Beginselen en eischen - pagina 39
-
37
-
dat van Boven over ons gesteld is. En wat het Synodaal bestuur aangaat, dat is noch van God, noch ook is het eene Macht. „Neen, ook niet eene Macht in den zin die alleen in de Kerk van Christus gelden kan. Zedelijk recht van bestaan, d. i. een recht dat in het Woord van God en in het geloof der Gemeente gegrond is, zoodanig recht heeft het Synodaal Bestuur volstrekt niet. Daarom ook heeft het geene macht, niet de minste beteekenis voor het geloofsbesef en het zedelijk leven der gemeente." De vrijzinnigheid verdedigt vaak het valsche, het aangematigde gezag, en miskent het echte. Telkens blijkt hoe het besef van het gezag onder de vrijzinnigen is verzwakt. Wel toonen ook zij nu en dan de onmisbaarheid van het gezag te gevoelen, en verheugen zij zich als dit zich gelden doet tegenover willekeur en geweld, — maar zij zijn buiten staat het te construeeren, daarvoor een vasten bodem aan te wijzen. Omdat zij het gezag Gods verworpen hebben, met God en zijn Woord niet willen rekenen in het openbare leven; gelijk Kappeyne van Bijbelteksten zelfs bederf van het staatsrecht duchtte. Wat al werd niet van den Koning gemaakt? Volgens T h o r b e c k e is hij eenheid der uitvoerende macht; Buys noemde hem mandataris der gemeenschap; O p z o o m e r vergeleek hem, naar de uitdrukking van H e g e l , met iemand,
T. a. p., bl. 16. Hij achtte het ook vruchteloos van de Haagsche Synode iets te begeeren of te eischen, wijl dit College nooit recht kan doen. „ W i e zelf geen recht bezit noch kent, kan het niet anderen geven" (bl. 14/15). Echter is helaas! Dr. GUNNING
krachtiger gebleken in woorden
Ook
HELDRING
wees
dan in daden.
er op, dat geen vaste besturen in de Kerk passen, zoodat
in die besturen zeiven het kwaad steekt, onverschillig of zij orthodox dan wel modern zijn: „Onze Hervormde Kerk is uit haren aard en wording eene reeks van vrije gemeenten, die zich slechts in gemeenschappelijke
belangen
te zamen voegen, tot
handhaving der tucht en orde, maar voorts nimmer mogen afzien van hare zich zelve beheerschende
gemeentelijke regten. Alles wat haar, in kerkelijk beheer, van boven
af beheerscht, is tegen haren eersten en voornaamsten grondregel: geen predikant, geen ouderling, geen diaken zal boven een ander predikant, ouderling, diaken staan. Zij zijn alle gelijk. Bij besturen (hoe zacht dit woord ook zij) is altijd een die heerscht, en een die gehoorzaamt, en bij reglementen (hoe matig de beteekenis van dat w o o r d ook zij) wordt een gehoorzamen of schorsen of afzetten vastgesteld." (De ging,
dl. XII, bl. 466. Zie hierover nader Het Reglement
Vereeni-
van '52, bl. 86 en v o l g g . . )
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's