Beginselen en eischen - pagina 46
-
44
-
als het kiesrechtstelsel en de Eerste Kamer en andere zaken anders waren ingericht, zou de overheid „moreel het recht hebben" overheid te zijn, haar overheidsplicht uit te oefenen, d. w. z. terrorisme te keeren en geweld te onderdrukken." „Op een andere plaats spreekt de schrijver afkeurend van „het smoren van geweld door het aanwenden van sterker geweld" — en van „eenvoudig de beslissing opdragen op nieuw aan macht en geweld." „Hier ziet men nu, waar de liberale theorie, waar het losrukken van recht en gezag van zijn hoogeren oorsprong, heen leidt. Het gezag der overheid is nu reeds „sterker geweld," essentieel in niets onderscheiden van de macht der dreigende onderdanen. „Van het gezag bij de gratie Gods hebben de liberalen niet willen weten. Men zou leven onder de „souvereiniteit der grondwet". En nu is het zóóver gekomen, dat een in de grondwet wortelend gezag moreel het recht mist zich te handhaven, zoolang diezelfde grondwet niet op een ander punt gewijzigd is. „Treffend bankroet der liberale ficties! „Maar ook: treurig symptoom van de voortschrijding der revolutionaire denkbeelden, die Nederland, en elk land naar den afgrond voeren." Ook dit. Zoolang de eischen der radicalen niet zijn ingewilligd, moet men het onrecht der arbeiders dulden, en gedoogen, dat het verkeer door hen stop wordt gezet. Of eenzelfde privilege voor de eischen van anderen geldt, werd niet gezegd. Niet minder kwam ook bij anderen uit, hoe onvast men stond. Men herinnert zich het adres der Twintigen, onderteekend o. a. door de Hoogleeraren B r a n d t , H o u w i n g , Mr. T r e u b , K a n ,
1
Kernkamp,
Lobry
de
Bruin,
G.
A.
van
Hamel
1),
Valeton,
de
!) Volgens een verslag in de Nieuwe Rott. Ct. van 11 Maart 1.1., 2 d e blad A, verklaarde Mr.
VAN HAMEL
de hoofdstad,
wat
in eene vergadering van Vooruitgang
betreft de
artikelen
over
het staken
den vorigen avond in van
spoorwegpersoneel:
„Juridisch is er op deze artikelen niet zeer veel aanmerking te maken." Toch wilde hij er niet van weten,
want men had het „volksrechtsbewustzijn" niet mee. Waar
was echter dat volksrechtsbewustzijn,
dat niet mééging, en op grond waarvan de
vrijzinnige Heeren nu ook niet meegingen ? Alleen bij de socialisten. Maar dan had men toch beter gedaan met eenvoudig te zeggen, dat men voor het getier der socialisten uit den w e g
ging. Ook zijn er altijd lieden, die datgene, waarop straf gezet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's