Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEGRONDE ANGST?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEGRONDE ANGST?

HET RAPPORT VAN DE CLUB VAN ROME

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

„In het Rijnmondgebied is alarmfase 3 van kracht geworden. — De prijs van ruwe olie is met tien procent gestegen. — Het verbruik van aardgas neem te snel toe. — Het aantal doden en gewonden ten gevolge van verkeersongevallen is vorig jaar weer groter geworden. — Zal in Afrika ook volgend jaar weer honger heersen? — In India is een geboortebeperkingscampagne begonnen. — Dit zijn zomaar wat krantekoppen. Ze hebben alle te maken met de groei van iets.

Het rapport

Vorig jaar is een opzienbarend boek over de groei verschenen: „Het rapport van de club van Rome" (Aula pocket 500). Van alle kanten kwamen er reacties op los. Volgens sommigen werd het einde van de wereld voorspeld. „De mens heeft nog 30 jaar te leven, dan volgt een grote catastrofe." Anderen vonden dat het zo'n vaart niet zou lopen. De mens zou ook deze moeilijkheden wel weer te boven komen.

Het rapport schetst de problemen, die samenhangen met de groei van de wereldbevolking en de groei van de wereldeconomie. Het zegt, dat als deze niet wordt verminderd totdat ze is omgebogen tot een toestand van evenwicht, er binnen een kortere of langere tijd een ramp zal volgen. Hoe moeten wij als Christenen hier nu tegenover staan? We kunnen doen alsof er niets aan de hand is. Al zou het waar zijn wat in het rapport staat, wij hebben toch een andere toekomstverwachting? Wij verwachten immers een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. En, wat zouden wij als kleine groep aan deze problemen kunnen doen?

Wat zegt het rapport?

Ik dacht dat het goed is om eerst eens zakelijk de inhoud van het rapport weer te geven. Dat kan natuurlijk in dit artikel maar heel in het kort. Daarna zullen we nagaan voor welke vragen het ons stelt, en in elk geval proberen enkele bijbelse lijnen te trekken.

We zullen dan nu eerst bespreken wat het rapport onder „groei" verstaat, wat de problemen zijn, die met die groei samenhangen, nu en in de toekomst, en tenslotte wat het rapport aangeeft als oplossing van de vraagstukken.

De club van Rome wordt gevormd door een groep vooraanstaande zakenlieden uit de hele wereld. Ze waren en zijn verontrust over de sterke groei van de wereldbevolking en van de wereldeconomie en de problemen die daarmee samenhangen zoals voedseltekorten, verkeerschaos, milieuvervuiling enz. Omdat deze zo ontzettend moeilijk en veelomvattend waren schakelde de club een groep geleerden in. De leiding kreeg een Amerikaanse geleerde, Dennis Meadows. Deze had n.1. al ervaring met soortgelijke onderzoeken, maar dan op kleinere schaal.

Wat zijn nu de oorzaken van de groei en waarom hangen er zoveel problemen mee samen? Wat is het verschil tussen vroeger en nu?

We kunnen in de eerste plaats wijzen op de technische ontwikkelingen. Om een paar dingen te noemen:

We reizen nu veel sneller dan vroeger.

Ondanks werktijdverkorting is door mechanisatie de produktie geweldig opgevoerd. De gezondheidszorg is sterk verbeterd.

De landbouw brengt door het toepassen van kunstmest en moderne landbewerkingsmethoden veel meer per ha. op.

Door deze en andere factoren is de gemiddelde leeftijd sterk toegenomen en daardoor ook de bevolking. Maar al deze ontwikkelingen hebben hun schaduwzijde: de groei van de wereldbevolking brengt vooral in de onderontwikkelde gebieden, waar door de betere gezondheidszorg wel in snel tempo de bevolking toeneemt, maar de landbouw ver achter blijft — een tekort aan voedsel met zich mee. Door allerlei oorzaken worden weliswaar de consumptiegoederen relatief goedkoper (door de sterke loonstijgingen), maar door diezelfde loonstijging worden diensten zoals het laten repareren van de auto, maar ook het verplegen in ziekenhuizen e.d. steeds duurder. Door de toename van het autobezit ontstaat een verkeerschaos op de wegen die steeds meer zijn tol in de vorm van doden en gewonden eist. De groei van de industrie brengt milieuverontreiniging mee. De steden raken overvol. Daar komen dan de problemen op geestelijk gebied bij. De verhouding met God: de mens gaat steeds meer leven vanuit de gedachte het zonder God wel te kunnen redden. De spanning om in deze maatschappij mee te kunnen doen: we willen evenveel luxe genieten als onze buurman. De verhouding tussen arm en rijk spitst zich toe: denk aan de nivelleringstendens en de tegenstelling tussen de arme en rijke landen. Ook kan nog gewezen worden op de jeugd, die zich steeds meer schijnt af te wenden van het levenspatroon van de oudere generatie.

