Want Uw Licht Komt…
“Maak u op, wordt verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.” —Jesaja 60:1
Nog enkele weken en we hopen weer te gedenken het troostvol heilsfeit van Christus’ geboorte. Naar Zijn komst heeft men uitgezien; enkelen waren er onder het oude verbond verlangend uitziende en wachtende op de vervulling der beloften. Want deze blijde boodschap heeft God eerstelijk in het paradijs geopenbaard, later door de heilige partriarchen en profeten laten verkondigen, door de offeranden en andere ceremonien der wet laten voorbeelden, en ten laatste door Zijn eniggeboren Zoon vervuld.
En met treffende beeldspraak hebben de profeten Zijn komst, macht en heerlijkheid den volke verkondigd. Jesaja spreekt van Hem als een Rijsje uit een afgehouwen tronk en als des Heeren Spruit. In Psalm 132 lezen we van Hem: als een hoorn doen uitspruiten, en de Gezalfde een lamp toegericht. Veel meer voorbeelden zouden genoemd kunnen worden. Maar hier in de woorden van deze tekst, wordt Hij voorgesteld als een Licht, dat komt.
De adventtijd, de tijd van wachten en uitzien, worden wel eens genoemd de donkere dagen voor kerstfeest. Als nu onze tekst spreekt van verlichting, dan wijst ons dat eveneens op duisternis. Waar geen duisternis is, of nacht is, hoeft het ook niet licht te worden.
We leven in een tijd, dat algemeen de klacht is dat het een donkere tijd is, in de wereld en kerk donkerder als de nacht, howel de Heere Zijn werk in stand houdt. Is er dan geen licht meer in onze tijd? In de stikdonkere nacht van verwarring en Godsverlating, on-steekt men de lamp van kunstlicht, valslicht, bedrieglijk licht, kleurenlicht, waarmede men de straten, huizen, kamers en harten wil verlichten en verblijden. Alles schijn, het is het licht dat de vorst der duisternis ontsteekt en wat straks gedoofd wordt in de nacht van de eeuwig rampzaligheid.
Hoe noodzakelijk dat het licht opgaat in de duisternis en nacht van ons leven, dat genadelicht wordt verheerlijkt, de vrucht van de keus geopenbaard wordt: “Maak u op, wordt verlicht, want uw Licht komt.” Het is de Gegevene van de Vader, Die Dierbare Christus die in deze woorden voorgesteld wordt, Die naar het welbehagen des Vaders als het Licht Zijn volk gegeven is. En in het opgaan van dit Licht, in de verschijning van Zijn heerlijkheid openbaart zich het leven der zaligheid in het hart van een volk dat in duisternis wandelt. Want daartoe is dit Licht, Jezus Christus, in deze wereld van nacht en duisternis gekomen, om te zoeken en zalig te maken dat verloren is.
Wat een wonder, wanneer we aan de stikdonkere nacht van onze verlorenheid worden ontdekt, en dat dan Licht komt, en de heerlijkheid des Heeren over een verloren volk opgaat. Bij de zogenaamde verlichte godsdienst van onze tijd is dat niet meer nodig in deze verlichte eeuw. Die maken zichzelf op, hebben altijd licht, en zijn vervreemd van hetgeen Jesaja zegt: “Met mijn ziel heb ik U begeert in de nacht”
Maar daar is een volk dat kan zich niet maar opmaken, dat wordt van God klaar gemaakt, waar in duisternis van hun verlorenheid, in de donkerheid der zonde, heiwaardig, denkende dat het nooit meer licht zal worden, de Heere het in een ogenblik verandert. De zon ging op boven de aarde als Lot te Zoar inkwam. Denk aan de herders, in het midden van de nacht de blijde boodschap: “Gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden liggende in de kribbe.” Maak u op, wordt verlicht, want uw Licht komt. Het was voor de herders geen nacht meer van binnen.
Zijn komst is verlichtend. Dan houden wij niets meer over dan duisternis, om buiten Hem niet meer te kunnen leven, opdat Hij als het Licht het duister op zal klaren, de zonden verzoenen, de schuld betalen, de toorn dragen, de vloek weg nemen, de gevangenen vrijheid schenken, in alles Gods deugden verheerlijken.
En als men nu de kerk des Heeren beziet in Hem is het te begrijpen wat er staat in de text: “en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.” Dat is een weinig in deze tijd, maar straks volmaakt na deze tijd. De aanvang van deze vervulling zal ervaren worden in het heden door de adventskerk, die met Simeon uitroept: “Nu laat Gij Heere, uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.” Maar er is een volk dat uitziet naar Zijn wederkomst. Dan gaat de heerlijkheid des Heeren voor eeuwig over hen op. Eeuwig licht. Want aldaar zal geen nacht zijn.
De Heere schenke de vervulling van het toegezegde heil.
Rev. M. Heerschap is pastor of the Netherlands Reformed Congregation of Lethbridge, Alberta.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987
The Banner of Truth | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987
The Banner of Truth | 28 Pagina's