Tweeërlei physiognomie of de verhouding tusschen de christelijke gereformeerden en de doleerende gereformeerden - pagina 9
met een bijschrift (handelende over Prof. H. de Cock's aanverwante brochure)
10 samen het hechten van waarde aan de aldaar aanwezige Men
zou dan in
geen
attestatiën
loopen,
dat
de
die
gedeeltelijk
moeten thans
opvragen,
in
gebruik
registers.
zuiver geachte ^kerken* stellig omdat
het
wel eens zóó kon
zijnde boeken mede overgingen
naar de doleerende kerk; en als die kerken zich vroeger i n ongeveer gelijken
toestand
bevonden, hadden de chr. gereformeerden,
die er
uit gingen, zulks (naar het doleerend systeem) ook niet moeten doen. Het
opvragen van attestatiën staat dus i n dadelijk verband met de
vraag
of kerken, die i n zulk een onschriftuurlijke organisatie leef-
den
als
als
kerk
valsch
de
Hervormde
gemeenten
onwaar,
o n z u i v e r , tot
zijn.
Deze
vraag
sedert 1816, niet even daarom
zal dadelijk
in zekeren ter
graad
tafel komen bij de
onderhandeling tusschen de doleerende en de chr. geref. kerken. Voor de toekomst is hiermede niets beslist. Gelijk toch eene kerk vau
zuiver
onzuiver
en van waar
valsch
kan worden, zoo
dit is ook moeieiijk indien men zoo voortdurend het p o t e n t i e e l e van de kerk in zijn redeneering opneemt. Zoo zegt dat blad in hetzelfde nr., waarin het tot dank wil opwekken, indien wij slechts één derde deel van de synodale „kerken" terug krijgen, dat is indien er in 500 a 600 kerken nog „een spruit uit den wortel schiet", — tevens in een ander artikel, „dat er tusschen de 40 thans vrij geworden doleerende kerken en de overige 1200 (let wel, niet 500 a 550, maar 1 2 0 0) kerken nog evenzoo als vroeger de oorspronkelijke en historische levensbanden bestaan, ja des te krachtiger werken." Zulk een trant van spreken zou verwarring kunnen veroorzaken, meenen wij. Met Rome hebben wij nog veel ouder oorspronkelijke en historische banden. Toch erkent geen gereformeerde enkele ambtsdragers in de Roomsche kerk, al zonden zij het ook persoonlijk in zeer belangrijke onderdeelen deibelijdenis met ons eens zijn. De H e r a u t heeft dan ook blijkbaar gevoeld, dat zulk een subjectieve maatstaf op den duur niet te gebruiken was, want de Redactie voegde er bij, dat de Herv. kerkeraad in een gemeente als b.v. de Arnhemsche slechts moet erkend worden „tot er blijke, dat het College als zoodanig zich tegen de zake Gods stelt." Zie, daar hebt ge het nu. In dat „tot zoo lang" zit het subjectieve. De een zal zeggen „het is a l l a n g gebleken", de ander „het blijkt n u, want de kerkeraad toont in niets hare gemeenschap met de doleerenden", en een derde: „het moet nog blijken uit het een of ander kerkeraadsbesluit". Als er toch van de 1345 Herv. kerken 500 a 800 „niet mede geteld mogen worden", wie verzekert mij dan, dat de Arnhemsche b.v. daar niet onder behoort'?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1887
Brochures (TUA) | 58 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1887
Brochures (TUA) | 58 Pagina's