Al deze problemen op materieel en op geestelijk gebied zijn nauw met elkaar verbonden. Bovendien zijn ze niet aan een bepaalde plaats op aarde gebonden. Denk b.v. aan de oliecrisis: de direkte oorzaak is de toestand in het middenoosten, maar wij ondervinden er direkt de gevolgen van. Wat de Duitsers en de Fransen aan vuil lozen komt bij ons via de Rijn ons land binnen. Door de pers zijn we natuurlijk ook nauwer bij alle gebeurtenissen betrokken dan vroeger het geval was.

De bedoeling van de club van Rome is dan ook geweest om een overzicht te krijgen van al deze problemen in samenhang met elkaar. En niet voor een beperkt gebied maar voor de hele wereld. Toch is het belangrijkste waarschijnlijk, dat men geprobeerd heeft na te gaan wat er over enige tijd (enkele tientallen jaren) zal gaan gebeuren. De groep van Meadows heeft het probleem aangepakt door een wereldomvattend model te ontwerpen.

Hierin zijn de volgende groepen problemen onderscheiden: de bevolkingsgroei, de voedselproduktie, de industrialisatie, de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen (grondstoffen) en de vervuiling.

Wat is eigenlijk een model?

We weten allemaal wat een maquette is. Dat is op kleine schaal een zo nauwkeurig mogelijk nagebouwd huis of dorp (Madurodam). Als je naar zo'n maquette kijkt kun je precies zien hoe een huis in het echt eruit ziet. Nemen we een globe, een wereldbol in het klein, dan kunnen we daar alle landen precies op zien liggen. We kunnen er echter alleen de grote steden op vinden, voor de kleinere moeten we er de atlas bijhalen. En de atlas lijkt aan de buitenkant al helemaal niet meer op de aarde. Toch kun je de atlas evenals de maquette en de globe een model, een afbeelding noemen. Je kunt er iets uit te weten komen over datgene waarvan het een model is. Zo kun je ook van de Deltawerken een model bouwen, daarop kun je precies nagaan hoe de waterstromingen zijn. Ook is het mogelijk een model van onze economie te maken, maar dan met behulp van formules, zoals b.v. het Nationaal Plan Bureau gedaan heeft. Hiermee zijn verwachtingen uit te spreken over b.v. de prijsstijgingen als bekend is met hoeveel procent de lonen zullen stijgen. Iets dergelijks als het N.P.B. heeft gedaan voor Nederland heeft de groep van Meadows gedaan voor heel de wereld. Ze hebben het model zo gemaakt dat heel vaak een computer kon

worden ingeschakeld om allerlei dingen te kunnen berekenen. Op die manier konden ongelofelijk veel gegevens worden verwerkt, zodat alles zo nauwkeurig en betrouwbaar mogelijk kon worden.

Het rapport heeft als ondertitel: „Grenzen aan de groei". Wat is groei eigenlijk?

Als iets groeit neemt het toe, het wordt groter. Dat kan op twee manieren plaats vinden. Als iemand lüü gulden in een oude sok stopt en er elk jaar tien gulden bij doet zal na tien jaar het beginbedrag verdubbeld zijn. Na twintig jaar zal de nu ontstane 200 gulden pas verdubbeld zijn. De groei is dus elk iaar in grootte gelijk, maar de tijd waarin het bedrag verdubbelt neemt toe. Dit wordt met een term uit de wiskunde lineaire groei genoemd. Een verstandiger iemand belegt zijn geld en wel tegen tien procent. Doordat nu ook rente wordt uitgekeerd over het bedrag waarmee het oorspronkelijke bedrag is gegroeid gaat de groei veel sneller. Na zeven jaar is de oorspronkelijke 100 gulden 200 gulden geworden en na nog eens zeven jaar is die 200 gulden weer verdubbeld. Deze soort groei wordt exponentiële groei genoemd. Een kenmerk hiervan is dus, dat steeds binnen een zelfde tijd een verdubbeling optreedt.

En nu de groei van de wereldbevolking?

