Ons werk voor de Militairen.
(5)
Het pakketje uit Nederland.
Nu dan iets over het werk voor de militairen in Indië. Is het al zo, dat een militair in Nederland blij is met elk teken van medeleven uit de „burgerwereld" (ik spreek uit ervaring; is niet de facteur zijn grootste vriend ? ) — hoe veel te meer moet het spreken tot elke militair in Indië, die alles heeft moeten verlaten, (óók zijn Vaderland), wanneer hij bewijzen van medeleven ontvangt uit ons land.
Bovendien is het zo nodig, dat onze jongens daar voorzien worden van goede lectuur. Immers, er is wel „geestelijke verzorging", maar in de eerste plaats is het aantal veldpredikers zeer onvoldoende en in de tweede plaats moeten we maar afwachten aan wie onze jongens worden toebetrouwd.
Ik weet het: men spreekt tegenwoordig graag smalend over de „schotjesgeest" en wil dan maar liefst met één pennestreek alle kerkelijke geschillen uit de weg ruimen. De jongens van verschillende kerkelijke gezindte worden samengebonden door Ja, waardoor eigenlijk? Door het scheppen van enige religieuze sfeer, die tegemoet komt aan het gevoel van verlatenheid en heimwee dat onze jongens in Indië zeker wel bekruipt.
Wie enige indruk ontvangt van het waarachtige zieleheil onzer jongens, beseft, dat ze iets anders nodig hebben. Als we dan niet met anderen mee kunnen doen, is dat geen kerkisme, maar het gaat om de waarheid.
Laatst was ik uitgenodigd op een interkerkelijke vergadering ter plaatse, waar men plannen zou bespreken om gezamenlijk iets te doen voor de „geestelijke ^rzorging" van de vertrekkende militairen. Ik verwachtte er niet veel goeds van, maar ging er heen, om niet bij voorbaat voor dwarsdrijver uitgemaakt te worden.
Nadat iemand beweerd had, dat het zo heerlijk was, dat we gezamenlijk konden arbeiden om de soldaten tot Jezus te leiden, begon er een te vertellen, dat je ook aalmoezeniers had, die met de (protestantse) jongens zo goed wisten om te gaan(!) Meer dan ergerlijk was het, toen er iemand vertelde, dat hij eens een veldprediker had meegemaakt, die zo'n slag had om de jongens
te boeien; die was soldaat met de soldaten; begon hij met een paar vloeken te zeggen. daarom
Onnodig te zeggen, dat ik mij van die beweging heb losgemaakt en blij ben, dat het L.V. op een andere wijze werkt voor onze militairen. Om de drie weken is aan onze jongens een pakketje toegezonden met goede preken en andere stichtelijke lectuur. Hetgeen door het L.V. verzonden was, had de volle goedkeuring van de Syn. Commissie. De pakketjes konden niet per luchtpost verzonden worden, dan zouden de kosten te hoog worden. Ze werden per mailboot verzonden. Dit duurde wel even langer, maar toen er eenmaal regelmaat in de verzending was gekomen, was dit geen bezwaar meer, daar onze jongens toch om de drie weken een pakketje ontvingen.
Elk pakketje boeken ging vergezeld van een brief, , van een onzer predikanten of ambtsdragers. Voor dit doel hebben reeds geschreven: Ds. v. d. Berg, Ds. de Blois, Ds. Fraanje, Ds. Kok, Ds. Verhagen en ouderling Roest, terwijl anderen hun medewerking toezegden.
Daniël wordt steeds per luchtpost toegezonden, zodat de jongens ons blad vlug ontvangen. De kosten voor deze geheel gratis toezending zijn wel hoog, maar we zijn blij, dat de milde giften ons daartoe steeds in staat gesteld hebben, terwgl ook enkele kerkeraden en particulieren de kosten voor één of meer militaire abonnementen voor hun rekening genomen hebben.
De volgende maal hopen we eens een kijkje achter de schermen te nemen bij „Krijgsman" en zijn helpers. ENT GEZONDEN (verkort wegens plaatsgebrek).
Gaarne zou ik onderstaand schrijven geplaatst zien in Uw blad „Daniël".
Daar ik, zowel als alle militairen behorende tot de Geref. Gem. het blad „Daniël" toegestuurd krijg, benevens goede lectuur met een brief van één der leraren, kan ik niet nalaten, in de overtuiging dat ik spreek namens alle militairen, mijn recht hartelijke dank uit te spreken aan allen, die medewerken aan deze organisatie. In de eerste plaats de Redactie van „Daniël", Krijgsman, de heer Roest te Scherpenzeel, onze leraren, die een brief schrijven en voorts alle gevers en geefsters. Wij verkeren in het verre Indië onder tal van gevaren, zowel lichamelijk als geestelijk. Van de nuttigheid van uw werk kan ik uit eigen ervaring getuigen. Er worden nog militairen teruggebracht van een al ingeslagen verkeerde weg.
Iedere wereldling, die volgens geweten en gebod wil leven heeft een zware strijd, maar voor ons militairen is het dubbel zwaar. In een leger te velde, ja ik kan wel zeggen in een heidens leger, al draagt het de naam van Christelijk, hoewel zelfs van de vorm nog maar weinig over is.
Nogmaals mijn hartelijke dank aan allen. Mocht het met de hulpe des Heeren voortgang vinden en als het wezen kon nog vruchten afwerpen der bekering waardig.
Ik teken met hoogachting,
Dpi. sold. A. KLEIJER,
33e Hulpverbandpl. afd. Veldpost Soerabaia.
Onze militaire correspondent voor Genemuiden T. van Olst. Drostenhof6traat 11 verzoekt de militairen in Nederland of hun ouders of familieleden bij verandering van garnizoen dit onverwijld aan de betrokken militaire correspondent op te geven, teneinde daardoor het werk van genoemde correspondent te vergemakkelijken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1947
Daniel | 8 Pagina's