Dundas, Ontario, Canada Bevestiging en intrede van ds. K. Hoefnagel
We hebben het afscheid van deze dienaar des Woords van Nieuwpoort, zijn eerste gemeente, meegemaakt. Een verslag daarvan is opgenomen in het nummer van 28 juni j.1.
Hieronder kunnen onze lezers een verslag vinden van de bevestiging en intrede van ds. Hoefnagel in zijn nieuwe gemeente. We hebben de dienst, waarin deze plechtigheden plaats vonden, kunnen bijwonen, omdat we juist in deze tijd bij onze kinderen, die in de nabijheid wonen en tot de kerk van Hamilton behoren, logeerden. Mijn schoonzoon, mr. M. Sommer, behartigt al jaren de belangen van ons blad in Canada en de Verenigde Staten.
De familie Hoefnagel vertrok op dezelfde dag als wij, n.l. 26 juni j.l. van Schiphol, wij in de morgen en zij in de middag. Wij maakten een tussenlanding op Ijsland om benzine te tanken. Het vliegtuig waarmee we hadden moeten vertrekken, had mankementen die pas na vele uren verholpen konden zijn. De familie Hoefnagel vertrok op tijd en kwam kort na ons in Toronto aan. Het kostte hun echter wel een paar uur voor ze door de douane waren. Begrijpelijk, omdat het hier een geval van emigratie betrof.
We - mijn schoonzoon, mijn dochter-reisgenote en ik - hebben hen in hun pastorie opgezocht. Het is een nieuwe pastorie, die nog niet eens helemaal afgewerkt is. De meubelen uit Holland waren pas een paar dagen te voren aangekomen maar met medewerking van leden van Dundas was alles spoedig uitgepakt en op zijn plaats gezet. Toen we op bezoek kwamen waren er nog een paar mensen aan het werk. Het zag er naar uit dat met enkele dagen alle sporen van een verhuizing verdwenen zouden zijn.
De pastorie staat in de onmiddellijke nabijheid van het nieuwe kerkgebouw, dat enige jaren geleden in gebruik werd genomen. Het is een heel mooi gebouw dat naar we hoorden al weer te klein gaat worden. De gemeente breidt zich nog voortdurend uit.
Het deed wederzijds goed elkaar weer te ontmoeten. Het is nog wat onwennig voor ouders en kinderen, maar we kregen de indruk dat de familie Hoefnagel zich al wat thuis gaat gevoelen in hun nieuwe woonplaats. De wetenschap dat ze in de weg des Heeren zijn is daarvan wel de voornaamste oorzaak. Daar komt bij dat de gemeente Dundas alles gedaan heeft en doet om haar nieuwe herder en leraar met bewijzen van liefde en genegenheid te omringen.
Dit neemt niet weg, dat men Nieuwpoort niet kan vergeten. Het gesprek ging vanzelf ook over de liefde die men daar had ondervonden en de moeilijkheden van het afscheid. Het is een groot voorrecht voor een gemeente en een dienaar, wanneer er banden der liefde zijn, die samenbinden. Het is te begrijpen dat het dan ook moeilijk is van elkaar te scheiden. Maar als de Heere losmaakt moeten we ook kunnen zeggen: “de wil des Heeren geschiedde”.
Dit schrijven we vooral voor onze lezers in ons eigen land en dan met name de mensen van Nieuwpoort en vele anderen, die ds. Hoefnagel en zijn gezin node hebben laten gaan.
Maar nu de bevestiging en intrede. Het was uiteraard een dienst in het engels, met uitzondering dan van de toespraak, die ik gehouden heb. Er waren uiteraard in deze dienst nog velen die in ons eigen vaderland zijn opgegroeid. Dat geldt allereerst wel de familie Hoefnagel zelf. Ook de ouders en een zuster van ds. Hoefnagel waren voor deze gelegenheid overgekomen.
Op mijn verzoek waren de predikanten Procee en Hoefnagel bereid zelf een samenvatting te geven van hun preek. Dat maakte het mij gemakkelijk om reeds in dit nummer van “Bewaar het Pand” een verslag van de dienst te laten opnemen.
Het was te verwachten dat er voor deze dienst, die op donderdag 5 juli j.1. in het eigen kerkgebouw werd gehouden, veel belangstelling zou zijn. Toen de dienst om 7.30 uur n.m. begon was er een grote schare van gemeenteleden, genodigden en belangstellenden bijeen.
