Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEOPENBAARDE VERBORGENHEDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEOPENBAARDE VERBORGENHEDEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Maar er is een God in de hemel, Die verborgenheden openbaart” Dan. 2:28a

Een opmerkelijk woord is het, wat wij vinden in de Profetieën van Daniel en wat hij uitspreekt, als hij gebracht is voor koning Nebucadnezar, om hem mede te delen de droom, die hij gedroomd had en deszelfs uitlegging. Alle tovenaars en sterrekijkers guichelaars en Chaldeeen waren ontboden naar het koninklijk hof. Alle degenen, die uitblonken onder de oud-Oosterse wijsheid, hadden van de koning de opdracht ontvangen om hem de droom, waardoor zijn geest verslagen en zijn slaap gebroken was, bekend te maken.

Ernstige bedreigingen, als de droom hem niet wordt meegedeeld, en schone beloften voor degene, die hem de droom en deszelfs uitlegging zou bekend maken, werden door de koning gedaan. Maar geheel de wijsheid der wereld vermocht niet deze taak te vervullen. Het was ook een boven-menselijke opdracht, die aan hen geggeven werd.

De wijzen werden airede gedood en men zocht ook Daniel en zijn metgezellen te doden. Eerst toen begaf zich Daniel naar het hof van de koning, om tijd en uitstel te verzoeken, opdat hij de droom en deszelfs uitlegging zou bekend maken.

En deze verborgenheid werd Daniel in een nachtgezicht geopenbaard: als hij zich met zijn vrienden in de weg des gebeds gewend heeft tot die God, Die hij voor des konings aangezicht roemt, als te zijn een God, Die verborgenheden openbaart.

Verborgenheden, die geen mens openbaren kan, werden Daniel bekend gemaakt; maar niet alleen Daniel ervaarde het, dat de God in de hemel verborgenheden openbaart, al Gods volk leert het in hun leven uitroepen: Er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart. En die verborgenheden Gods worden niet bekend gemaakt aan de wijzen der wereld; voor hen worden de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen verborgen gehouden. God, volvoerende Zijn eeuwig welbehagen, maakt Zijn verborgenheden bekend aan Zijn kinderen. En voor dit welbehagen dankt de Heere Jezus Zijn Vader: Ik dank U, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt en hebt dezelve de kinderkens geopenbaard; ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U.

Die dingen, die God verborgen houdt voor de wereld en Zijn volk openbaart, zijn de dingen van het Koninkrijk, dat niet van deze wereld is.

Daniel, dit uitroepend: Er is een God, Die verborgenheden openbaart, had dit niet alleen in deze zaak ondervonden, maar hij en zijn vrienden hadden bevindelijke kennis van het woord van David uit Psalm 25:14: “De verborgenheden des Heeren zijn voor degenen, die Hem vrezen”.

En wat is nu wel de grootste verborgenheid, die God Zijn volk openbaart? Het is die verborgenheid, waarvan Paulus spreekt, dat hij groot is: De verborgenheid der godzaligheid: God is geopenbaard in het vlees. Schier overal in Gods Woord wordt dit ons als een verborgenheid aangegeven: I Col. 1:26; I Tim. 3:9; Efeze 6:19 en ook Gods volk leert het als een verborgenheid.

In onze dagen kent schier geheel de wereld de Naam van Jezus; ja geheel de wereld tooit zich met de naam Christelijk, maar de verborgenheid, die in deze naam ligt, maakt God Zijn volk bekend in een weg, waarin de verborgenheid der ongerechtigheid ons geleerd wordt.

Er is een God in de hemel, Die door Zijn Geest en Woord Zijn volk bekend maakt met het feit, dat wij allen van nature buiten God zijn. De mens is godloos en goddeloos. Godloos is onze staat en goddeloos de openbaring van onze godloze staat.

