Met het hart geloven. . .

Dit boekje bevat de schetsen over de Nederlandse Geloofsbelijdenis, die eerder verschenen in het bondsorgaan „Contact” van de Bond van Chr. Geref. Vrouwenverenigingen. Er zijn 39 schetsen. Aan het einde van nagenoeg alle schetsen worden discussievragen gesteld.

Ds. Ribbers heeft er uiteraard heel wat tijd aan moeten besteden. Hij geeft geen verklaring zonder meer, maar blijkt rekening te houden met het doel van de schetsen en met de lezerskring. We moeten er begrip voor hebben, dat in de betrekkelijk korte schetsen niet alles kon worden behandeld en dat de behandeling ook niet al te diepgaand kon zijn. Ds. Ribbers is ten dele wel geslaagd in het samenstellen van de schetsen. Dat willen we op de voorgrond stellen. Maar we moeten toch ook een paar opmerkingen maken.

Met het hart geloven. . .Zo luidt het begin van de titel van dit werkje over de NGB. Zo begint ook het eerste artikel. Van groot belang is natuurlijk dat we weten wat het is met het hart geloven. Daarop is de hele NGB gebaseerd. En in verband daarmee natuurlijk wie die wij zijn, die van harte geloven. In de schetsen komen we dat wij en dat ons telkens tegen. Dat geeft de indruk, dat de schrijver ervan uitgaat, dat de lezers van de schetsen en dat zullen dan wel in hoofdzaak de vrouwen van de verschillende verenigingen zijn ware gelovigen zijn. Dat zou wel een mooi ideaal zijn, dat er echter niet is en vermoedelijk nooit geweest is. De werkelijkheid is vaak heel anders, zo dat het al verblijdend is wanneer er ook onder haar zijn, die door genade de vreze des Heeren deelachtig zijn.

We maken nog een opmerking. In de 14e schets gaat het over artikel 16: Van de eeuwige verkiezing. Ds. Ribbers spreekt liever van de goddelijke verkiezing. Bij de omschrijving sluit hij zo nauw mogelijk aan bij de woorden van artikel 16, als volgt: God heeft in Zijn eeuwige en onveranderlijke raad besloten sommige mensen in Christus uit enkel goedertierenheid te verlossen. Dat betekent dus allereerst, dat we onze verlossing in geen enkel opzicht te danken hebben aan iets in ons. Dat duidelijk te laten zien is ook de hoofdbedoeling van art. 16. Let u maar eens op de plaats van art. 16. In de voorafgaande artikelen is gesproken is over de ellende van de gevallen mens: in art. 17 zal worden gesproken over de wederoprichting van die gevallen mens; welnu, in ons art. wordt aangetoond, dat die wederoprichting niet geschiedt om iets in ons, maar enkel voortkomt uit Gods genadige verkiezing.

Het is natuurlijk waar, dat de verlossing niet te danken is aan iets in de mens, maar is het de bedoeling om dit in artikel 16 te belijden? Of gaat het hier juist om het vrijmachtig welbehagen des Heeren, waar de Heere telkens weer van spreekt in Zijn Woord. Dat is het wonder. Dat wordt hier beleden. Het wonder dat de Heere zondaren verkiest ten leven, in Christus. Maar ook dat de Heere naar Zijn eeuwige raad anderen in hun val waarin zij zichzelf gestort hebben laat liggen. Dat laatste komt in de schetsen helemaal op de achtergrond. We leren toch een dubbele praedestinatie? Natuurlijk kan men van deze leer een verkeerd gebruik maken. Dat gebeurt ook. Maar dat gebeurt met vele andere dingen. Men gebruikt de genadetijd verkeerd of liever helemaal niet. De mens zit in de strikken van de duivel, van het ongeloof en moet daaruit door de Heere Zelf verlost. Dat doet de Heere naar Zijn welbehagen. Dat is een wonder en dat wordt een wonder.

We zouden nog wel meer opmerkingen kunnen maken, maar dat lijkt me niet nodig. Het gaat er niet om schets voor schets te bekijken, maar om de algemene indruk weer te geven. De schetsen zouden veel aan inhoud gewonnen hebben wanneer beide opmerkingen die we maakten daarin verwerkt waren. Ook betreuren we het dat de naam Heere steeds met twee en niet met drie e’s geschreven wordt en natuurlijk ook, dat we in de schetsen niet de Statenvertaling terug vinden. Dat maakt het bezwaarlijk voor de vrouwenverenigingen, die nog wel daar bij leven, deze schetsen te gebruiken.

Het boekje is niet duur. Het telt 136 pagina’s. Het kost ƒ 9,50 en is te bestellen bij het bondsbureau, Charlotte de Bourbonlaan 26, 3062 GE Rotterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen