In de lijn der geslachten

Verkiezing en verwerping

(9)

We hebben cle vraag gesteld: „HOE heeft God uitverkoren? en als antwoord daarop gegeven: ten eerste „in Christus"; en ten tweede „individueel, persoonlijk". Toch zou ons antwoord onvolledig zijn, als we er ten derde niet aan toevoegden: „in cle lijn der geslachten'.

De uitverkiezing moge streng persoonlijk zijn, ze is toch niet willekeurig. Wie cle eeuwen doorblikt en aan cle hand van cle heilige geschiedenis nagaat, hoe cle verkiezing zich heeft bewogen, komt alras tot de ontdekking, clat cle verkiezing Gods geschied is naar een wijs, heilig en ordelijk bestek.

God cle Heere heeft, met eerbied gezegd, zo maar niet hier en daar en ginds, zonder enige orde of regel de mensen uitgekozen. De Heere heeft maar niet in het wilde weg gegrepen, zonder er bij na te denken, wie Hij greep en verkoos. Neen, in genen dele. Hoeveel er hij cle mens en in de mens geen waardigheid of voorkeur was, waarom Hij cle een boven cle ander zou hebben verkoren, toch is de Heere niet ordeloos te werk gegaan. Hij heeft met Zijn Goddelijk oog al cle komende eeuwen overzien. Hij heeft cle volkeren en cle geslachten zien komen en zien gaan. Ja meer, Hij heeft clie volkeren en die geslachten zelf tot aanzijn geroepen; en de draad der verkiezing door clie volkeren en geslachten doen heenlopen.

Heel cle Bijbelse historie leert dat overduidelijk. Zodra Adam en Eva hun twee zonen hebben: Kaïn en Seth, wordt cle lijn der verkiezing zichtbaar. Het geslacht van Kaïn wordt genoemd: „zonen en dochteren der mensen", en het geslacht van Seth heet: „zonen en dochteren Gods". Dit wil nu niet zeggen, clat alle Sethieten echte, bekeerde en dus uitverkoren kinderen Gods waren; maar wel, dat cle uitverkorenen in dat bepaalde geslacht te vinden waren, terwijl men ze in het geslacht van Kaïn tevergeefs zou zoeken. De draad der verkiezing was als een stippellijn in Seth's geslacht op te merken.

In later jaren wordt de draad der verkiezing zichtbaar, niet slechts in een bepaald geslacht, maar in een geheel volk. Denk aan Abraham, cle vader der gelovigen. Hem wordt toegezegd, dat de Heere uit zijn zaad Zich verheerlijken wil. En wel worden hier en daar loten en takken afgesneden, zoals ismaël en Ezau, maar de stam zelf blijft staan, en ontwikkelt zich straks tot een grote boom, n.l. het volk Israël. En vanaf de tijd van Israëls volksbestaan is het duidelijk merkbaar, clat Gods verkiezing zich schier uitsluitend bepaalt tot clit verkoren bondsvolk. De andere volken laat cle Heer wandelen in het goeddunken huns harten, maar met Israël houdt Hij bijzondere bemoeienissen. Die bemoeienissen der genade heeft Israël niet verdiend; o neen, het heeft ze wel duizendwerf verzondigd; maar toch blijft de Heere clit volk in stand houden. En waarom zulks? Wel, hierom: in Israël loopt cle lijn der verkiezing. Psalm 147 zegt het zo treffend: Hij gaf aan Israël Zijne wetten; zo wou Hij met geen volken handelen; clie moesten Zijn getuigenissen en Zijn verbondsgeheimen missen.

En nu is het wel altijd waarheid gebleken, dat niet alles Israël was, wat Israal heette; en clat, hoewel ze allen onder cle wolk waren, God toch in het merendeel van hen geen welgevallen heeft gehad; maar de draad der verkiezing liep toch door Israal, en door Israël alleen. En wat nu van het geslacht van Seth en van het volk van Israël gezegd wordt in de Schrift, blijkt ook heden ten dage nog precies zo te zijn. Er zijn families en geslachten, waar de lijn der verkiezing klaarlijk te zien is. Niet, dat alle huisgenoten één voor één cle Heere vrezen, maar wel kan men opmerken, dat de vreze Gods, clie bij de grootvader leefde, ook bij de zoon, of kleinzoon of dochter te zien is. Er moge soms een generatie worden overgeslagen, maar ze duikt toch vroeg of laat weer op; en ze doet ons telkens weer zeggen: Zie, de draad der verkiezing is er!

Maar op deze Goddelijke regel heeft cle Heere zelf Zijn Goddelijke uitzonderingen gemaakt. Het gebeurt ook, dat een Godvrezend ouderpaar niet anders dan goddeloze kinderen voortbrengt, en het volgend geslacht zich al verder en verder van de Heere afwendt. En daartegenover gebeurt het ook, clat God, buiten de geslachtslijn om, de mensen roept tot het koninkrijk Zijner genade. Zie het aan Ruth, cle Moabietische en aan de kamerling van Candacé. En deze wijze handeling Gods leert ons tweeërlei: Wie binnen cle kring van een Godvruchtig geslacht geboren is, denke aan Ismaël en Ezau, clie hem als het ware toeroepen: „Wees toch niet zorgeloos!" En wie buiten zulk een kring leeft, denke aan Ruth en de kamerling, die hem bemoedigen met een: „Wees niet hopeloos!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen