Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nood is daar nog groter dan hier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nood is daar nog groter dan hier

vraaggesprek met ds. J. Driessen in verband met zijn vertrek naar Zuid-Afrika

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Dries se n heeft al heel wat voetstappen in ons jeugdwerk staan. In zijn jonge jaren was Jaap Driessen niet alleen lid van de j.v. in Utrecht, maar maakte hij ook deel uit van het distriktsbestuur. Later werd hij lid van het bondsbestuur. Ds. Driessen vertelde ons, dat hij in de loop der jaren in diverse kommissies van de Jeugdbond zitting heeft gehad. Onder meer in de kommissie Salvo en de Kommissie Zomerkampen. Ook mevrouw Driessen is geen onbekende in , , jeugdland". Zij is haar man indertijd als lid van de kommissie Zomerkampen opgevolgd. De dominee heeft in vroegere jaren ook

Dominee, u hebt heel wat met het jeugdwerk te maken gehad. Wat trok u daarin?

Zo'n vraag is gemakkelijker te stellen dan te beantwoorden. Er is zoveel dat me in dat werk trekt. Vooral de omgang met jongeren. Het jeugdwerk is heel belangrijk. Het is een samenbindende faktor voor de jongeren binnen de gemeente(n). Het houdt vele jongeren middellijk op de goede weg. En er wordt tegengif geboden tegen alles wat zich in deze moderne tijd aan hen voordoet, 'k Mag ook zeggen dat het jeugdwerk voor mijzelf in m'n jonge jaren tot zegen is geweest. Dan ga je het werk als vanzelf een warm hart toedragen. 'k Ben als het ware met de Jeugdbond meegegroeid. In de jaren '66, '67 heb ik aan de wieg gestaan van de reorganisatie en uitbouw van ons jeugdwerk, 'k Heb mogen meehelpen een en ander voor te bereiden, 'k Was bijvoorbeeld nauw betrokken bij de (eerste) aanvraag van rijkssubsidie. In die tijd is onze eerste jeugdwerkadviseur (de heer, nu ds., M. Golverdingen) aangesteld.

Het kerkelijk jeugdwerk heeft z'n ups en downs gekend. Wat is uw indruk, leeft en bloeit het jeugdwerk onder ons?

Het leeft zeker en op veel plaatsen bloeit het. 'k Zou alleen willen dat we (een grote groep) randkerkelijke jongeren ermee zouden kunnen bereiken. Niet zo zeer om het jeugdwerk als wel om die jongelui.

Immers, het jeugdwerk is geen doel in zichzelf, 'k Ben ervan overtuigd dat het werk voor heel veel jongeren een middel is geweest om hen bij de kerk te behouden en hen voor de zonde te bewaren. Ook is het jeugdwerk voor verscheidene jongeren tot eeuwige zegen geweest.

Hoe kijkt u tegen de reakties van die twee jongedames aan, die zich een aantal weken geleden in het R.D. lieten interviewen over hun ervaringen met ons jeugdwerk in vergelijking met „De oude Duikenburg"?

Toen ik het artikel las, was m'n eerste gedachte: als die meisjes een kopie zijn van een groot deel van onze jeugd, zo grenzeloos oppervlakkig, dan is het ontzettend triest. Je zou er de tranen van in de ogen krijgen. Daarom was ik blij om enkele dagen later hun eigen reaktie op het artikel in de krant te lezen, 'k Heb niets tegen „De oude Duikenburg" of „Irene", maar als ons jeugdwerk zou verwateren tot een „R.D.-café", dan zou me dat erg spijten, 't Mag natuurlijk best gezellig zijn op de j.v., maar het hoofddoel moet blijven zinvol bezig te zijn rond de Schrift. Naast de gewone verenigingsavonden kunnen er ongedwongen aktiviteiten georganiseerd worden. Een avond gezellig bij elkaar of een strandwandeling of zo. 'k Vind het belangrijk dat de leiding de hele groep bij het maken van een programma betrekt.

Wat vindt u het meest waardevolle van ons eigen jeugdblad?

Dat kan ik in één zin zeggen. Namelijk dat het onze jongeren op een principiële èn aktuele wijze voorlicht.

Hebt u nog wensen ten aanzien van „Daniël"?

Nee, 'k hoop dat het zo mag blijven, 't Is goed om het geheel van de gemeenten op het oog te blijven houden, 'k Ben blij dat het aantal abonnees nog steeds stijgt. Het blad wordt kennelijk door het hele gezin gelezen. En dat is een goede zaak. Het is natuurlijk een jeugdblad, maar het is wel de bedoeling dat de ouders als het ware over de schouders van de kinderen meelezen.