We weten allemaal, dat de wereldbevolking zeer snel groeit. Een paar getallen: in 1800 waren er 1 miljard mensen, in 1870 1.5 miljard, in 1950 al 3 miljard.

Volgens een schatting uit 1958 (van de V.N.) zal de wereldbevolking in het jaar 2000 6 miljard bedragen. De verdubbeling gaat hier zelfs steeds sneller. Dat komt, omdat het percentage, waarmee de wereldbevolking groeit (op het ogenblik 2, 1 % dat wil zeggen dat er per 100 mensen 2 mensen meer geboren' worden dan er sterven) zelf toeneemt. Hier komen enkele grenzen van de groei in zicht. Je kunt immers wel proberen de produktie van landbouwprodukten te vergroten, maar dat is niet onbeperkt mogelijk. Zo is lang niet alle grond voor de landbouw geschikt te maken. Verder moeten voor meer mensen meer consumptiegoederen gemaakt en huizen gebouwd worden. En dat neemt natuurlijk ook ruimte in beslag. Om al die goederen te maken, zijn weer meer grondstoffen nodig. En brandstof: en liter olie die verstookt is, is niet meer terug te winnen. Dat geldt ook voor een heleboel grondstoffen. In het boek is een tabel opgenomen waarin een overzicht wordt gegeven van het aantal jaren dat er nog bepaalde grondstoffen zullen zijn, als het huidige verbruik en cle groei daarvan zo blijven. Voor goud b.v. zou al over ongeveer 9 jaar cle voorraad uitgeput zijn. Zelfs als de voorraad goud 5 maal zo groot zou zijn als men nu aanneemt, clan nog zou de uitputting na 29 jaar een feit zijn. Voor een andere grondstof, het metaal chroom, gelden resp. cle volgende getallen:95 en 154 jaar. En 154 jaar is het maximum, alle andere grondstoffen zouden nog eerder op zijn. Zelfs al zou de voorraad veel groter zijn, dan we nu weten, dan nog zou dat niet zoveel uitmaken. Dat komt doordat de wereldbevolking en de wereldeconomie exponentieel groeit. Denk eens in wat 6 miljard mensen zouden verbruiken, als ze het welvaartsniveau van cle Amerikanen van nu hadden.

Er is een raadsel, dat het probleem van de exponentiële groei heel duidelijk laat zien. In een vijver groeit een lelie, die elke dag twee keer zo groot wordt. Na dertig dagen bedekt de lelie de hele vijver. Op welke dag bedekt de lelie dan de halve vijver? Het antwoord is natuurlijk

op de 29e dag. Op de 29e dag is dus nog de helft van de vijver open, of toegepast op het grondstoffenprobleem: op de 29e dag is er nog een geweldige voorraad (evenveel als in alle eeuwen verbruikt is samen) maar voordat je het weet is alles op. Inderdaad, voordat je het weet. De problemen komen zo snel op dat we er geen erg in hebben. En als we er erg in krijgen is het eigenlijk al te laat.

Pakken we maar een of twee, en nie f genoemde faktoren aan, wat dan? alle vijf

In een hoofdstuk wordt nagegaan wat er zou gaan gebeuren als de wereld, opgeschrikt door bepaalde problemen, niet alle vijf bovengenoemde factoren tegelijk zou aanpakken maar een of twee ervan. Het blijkt niets uit te maken. Stel dat b.v. de wereldbevolking konstant kon worden gehouden maar de groei van de produktie zou doorgaan, dan zou door het sterk toenemen van de vervuiling een sterke daling van de wereldbevolking tenslotte niet uit kunnen blijven. Het rapport komt dan ook tot de conclusie dat, tenzij alle vijf de problemen tegelijk worden aangepakt, er binnen een afzienbare tijd (30 tot 100 jaar) een gedwongen einde zal komen aan de groei. En of deze dan komt door vervuiling van het milieu, door gebrek aan grondstoffen of een energiecrisis, dat is in zeker opzicht onbelangrijk.

Conclusies

We kornen na dit overzicht tot de belangrijkste conclusies uit het rapport: inplaats van naar groei moet gestreefd worden naar een toestand van evenwicht. D.w.z. de bevolking zou niet meer mogen toenemen (niet meer dan twee kinderen per gezin), de produktie per hoofd zou gelijk moeten blijven. Dat zou, nog steeds volgens het rapport, niet mogen betekenen dat mensen in het westen op hun welvaartsniveau zouden blijven en de mensen in de ontwikkelingslanden op hun lage niveau. In het westen zou juist een verlaging hiervan moeten plaatsvinden. Verder wordt gesteld, dat hoe eerder we beginnen met een terugdringen van de groei, hoe groter de kans is dat het geen gedwongen einde aan de groei zal worden.

Onmiddellijk na het verschijnen van het rapport is er een stroom van kritiek op los gebrand. Zo zouden de grondstoffenvoorraden veel te laag zijn geschat.

Er zou te weinig aandacht zijn geweest voor de ontwikkeling op het gebied van de kernenergie en de mogelijkheid uit zee voedsel en grondstoffen te halen.

Anderen zeggen dat het hele rapport onzin : s: je kunt zoiets ingewikkelds als een hele weseldsamenleving niet in een model samenvatten.

In elk geval zou het rapport veel te weinig rekening hebben gehouden met politieke en sociale ontwikkelingen. (De ontwikkeling in communistisch China kun je niet vergelijken met die in Amerika).

Toch blijft een ding overeind staan, dat hoe dan ook de grondstoffenvoorraad en de ruimte op deze wereld beperkt is:

de wereld is eindig.

En voor de vragen die daardoor opgeroepen worden, staan ook wij. Vragen die ons privéleven aangaan, maar ook vragen met betrekking tot onze verhouding met de overheid. Vele beslissingen die genomen worden zijn politieke beslissingen en daar hebben wij als staatsburger over mee te denken en te stemmen. In elk geval is het eindig zijn van deze wereld voor ons als christenen niets nieuws: we weten dat er een eindtijd komt, dat deze wereld op zal houden te bestaan na de jongste dag. We weten ook dat die dag door Gocl bepaald is, en niet afhangt van wat wij mensen zouden doen of laten.

Maar dit sluit onze verantwoordelijkheid niet uit, ten aanzien van het gebruik van grondstoffen en het milieu.

De oorzaak van vele van bovengenoemde problemen is dacht ik onze hang naar luxe. We hebben geleerd te bidden: „Geef ons heden ons dagelijks brood", maar we zijn daar niet tevreden mee. Liever hebben we een goed belegd stuk brood.

Is dat verkeerd? Ik geloof, dat we inderdaad terug moeten naar een soberder levensstijl. Niet omdat de club van Rome dat zegt; ons levenspatroon mag niet bepaald worden vanuit de angst voor een naderende catastrofe. Wij zullen al ons doen en laten moeten funderen op een bijbelse visie op deze wereld.

In Genesis 9 wordt beschreven hoe God met Noach een verbond opricht. De mens wordt daar opdracht gegeven de aarde te bewonen en tot cultuur te brengen. Maar de mens krijgt de aarde niet in eigendom.

„De aarde is des Iieeren" (ps. 24). De mens is niet meer dan rentmeester. En gedragen wij ons niet veeleer als eigenaars? Leven wij nog vanuit een Christelijke soberheid? De club van Rome wil ons soberder doen leven vanuit humanistische overwegingen en zo een ramp trachten te voorkomen. Ze kan ons echter hoogstens wijzen op de gevolgen van de zonden: et die gevolgen kunnen we de zonde zelf niet wegnemen. We zullen niet mogen leven vanuit een krampachtig streven naar een „heilstaat" op deze aarde, „De aarde wordt ten vure bewaard" (2 Petr. 3 : 7).

Ons vertrouwen moet een gelovig wachten zijn op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Alleen zij die hieruit leven hebben een gegrond vertrouwen.

Diskussievragen

1. Zou je milieuvervuiling zondig willen noemen (of is het een noodzakelijk gevolg van industriële aktiviteit)? Zo ja, welke consequenties heeft dit clan?

2. Verbruiksgoederen krijgen een steeds kortere levensduur (d.w.z. grondstoffenverkwisting? ). Kunnen/moeten we hier wat aan doen?

3. Op welke punten zou je het soberder gaan leven kunnen concretiseren?

4. Moeten wij een gedeelte van onze welvaart afstaan aan onderontwikkelde gebieden? Zo ja, hoe dan: in de vorm van giften of door overplaatsing van industrie?

5. Is welvaart een zegen? Of moeten wij als christen meer nadruk leggen op welzijn?

6. Zie je verband tussen de stijgende kosten van verpleging en de stijgende lonen? Hoe moeten we hier tegenover staan?

7. Hebben wij verantwoordelijkheid ten aanzien van de bevolkingstoename? Moet b.v. onze regering een projekt voor geboortebeperking in India steunen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1973

Daniel | 24 Pagina's

GEGRONDE ANGST?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1973

Daniel | 24 Pagina's