Kleine catechismus, of Kort begrip der leer volgens den Heidelbergschen Catechismus - pagina 8
naar de Hoogduitsche uitgave, in gebruik bij de Nederlandsch-Gereformeerde Gemeente te Elberfeld
7
God belijd, dat ik in zonden ontvangen en geboren ben. 10de Vr. Wat is dat voor eene ongehoorzaamheid geweest ? Antw. God had onzen eersten voorouders geboden, dat zij niet van den boom der kennis des goeds en des kwaads zouden eten, en dit gebod hebben zij overtreden. l l d e Vr. Gaat dat u dan eenigszins aan ? Antw. Voorzeker, want Adam is ons aller vader; toen hij overtrad, overtraden wij in hem, en wij allen doen juist hetzelfde, wat hij deed. 12de Vr. Zoo zijn wij dan onbekwaam, tot al datgene, wat voor God goed is, en geneigd tot alle kwaad? Antw. Ja geheel en al, en slechts dan, wanneer wij door Gods Geest wedergeboren zijn, zullen wij doen, wat in Gods heilige oogen goed is. 13de Vr. Kan God zulke ongehoorzaamheid en uwe verdraaidheid en overtreding ongestraft laten ? Antw. Neen, dat kan Hij onmogelijk ; maar naar Zijne gerechtigheid en rechtvaardig oordeel moet Hij mij voor mijne zonde alreeds hier in dit leven en met de eeuwige verdoemenis straften, gelijk Hij gezegd heeft: „Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het Boek der Wet, om dat te doen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 24 Pagina's