Wat gaf voor u de doorslag om zendingspredikant te worden?

Het beroep 'k Ben er in gedachten al jarenlang mee bezig geweest, 'k Had ook de begeerte om het te mogen doen. Het beroep was voor mij als het ware de bevestiging dat ik er niet voor niets al die jaren mee bezig ben geweest. Toen ik hoorde dat ik beroepen zou worden, zei ik tegen m'n vrouw: Er komt een beroep voor Zuid-Afrika en 'k denk dat we moeten gaan. Daarna is er overigens wel weer heel wat afgeworsteld. Je denkt dan aan de consequenties. Voor je gezin, voor jezelf, voor de gemeente(n), voor het jeugdwerk, enz. En je wilt weten of het de weg van de Heere is. 'k Heb in die tijd beschamnend en tevens bemoedigend onderwijs gekregen, 'k Mocht het beroep dan ook met blijdschap aannemen. En als ik zie zie hoe ook m'n vrouw ervoor ingewonnen is, dan is met het een groot wonder.

Voelt u zich in het bijzonder tot Zuid-Afrika aangetrokken? Of gaat u daar naar toe omdat dit beroep kwam en had het bij wijze van spreken ook Nigeria kunnen zijn geworden?

'k Ben ermee bezig geweest vanaf de tijd dat ik voor het eerst las dat in Zuid-Afrika een tweede predikant nodig was. 'k Had al veel langer belangstelling voor het zendingswerk. Als ik ds. Vreugdenhil hoorde vertellen over zijn werk in Irian werd de liefde tot de zending steeds weer aangewakkerd. Dit werk leek echter voor ons niet weggelegd te zijn. Om medische redenen komt van de huidige zendingsterreinen van onze gemeenten voor ons alleen Zuid-Afrika in aanmerking. En als je daar dan in gedachten een aantal jaren mee bezig bent geweest, groei je er wel naar toe.

Het aantal predikanten dat dienst doet in onze gemeenten in Nederland wordt helaas steeds kleiner. Vindt u het, gelet op dat gegeven, niet moeilijk om ons land te verlaten?

Inderdaad. Het werk neemt toe en het moet door steeds minder mensen gedaan worden. Maar er is ook een andere kant. Het zendingswerk is een heel nadrukkelijke opdracht van de Koning van de Kerk. De Heere Jezus heeft, toen Hij de zendingsopdracht gaf, er niet bij gezegd: die geldt alleen als je in je eigen land predikanten over hebt Dat het aantal predikanten binnen onze gemeenten kleiner wordt moet ons als gemeenten, denk ik, wel wat te zeggen hebben. Maar toch: de nood is daar nóg groter dan hier!

U bent al in Zuid-Afrika geweest. Kunt u iets vertellen over uw eerste indrukken?

Nu ik er geweest ben, trekt het werk nog meer dan voor de tijd. Het zendingswerk is er gezegend en 'k wil graag meewerken aan verdere uitbreiding en verdieping. Het werk is veel te veel voor één predikant. Ds. Huisman schreef me onlangs, dat hij in de periode van maart tot augustus maar liefst

22 zogenaamde grootdiensten moet houden. Dat zijn diensten die wel zo'n drieëneenhalf uur duren, waarin niet alleen het Woord wordt bediend, maar ook bediening van de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal plaatsvindt, ambtsdragers worden bevestigd, enz. Dat werk hoop ik samen met hem te gaan doen. Mijn taak zal echter vooral bestaan uit het opleiden en toerusten van evangelisten en ambtsdragers. Ook is het de bedoeling dat ik de mogelijkheden ga onderzoeken van een verdere kadervorming. Daarbij kan ook aan een predikantsopleiding gedacht worden. Kort samengevat zou je mijn opdracht kunnen omschrijven als „lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb".

Zijn er dingen die daar duidelijk anders zijn dan hier?

Ja zeker, denk alleen maar aan het levensritme. De Tswana's zijn „stadig" (langzaam, rustig aan). Je zult je wat moeten aanpassen. Je dagindeling is ook heel anders. Je begint 's morgens vroeg.

De kinderen zitten al om 7 uur op school. In de wintermaanden (in Nederland de zomer) is dat om 7.30 uur. 's Avonds tegen 9, 9.30 uur ga je naar bed. Als er 's avonds een kerkelijke vergadering is, begin je vroeg en om uiterlijk 8 uur is het afgelopen.

