Hebt gij den Christus gevonden? - pagina 24
toespraak over Joh. 1:42b, bij gelegenheid van het afleggen der Geloofsbelijdenis door eenige lidmaten der Gemeente, gehouden in de Oude Kerk te Amsterdam, op zondag den 5den Januari 1902
24 ren belofte, van den waarachtige Getuige. Te Zijner tijd. Daarom, indien Hij ook wacht om aan de ziel Zijn heil te openbaren, — zoo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen en niet achterblijven. (*) En gij zult met allen, die door den Heere gevonden zijn, in blijdschap des Heiligen Geestes getuigen: Wij hebben gevonden den Christus, den Heere, ons Een en Al. Gij, die hier gekomen zijt om belijdenis des Geloofs af te leggen voor het aangezicht Gods en Zijner Gemeente! De ernstige vraag komt tot u: Zijt gij er van doordrongen, dat gij den Heere Jezus Christus moet deelachtig zijn, dat gij zonder Hem eene buit zijt der zonde en des doods? H e b t gij d e n C h r i s t u s g e v o n d e n ? Er is een belijden met den mond, waaraan het hart geen deel heeft. Maar, indien gij met uwen mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart gelooven, (2) dat Hij de Christus is, uwe eenige gerechtigheid voor God, uw eeuwig leven, zoo zult gij zalig worden. Wilt opstaan van uwe zitplaatsen en antwoorden op de volgende vragen: x. Belijdt gij van harte te gelooven, al wat ons (1) Hab. 2 : 3b. (2) Rom. 10 : 9 en 10.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 5 januari 1902
Brochures (TUA) | 28 Pagina's