huisarrest kregen. Een witte lat werd aan het venster geslagen. Protesten hielpen aanvankelijk niet. Toch werd hij in het gelijk gesteld: nadat de ziekte geen slachtoffers meer had geist, kwamen twee afgevaardigden van de overheid hen bedanken namens de hele stad voor hun werk.
Formulieren wel of niet? !
Tijdens een doopdienst las de dominee niet het formulier, maar hield een vrije toespraak. Dit wekte nogal wat verbazing. Om zijn standpunt uit te leggen preekte Koelman de volgende zondag over 1 Kronieken 21:24. Na de preek werd een kerkeraadsvergadering belegd en de konklusie was, dat tegen dit feit geen bezwaar behoefde te zijn. Zo leek ook deze affaire tot het verleden te behoren. Maar de magistraten (vol haat tegen Koelman) onder leiding van burgemeester Sluymer, stuurden een brief naar de klassis met de beschuldiging, dat Koelman niet voldeed aan de eisen, die aan hem werden gesteld. De klassis vond het allereerst een zaak van de kerkeraad. Deze had zich al uitgesproken en als Koelman vond dat hij door het formulier te lezen zou handelen tegen Gods wil, dan was voor hen de zaak afgedaan. Op de klassis van 23 februari 1673 heeft Koelman zich verantwoord. Formulieren brachten alleen maar sleur en luiheid. Ook de kerkelijke feestdagen (Kerstfeest, Pasen, Pinksteren) waren een doorn in het oog van Koelman. Tegen de gemeente heeft hij het zo gezegd: Uw voorliefde voor de feestdagen is het, die u hier heden in zo grote menigte en zo rijk uitgedost naar de kerk doet gaan". De klassis nam een definitief besluit: Koelman mocht zijn besluit doorvoeren en de zaak leek afgedaan!
Verbannen uit Sluis
De kerkeraad stond achter hem, maar de overheid zat niet stil. In 1675 werd hij voor de keus gesteld: of schriftelijk beloven, dat hij zich voortaan zou houden aan de formulieren en feestdagen, of binnen acht dagen de stad verlaten. Zo brak het moment van scheiden aan en een periode van zwerven door de Nederlanden, Zijn vrouw heeft zich de omstandigheden zo aangetrokken, dat zij op 20 november 1675 is overleden.
Een zwervend leven
Koelman ging van Vlissingen naar Middelburg, maar ook daar was hij niet veilig en zo aanvaardde hij de reis naar Rotterdam. Ook hier werd hij niet als predikant erkend en vele dominees ergerden zich aan zijn huisgodsdienstoefeningen. Tenslotte werd hij ook uit deze stad verbannen. Amsterdam werd zijn volgende woonplaats, na eerst nog een korte tijd in Den Haag te hebben gewoond. In juli 1691 verliet hij de hoofdstad en ging hij weer in Utrecht wonen. Hier hield hij huispredikaties, catechisaties en bijbellezingen. Veel preken uit het Engels heeft hij vertaald, o.a. van de Schotten en de Engelse Puriteinen: Guthry, Love en Binning. Daarmee heeft hij de kerk tot op de dag van vandaag een grote dienst bewezen. In het openbaar was het hem verboden om voor te gaan in de eredienst.
Zijn levensavond
Eens had hij dat toch gedaan op verzoek van zijn vriend Van Lodenstein, maar de synode heeft daar snel en voorgoed een eind aangemaakt. Ook voor Koelman daalde de avond over zijn leven. Op 6 februari 1695 stierf Jacobus Koelman op 63-jarige leeftijd in volle vrede!
H.l. Ambacht, B.S. van Groningen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1995
Daniel | 32 Pagina's