DE KRIBBE VAN BETHLEHEM
“En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg. Lukas 2:7
Is het u wel eens opgevallen, dat de geboortegeschiedenis van de Christus met Goddelijke eenvoud beschreven staat?
De sprake, die hieruit tot ons komt, is zeker wel, dat deze waarheid innerlijke waarde bezit en het Goddelijke geen versiering van of door enig mens van node heeft. Hij, die zich desondanks hieraan schuldig maakt, ontheiligt wat van God is.
Hier ligt ook een levensles voor de begenadigde zondaar. Niet anders dan tot eigen zieleschade kan hij nalaten deze les te leren.
Helaas! behoort niet tot het dagelijks werk van Gods kind, er zelf tussen uit te zijn. Dit is alleen het geval, als genade heerschappij voert in het hart. En, deze keren zijn te tellen in het leven van Sion!
Dure roeping blijft dan ook altijd, biddend acht te geven op de Waarheid Gods. De Heilige Geest leert, door de Waarheid Gods, hoe het zijn moet en hoe het is bij Gods kind. Zijn bearbeiding brengt in de schuld en leert het bloed inroepen van Hem, Die, door de werking van de Heilige Geest, de ware menselijke natuur, uit het vlees en bloed van de maagd Maria, heeft aangenomen. Zijn heilige geboorte plaatst ons midden in het machtige wereldleven, dat zijn brandpunt vindt in het Romeinse keizerrijk; in de scepter van Augustus.
De kribbe van Bethlehem staat midden in de politiek! De geweldige machthebber, keizer Augustus, die tot god wordt uitgeroepen en het einde is van een verlossingspoging (van Lamech tot Augustus) wordt, door God, ingeschakeld als een middel in Zijn hand, om het woord van Micha (5 vers 1), de profeet, in vervulling te doen gaan. Uiteindelijk vindt de beschrijving (der gehele wereld) plaats ter wille van de Zaligmaker. Naar het woord der profetie wordt Hij te Bethlehem geboren. Het mag onze aandacht niet ontgaan, dat Hij, Die van eeuwigheid met Zijn borgtocht tussenbeide is gekomen, niet, gelijk Adam, als volwassen Persoon is geschapen, maar is ontvangen van de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria.
Zijn heilige ontvangenis en geboorte behoorden ook tot Zijn borgtocht. Die zaligmakend bearbeid door Gods Geest komen er achter, dat de zonde niet aanvangt, op een leeftijd, maar in het zijn.
David zegt ten deze (Psalm 51:7): “Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.” Zie ook Catechismus, Zondag 14, vraag en antwoord 36!
De Zaligmaker, Wiens diepe vernedering met name bestond in het Zich vrijwillig stellen onder de Wet, is naakt ter wereld gekomen. Maria wond Hem is doeken! Dit ontroerende feit houdt ons stil bij de waarde van de Christus.
Zijn waarde lag met name hierin, dat Hij niets meebracht dan Zichzelf.
Hij maakt, door Zijn borgtocht, met Zichzelf goed bij de Vader (Rechter), wat Zijn volk, in Adam, heeft bedorven; Hij maakt ‘t goed, eeuwig goed, met Zichzelf, bij Zijn volk, de gegevenen des Vaders. Terecht zegt Gods kind: De Heere maakt het goed; uitsluitend met Zichzelf; en dat in alle wegen! Hij zal het straks eeuwig goed met Zichzelf maken.
David mocht er van getuigen (Psalm 16:3): “Getrouwe Heere, Gij wilt mijn goed, mijn God, mijn erfenis en ‘t deel mijns bekers wezen.” En Paulus schrijft aan de gemeente van Thessalonica (I Thess. 4:17b): “En alzo zullen wij altijd met de Heere wezen.’’
Maria mocht, als dienstmaagdelijk instrument in Gods alvermogende hand, voorzover het vlees en bloed betreft, deze onuitsprekelijke gave des Vaders, door de werking des Heiligen Geestes voortbrengen.
Maria, de liefde (des Vaders) legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden (ook voor Maria en Jozef niet) geen plaats was in de herberg.
Ziehier de weg Zijner vernedering; de weg tot vernedering, waarin Hij wordt voor Zijn volk, wat Hij ze, door toepassing, leert. Hij maakt immers Zijn volk zalig door verdienste en door toepassing?
Geen plaats in de herberg!
