Tweeërlei physiognomie of de verhouding tusschen de christelijke gereformeerden en de doleerende gereformeerden - pagina 27
met een bijschrift (handelende over Prof. H. de Cock's aanverwante brochure)
28 Te meer omdat sommige chr. geref. schier altijd met hun kerk bezig zijn, krijgt het wel eens den s c h ij n, alsof zij die kerk als hun k i n d e k e i n plaats van als hun m o e d e r beschouwen. Immers, door een moeder w o r d t gij gekweekt, maar uw kind verzorgt g i j . Zijn wij nu doordrongen van het beginsel, dat wij menschen nooit een kerk kunnen voortbrengen of //stichten" (gelijk zoo menigmaal gezegd wordt), dan spreekt het vanzelf, dat wij met veel meer gelatenheid den loop der kerkgeschiedenis aanzien, wetende, dat Christus en Christus alleen zijne kerk i n stand-houdt. Maar staat .//onze stichting" voorop, dan eischt dat troetelkindeke ook steeds onze zorg, dan liefkoozen we het somtijds op hartstochtelijk overdreven wijze en meer dan Gode welbehaaglijk kan zijn; wij worden dan niet door haar gesteund en getroost, maar het krijgt er zoo iets van alsof wij de kerk moesten d r a g e n . Klachten over waargenomen gebreken worden i n zulk een stemming bijna nooit geduld en gereedelijk aan liefdeloosheid geweten. W i e hoort ook, als het een van beide moet, niet liever iets aanmerken. over zijn m o e d e r dan over zijn k i n d e r e n ? Een moeder laat men ook meer vrijelijk begaan, maar onze kinderen trachten wij zooveel mogelijk te beschutten en uit het gedrang te houden. Dewijl nu de doleerenden bij eenige, misschien bij vele chr. gereformeeden zulke eigenaardigheden opmerken, houden zij vol, dat die broeders de kerk te veel veruitwendigen en lostrekken van de onzichtbare kerk. De christelijke gereformeerden zijn na lange jaren van achteruitzetting weer i n hun eer hersteld. Althans i n de m a a t s c h a p p i j . Niemand schrikt er meer van, als men een medeburger aandient als een „gescheidene". E n i n hun kerken gaan zij rustig hun gang. Maar men weet dat actie reactie baart. Op drukking volgt zoo licht t e r u g drukking, tenzij goddelijke genade dit verhoedt. Als aan iemand, die vermeent i n zijn volste recht te zijn, voor een tijd het zwijgen is opgelegd, ligt het dan'niet i n den aard der zaak, dat hij later, als er gelegenheid toe is, zijn lang gesmoorde klachten
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1887
Brochures (TUA) | 58 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1887
Brochures (TUA) | 58 Pagina's