De welsprekendheid - pagina 51
Eene Lezing
53
den windwijzer en zwabberenden weerhaan gelijk, maar wortelt diep met zijn vezelen in des menschen natuur.
Bidden moet daarom de Evangelie-
prediker zijne hoorders, dat zij zich met God laten verzoenen.
De welsprekendheid is een betoog, zij
is een schouwspel en handeling; zij is eindelijk meer nog dan dat alles te zamen, zij is een strijd en een worsteling. met zijne hoorders.
De redenaar heeft een kamp Hij moet ze overreden.
Hij
mag van dien strijd niet aflaten, voordat zij zich hebben overgegeven.
Hij moet elke bedenking
wegruimen, alle verontschuldiging hun ontnemen, eiken weg ter ontkoming afsnijden.
Hij heeft ze
in de engte te drijven, zoodat zij als de Israƫlieten noch voor- noch achterwaarts, evenmin ter rechter- als ter linkerzijde uitwijken kunnen en alleen nog kunnen opzien naar boven, vanwaar de hulpe komen zal. De hooge ernst, de zware verantwoordelijkheid van de bediening des Woords spreekt in deze hare overredende taak nog sterker zich uit dan in haar betoog en haar schildering.
Maar juist
op het standpunt der Gereformeerde belijdenis is deze verantwoordelijkheid, hoe zwaar ook, toch te dragen.
Indien de bekeering afhing van 's men-
schen wil en deze zich buigen kon naar hartelust, 4
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's