Je zult begrijpen dat het klimaat ook anders is. Tussen 10 en 4 uur overdag is het bijne het hele jaar door lekker weer. Zelfs 's winters is het dan altijd nog zo'n 18 tot 20 graden, 's Avonds is het dan koud. Vandaar — zo vult mevrouw Driessen al breiend aan — dat ik nu dikke vesten aan het breien ben. In ons huis was evenals in de meeste andere woningen geen stookgelegenheid. Die moet erin gemaakt worden.

We horen en lezen de laatste tijd nogal eens van ernstige rellen en dergelijke in Zuid-Afrika. Hoe kijkt u (nu nog als , , buitenstaander") tegen het apartheidsbeleid aan?

'k Denk dat je je als buitenstaander erg bescheiden moet opstellen. Je moet zeker niet aan alle hetzes meedoen, zoals die ontketend worden door de anti-apartheidsbeweging. Ik denk dat we Zuid-Afrika zelf de problemen moeten laten oplossen en wel langs de weg van de geleidelijke verandering. Er wordt al veel gedaan om ook de gekleurde bevolkingsgroepen tot (meer) ontwikkeling te brengen. „Apartheid" is een besmet woord. Je zou misschien beter van „afzonderlijke ontwikkeling" kunnen spreken. Maar nogmaals: ik zal er een aantal jaren gewoond moeten hebben om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Ik kan me overigens wel ergeren aan die selektieve verontwaardiging van de Hervormde en Gereformeerde Synodes.

U hebt zich in ons land veel bezig gehouden met de jeugd van de gemeenten. Hoe zit het met de jongeren op het zendingsveld?

't Is daar ook niet eenvoudig om gedoopte jongeren bij de kerk te houden. Dat komt onder andere door de zogenaamde trekarbeid. Velen werken in industriegebieden rond de steden in Zuid-Afrika. Ze komen maar zo nu en dan thuis in Bophuthatswana. Het gezinsleven wordt daardoor ontwricht. In de thuislanden is ook wel werkgelegenheid, maar er zou nog veel meer moeten komen, 'k Hoop er straks wat aan jeugdwerk te kunnen gaan doen. De in Nederland opgedane ervaring kan, hoewel we uiteraard in een heel andere kuituur zitten, wellicht nog van pas komen.

't Is binnenkort Pinksteren. Welke gedachten komen bij u op als u uw toekomstige taak ziet in het licht van het Pinksterfeest?

De discipelen hebben het zendingsbevel kort voor het Pinksterfeest gekregen. De Heere Jezus heeft er een rijke belofte bij gegeven: „En ziet, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld". Zijn dat geen bemoedigende woorden voor zendingswerkers? En als Jezus dan ten hemel gevaren is, wordt de Heilige Geest uitgestort. De Geest, Die beloofd was: „Ik zal Mjn Geest uitstorten op alle vlees". De vervulling van die belofte zien we op het zendingsveld. Door Zijn uitgestorte Geest vergadert de Heere uit de hele wereld Zijn gemeente. Alle volken mogen in het heil delen.

Het verband tussen Pinksteren en het zendingswerk is duidelijk. Maar het Pinksterfeest wordt ook wel„jeugdfeest" genoemd (ds. J. van Haaren in „Bouwen"). Hoe ziet u de relatie?

Ds. Van Haaren noemt het Pinksterfeest zo naar aanleiding van een meditatie over Handelingen 2 : 16-17, waarin onder andere staat: en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien." Onder de verkondiging van die belofte mogen ook onze jonge mensen leven. En wat is dat rijk, want dat betekent dat de Heere ook vandaag nog jonge harten met Zijn Geest vervult. De Pinkstergeest nodigt tot een feest waar de ware vreugde te vinden is. Het is het feest van vrije genade. En als je daar iets van beleven mag, wil je het voor niets van deze wereld meer ruilen.

Dominee en mevrouw Driessen, hartelijk dank voor de ontvangst en de fijne „praatavond". We hopen (en rekenen er ook op!) dat we, ook via „Daniël", in de toekomst regelmatig wat van u zullen vernemen.

Wij wensen u mede namens al onze lezers een goede tijd in Zuid-Afrika toe. Onze wens en bede is dat mede door uw werk, dominee, velen in Bophuthatswana die echte vreugde, waarvan u sprak, mogen leren kennen. Opdat Gods huis, waar het „feest van vrije genade" gevierd zal worden tot in eeuwigheid, vol zal worden. Ook met vele jongeren en ouderen uit Zuid-Afrika.

G. P. P. Hogendoorn

P. Jansen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1985

Daniel | 32 Pagina's

De nood is daar nog groter dan hier

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1985

Daniel | 32 Pagina's