De welsprekendheid - pagina 46
Eene Lezing
48
voor de geboorte Christi, nadat sij 127 en liaer man 138 jaer geleeft hadden.
Zoo zal het ons
evenmin bevallen, als Ds. Zelotes te Rotterdam zijn tekst aldus aankondigt:
onze textwoorden
zijn geschept uit den grooten oceaan van Mozes, de vierde springbron, den vijftienden emmer, den twaalfden droppel. En allerminst zullen wij onze goedkeuring kunnen hechten aan dit realistisch beeld van Ds. Theod. aBrenck: wanneer het water in een schip gevloeit is, dan wordt het door een hoosvat weder uitgeworpen. Zoo heeft David het water der zonde in het schip zijner ziel, door de reten van het overtreden der geboden Gods ingebroken zijnde, door het hoosvat van oprechte belijdenisse daaruit geworpen.
Zulke wansmaak was
toen en vroeger reeds geliefd.
Het was de tijd
van den bekenden dichter Jan Vos, die een verliefd jongeling aldus laat spreken tot de uitverkorene van zijn hart: ik laet den scepter slippen, Indien ik met mijn mont op d' oever van uw lippen, Magh stranden met een kus. Ik durf niet beweren, dat het volk van den tegenwoordigen tijd zulk valsch vernuft niet meer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's