Een ontroerende prediking gaat hier van uit. Mocht ze geheiligd worden aan het hart! De herberg is het beeld van ons aller ziel. Zolang onze ziel herberg is, is er geen plaats voor Christus. Geen plaats voor Christus, het geschenk des Vaders, houdt in, dat er wel (alleen), plaats is, voor alles, wat Christus niet is.
Ontdekkende bearbeiding door de Heilige Geest leert dit al Gods volk kennen, in mindere of meerdere mate, naardat het ‘t welgevallen des Vaders gelust.
Zij openbaart de blakende vijandschap tegenover de Christus, Die, door Zijn Geest, Gods kind leert, dat Hij niets van de mens en van Adam, met wie wij verbonden liggen, kan gebruiken. Hij zet er de mens buiten, met de bedoeling alzo Zichzelf weg te kunnen schenken. Hij maakt, door genade, plaats voor genade. Dat is voor Zichzelf!
Hij maakt plaats in een beestenstal! Was dit zo bij Zijn komst in het vlees, niet anders leert Hij het, door Zijn Geest, aan Zijn volk. Bij ontdekkend licht leren zij, eigen hart, als een beestenstal, kennen. Onrein, vuil, gans walgelijk voor het oog, verlicht door de Heilige Geest. Voor dezulken wordt het een eeuwig wonder, dat de Heere zo laag wil neerbuigen, dat Hij in een beestenstal afdaalt. Als de Heere niet in een beestenstal was geboren, kon het voor een ontdekt hart nooit meer. Immers, dit leert zich, door genade, niet anders dan een vuile beestenstal kennen.
Is u wel eens opgevallen, dat velen (de godsdienst) wel van Bethlehem willen horen en wel naar Bethlehem kijken, maar niet de stal binnengaan?
Dit komt, omdat ze nog nooit eigen hart, bij Geesteslicht, hebben waargenomen. Iemand, die meent (in eigen oog) schone klederen te dragen, blijft op een afstand staan, uit vrees bezoedeld te worden in de stal. De beestenstal, het Kindeke in de kribbe wordt alleen ingegaan en benodigd door degenen, die zich vuil, zwart door de dienstbaarheid der zonde, hebben waargenomen. De blanke Bruidegom past alleen bij een zwarte bruid!
Hij, Die Zichzelf bedekt met het licht, als met een kleed, werd in doeken gewonden en neergelegd in de kribbe, opdat Hij, in deze weg, Zijn volk uit de diepte van schuld en zonde zou kunnen ophalen en ze met God verzoenen door Zijn dierbaar bloed.
“En legde Hem neder in de kribbe.”
De kribbe is het herkenningsteken van de geboren Zaligmaker.
Dit teken houdt ons stil bij: opvallende geringheid; bij diepe vernedering; bij Zijn lijdensgestalte! Aan dit teken is de Zaligmaker te kennen. Anders kan Hij geen Zaligmaker zijn!
In Zijn borgwerk komt dit teken steeds duidelijker uit. Het teken der kribbe wordt teken des kruises; teken der nagelen; teken van het Lam, Dat geslacht is. Dit is ook het teken in de hemel van de Zoon des mensen!
Dit teken waarschuwt tegen alle aardse verwachtingen van de Christus. Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Anders zouden Zijn dienaren gestreden hebben, dat Hij de Joden niet ware overgegeven.
Het teken der kribbe predikt nog (ook) de barmhartigheid des Heeren; Zijn omsluierde heerlijkheid. Denk aan het deksel, dat Mozes op zijn aangezicht legde, om de weerschijn van de Goddelijke glorie op zijn aangezicht te bedekken.
Bij Zijn tweede komst zal Hij gezien worden in de heerlijkheid Zijns Vaders, waarvan het oog des geloof s hier wat mocht zien, een heerlijkheid als des Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid.
Wel mogen we elkander de ernstige vraag stellen: Aan welke kant staat gij? Het is een van beiden! Of aan de kant van Augustus, of aan de kant van dat Kindeke in de Kribbe. Een tussenweg is er niet! Lere de Heere toch het onze te verliezen, opdat wij Hem moge gewinnen! Wij kunnen God alleen met God ontmoeten, in het aangezicht van dat Kindeke van Bethlehem. Van Hem zingt de kerk: “En onze Koning is van Isrels God gegeven.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983
The Banner of Truth | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983
The Banner of Truth | 20 Pagina's