Na votum en groet liet ds. Procee zingen Psalter 237 : 1, 2, 3. Hij las van de Dordtse Leerregels 1,1-3. We zongen Psalter 170 : 2, 3. Vervolgens las de prediker Jesaja 55. Zijn tekst was vers 5. Hij ging voor in gebed. Er werd gecollecteerd en gezongen Psalter 84. Ds. Procee hield zijn preek.
Verslag van bevestigingspreek over Jesaja 55 : 5.
De prediking van het Woord is van het grootste belang. De prediking is bij uitstek het middel, dat de Heere gebruikt tot bekering van zondaren maar ook tot versterking van Zijn volk. De Heere zegent de prediking van Zijn Woord.
Dat is iets dat heel duidelijk blijkt in de geschiedenis van de Christelijke Kerk. Door de prediking schudde het Romeinse wereldrijk op zijn grondvesten. Door dat zelfde midden van de prediking van de reformatoren werd de kerk verlost uit de tyrannie van de Roomse kerk. Door de prediking vonden opwekkingen plaats.
Het is dan ook een grote zegen dat de Heere weer een van Zijn dienstknechten naar de gemeente van Dundas stuurt. Zijn wij daar ook klein onder geworden? Hebben we het beseft het totaal onwaardig te zijn? Onze zonden getuigen tegen ons. Onverdiend, maar toch weer een herder gekregen. Andere gemeenten werden voorbijgegaan, maar de gemeente van Dundas mag gezegend zijn. De Heere zendt een van Zijn knechten naar Dundas. Dat heeft iets te betekenen. De Heere heeft daar een bedoeling mee. Misschien zal dit uw bekering betekenen? Misschien wil de Heere deze knecht gebruiken om u verder te leiden in de kennis van Christus Jezus? Mogen we deze knecht des Heeren ontvangen met het gebed of de Heere hem wil gebruiken in Zijn dienst en tot een rijke zegen stellen.
In Jesaja 55 wordt een rijke nodiging gedaan aan dorstigen om te komen tot de wateren des Heeren. De heilsfonteinen worden ontsloten voor verloren mensen. In vers 5 horen we dat de Heere er Zelf voor zal zorgen dat zondaren komen. Hij zal ze roepen en ze zullen komen. Dit vers ziet op de Heere Jezus in Zijn profetisch ambt. Maar we mogen ook een vergelijking trekken met het werk van een dienaar des Woords.
Ziet gij zult een volk roepen dat gij niet kendet. Dat volk is onbekend met de Heere. Dat volk is vervreemd van God. Dit zijn in het raam van Jesaja 55 de heidenen. Zij worden geroepen om te komen tot de Heere.
De predikanten hebben ook de taak om zondaren te roepen tot bekering. Ze moeten roepen, preken, verkondigen. Wat hebben ze te prediken? Verschillende aspecten zouden te noemen zijn:
Ze hebben te prediken wet en evangelie. De wet verwondt en het evangelie geneest. De wet veroordeelt en kan niet rechtvaardigen. Het evangelie rechtvaardigt en kan niet veroordelen degenen die geloven in Christus. Zondaren moeten geprikt worden in het hart. Dan hebben ze nodig om geleid te worden tot de overvloeiende bronnen van Christus.
De dienaren des Woords hebben Christus uit te stallen. Hij is meer dan genoeg. Van Hem krijgt Gods kind nooit genoeg en aan Hem heeft Gods kind eeuwig genoeg. Hij is de volkomen genoegdoening. Harten versmelten wanneer Christus gepreekt wordt in Zijn lijden en sterven. We kunnen mensen bewegen met tranen, we kunnen proberen op het gevoel van mensen te werken, maar dit alles heeft geen blijvend effect. Wanneer Christus verhoogd wordt en de Heilige Geest de gedaante van Christus onthult voor een arme zondaar, dat heeft blijvend effect. Mogen we Christus aanbevelen. Moge de Heere Jezus de Diamant zijn, Die schittert in al onze preken.
Verder moet in de prediking de rijkdom van Gods genade teruggevoerd worden tot de bron van Gods genade. Dat ligt in God Zelf en in Zijn vrije welbehagen. Door Zijn verkiezende liefde worden zondaren zalig.
Gij zult een volk roepen dat gij niet kendet. Dat is een volk dat van nature vervreemd is van God. Is dat niet ons aller situatie? De Heere moet van ons zeggen: Ik ken u niet. Hebben we het al ingeleefd dat we een hart hebben dat vervreemd is van God? Wij zijn dat volk. Nu roept de Heere zulke mensen tot bekering.
Gij zult een volk roepen dat gij niet kendet. Dat geldt in bijzondere zin ook voor ds. Hoefnagel, die hier moet werken temidden van een volk dat nog vreemd voor hem is. We hopen dat de mensen hem spoedig leren kennen, maar dat ze boven alles de Heere leren kennen.
Het volk dat u niet kende zal tot u lopen. Zondaren horen de roepstem van de prediking. Ze horen. Ze komen. De Heere zal er Zelf voor zorgen. Een volk dat niets heeft, niets kan en niets wil, zal komen. De Heere trekt hen met onweerstaanbare kracht. Door de innerlijke roeping in het hart door middel van de prediking worden zondaren tot God bekeerd. De Heere Jezus is een Getuige der volken en een Gebieder, zegt vers 4. Dit leren zondaren zien. Ogen worden voor Hem geopend en verloren mensen vinden behoud in Christus.
Deze onweerstaanbare kracht van de Heere is waar predikanten op mogen steunen. In hun ambtswerk geeft Hij kracht. Mogen we veel vragen: Spreek Heere, want uw knecht hoort.
Het volk zal tot Christus lopen om des Heeren uws Gods wil, en om des Heiligen Israëls wil, want Hij heeft U verheerlijkt. Hier zien we de redenen waarom mensen tot Christus komen. Daar zit de kracht van de Heere achter. Hij Zelf zorgt ervoor dat Zijn Huis vol zal worden.
Christus zal verheerlijkt worden. Dat zal God doen. Maar mensen worden er ook toe opgeroepen. Hoe wordt Hij verheerlijkt? Doordat zondaren op Hem leren vertrouwen. Uit Hem leren leven. Aan Hem onderworpen zijn.
Gemeente hoe leven wij? Kennen wij dat leven der bekering? Een leven van rusten op Christus alleen? Kust de Zoon. Anders is dit het alternatief: Opdat Hij niet toorne en gij op den weg vergaat. De Heere zal Zijn vijanden verpletteren met een ijzeren scepter. Kunt u dat verdragen? Wees wijs en bekeer u tot Hem. Amen.
De gemeente zingt na de preek van ds. Procee Psalter 421 : 5. Deze leest het eerste gedeelte van het formulier tot bevestiging van dienaren des Woords. De vragen worden gesteld. Ds. Hoefnagel antwoordt plechtig: ja ik, van ganser harte (in het engels). De bevestiger spreekt zijn vriend en collega hartelijk toe. De gemeente zingt staande Psalter 436 : 2, 3.
Hierna deelt de bevestiger mede dat er drie brieven zijn binnengekomen, n.l. van ds. C.A. Schouls van Vineland, die verhinderd was wegens verblijf in Nederland.
Van de kerkeraad van Clifton: eveneens bericht van verhindering. Een zuster van ds. G. Hamstra, die daar predikant is, vertelde dat haar broer het heel erg vond, dat hij niet kon komen. De derde brief was van ds. en mevr. A. Baars en kinderen te Middelharnis, de vorige predikant van Dundas. Zij waren niet in staat om te komen, maar leven nog hartelijk met hun vorige gemeente mee.
Na het voorlezen van deze brieven leest ds. Procee het slot van het formulier en gaat hij voor in dankgebed. Hiermee is het eerste gedeelte van deze dienst ten einde. Onder het zingen van Psalter 367 : 4, 5 neemt ds. Hoefnagel de plaats van de bevestiger op de kansel in.
De nieuwe dienaar des Woords van Dundas begint met gebed. Daarin komt treffend uit hoe wij allen in alles met de Heere moeten beginnen. Ds. Hoefnagel preekt vervolgens over Jesaja 55 : 11.
Korte samenvatting preek van intree op 5 juni 1990.
Ds. Hoefnagel begon met enige inleidende, persoonlijke opmerkingen: “Na een lange tijd van 6 maanden mag ik hier staan; de Heere heeft ’t hart ingewonnen voor Zijn wil. Er was vrees en een tegen óp zien. Menigmaal heeft de Heere willen vertroosten, ook mijn vrouw, die zulks erg nodig had. Op 13 januari gaf de Heere licht en wisten we dat we Nieuwpoort moesten verlaten. Maar in 6 maanden tijds blijft niet alles hetzelfde. Er was bestrijding. Er waren bezwaren. Maar de Heere wilde vrede geven. “Laat af, en weet, dat Ik God ben” (Psalm 46 : 11).
Zo mochten we overtuigd raken dat we in Gods weg waren. We verlieten Nieuwpoort met verdriet. Maar er is ook de vreugde om hier in Dundas te mogen zijn.
We doen een beroep op de jeugd van de gemeente om te assisteren bij het engels. Moge de Heere Zich over onze jeugd ontfermen. Onze taak is herder te zijn. Maar ook leraar. Leraar van het Goddelijk Woord.”
Onze tekstwoorden kunt u vinden in Jes. 55 : 11 Het thema is: “Het belang van het Woord Gods” en de punten: 1. De oorsprong van het Woord, 2. En het doel van het Woord.
1. Gods Woord ontspringt bij God Zelf: “Het Woord, dat uit Mijn mond uitgaat”. De dienaar mag alleen Góds Woord, en niet het zijne brengen. Dat er nog een woord uit Gods mond voortkomt is vrije genade, God zou recht zijn als Hij zou zwijgen. Het is een groot voorrecht dit woord te mogen horen, maar een grote verantwoordelijkheid tevens. Wee die mens, die het Woord wél hoort, maar niet gehoorzaamt.
Het Woord komt voort uit ’t hart Gods. En dat alleen om der wille van de Middelaar, Jezus Christus, Die met een zwijgend God te doen kreeg.
2. Het Woord zal doen al hetgeen Gód behaagt. Het zal vrucht dragen tot eer van God Zelf in het zalig worden van een inzichzelf verloren zondaarsvolk. Maar God zal ook verheerlijkt worden in de ondergang van al Zijn vijanden. Het Woord zal hen eeuwig veroordelen! Hoe nauw hebben we ons te onderzoeken. Heeft ’t Woord in óns leven reeds vrucht gedragen? Het beeld van de regen doet denken aan de noodzakelijke werking van de Heilige Geest. Wat is hét doel van het Woord van God in harten van zondaren? Dat zij in de weg van zelfkennis tot kennis van de Christus komen en alles mogen verliezen om de uitnemendheid der rijkdom van de kennis van Christus Jezus.
De toespraak van ds. G. Blom deed mij en mijn gezin en ouders bijzonder goed. Hij sprak als vriend en broeder en als oude bekende, ook reeds van mijn voorgeslacht, maar allereerst namens mijn onvergetelijke gemeente Nieuwpoort! Dit ontroerde mij. Het was hartverwarmend, de woorden die hij sprak. Moge de Koning der Kerk Zich ook over hem en de zijnen genadiglijk willen ontfermen. Wij maken tenslotte van de gelegenheid gebruik om al de lezers, met name onze vrienden en bekenden, van harte vanuit Canada te groeten en des Heere onmisbare zegen toe te wensen. Door Gods goedheid maken we het allen goed. Gode bevolen!
We zingen na de preek van ds. Hoefnagel Psalter 255 : 3, 4 en daarna legt de predikant de zegen des Heeren op de gemeente.
Er volgen toespraken.
Eerst is het woord aan ouderling Procee, die namens de kerkeraad de nieuwe herder en leraar hartelijk toespreekt. Hij richt zich ook tot de echtgenote en kinderen en tot de ouders en zuster van ds. Hoefnagel. Op zijn verzoek zingen we hem staande toe, Psalter 290 : 4, 5.
Namens de kerkeraad van Nieuwpoort, die dit uitdrukkelijk verzocht had, en mede namens de vele vrienden in ons land, brachten wij de gevoelens, die bij ons leven over. We legden er de nadruk op, dat er rust en vrede komt wanneer we mogen zeggen: de wil des Heeren geschiede. De Heere moge ds. Hoefnagel bekwamen om de volle raad Gods te verkondigen en de arbeid rijkelijk zegenen. Ds. L.W. Bilkes van Aldergrove sprak hartelijke woorden van welkom namens alle andere gemeenten van de Free Reformed Church.
Ds. Hoefnagel bracht de sprekers dank en sprak zijn vrouw en kinderen, zijn ouders en zuster toe.
Tenslotte zongen we staande de doxologie van Psalter 309 : 1, 4. Daarmee was deze dienst ten einde, die o.a. werd bijgewoond door de predikanten C. Pronk van St. Thomas en H.A. Bergsma van Mitchell.
We ontmoetten nog verschillende vrienden en bekenden. Velen kwamen van verre, vele gemeenteleden wonen veraf. Voor men heenging kon men eerst een kop koffie drinken. Het was een goede dienst.
De Heere heeft het welgemaakt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 1990
Bewaar het pand | 6 Pagina's