Levende onder de beademing van Gods Woord, opgevoed onder de leer der Waarheid, kan de mens weten (verstandelijk) dat hij alzo is, maar God in de hemel ontdekt hieraan Zijn volk op een bevindelijke wijze. Die verborgenheid, die door het licht van Boven, dat in de duisternis van ons hart zal moeten schijnen om ons daarmede bekend te maken, is de eerste, waarmee dat volk bekend gemaakt wordt, gezien de heilige orde die de Heere houdt, met Zijn kinderen en die wij vinden kunnen in onze schone Heidelberger. Alleen zulk een die de verborgenheid van vervreemding van God kent in zijn leven, zal de enige Middelaar als de grootste geopenbaarde verborgenheid op hoge prij s stellen.

Dat volk zinkt in ootmoedige verwondering neder als die God in de hemel door Zijn Geest die verborgenheid, die van alle eeuwen is verborgen geweest, ontdekt in de zielen, van een in de duisternis van vervreemding van God wandelend volk.

Een weg tot God, waarin God op het hoogst verheerlijkt wordt. Een verborgenheid, die de mens niet kent, ook niet al leven wij onder Gods Woord.

Een verborgenheid, die van nature verborgen is en die ons geopenbaard moet worden.

Door de ontdekking en openbaring van die verborgenheid worden er in het leven van Gods volk heilgeheimen ontsluierd en naarmate de oefeningen in de verborgenheden des geloofs zijn, zal dit volk met steeds klimmende verwondering uitroepen: “Er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart”.

Van hoevele en meningvuldige verborgenheden spreekt ons Gods Woord.

Perspectieven, vergezichten des geloofs liggen in die geopenbaarde verborgenheden.

Van God vervreemden, die als vreemdelingen over de wereld gaan, beladen met schuld en ongerechtigheden, die voor God niet bestaan kunnen, die uit Zijn gemeenschap weggezonden zijn, lerende bij aanvang en bij voortgang door de Geest van die God in de hemel, tot Gods gemeenschap te kunnen komen en dat op gronden van recht en gerechtigheid, dat in een weg, die hun eerst gans verborgen was, waarin Gods beledigde deugden verheerlijkt worden, waarin de majesteit van Zijn luister en roem uitstralen, roepen het uit: Er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart.

De verborgenheid van het vleesgeworden Woord en door Hem, van de toenadering tot God, van de gemeenschap met God, van de vrede met God, van de verlustingingen in God. Aan deze verborgenheden zijn geen einde, want er is een eeuwige rijkdom in God door Christus. En al Gods volk leert in hun leven bij elke vernieuwde Godsontmoeting verborgenheden kennen, die hun vroeger niet geopenbaard waren.

In die verborgenheden, die God Zijn kinderen openbaart in Zijn Woord, straalt uit de verborgenheid van Zijn raad, liefde, wijsheid, gerechtigheid en heiligheid. In die grote geopenbaarde verborgenheid, God geopenbaard in het vlees, stralen de eeuwige deugden Gods uit, waarin Gods volk hun vermaak vindt.

Daar is nooit een einde in en dat is hier hun deel bij aanvang die verborgenheden te kennen en in een eeuwige voortgang steeds voortschrijdende openbaringen van de verborgenheden Gods te kennen in het aangezicht Zijns Zoons.

Mijn waarde lezer, hoe nodig het is om de verborgenheid der godzaligheid te kennen, behoef ik eigenlijk u niet te zeggen. Dat weet ge toch. De Heere zegt: “Dit is het eeuwige leven, dat zij u kennen de eeuwige en waarachtige God en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt”.

De wereld, de godsdienstige wereld, prijkt met de naam van Christus. Zovelen menen dat een uitwendige historiele kennis genoegzaam is. Daarmee echter wordt Christus niet ter zaligheid gekend. Hij is een verborgenheid en dat leert Gods ontdekte volk. Daar is niets meer verborgen in het leven van Gods volk als Christus. O, meen toch niet Christus te kennen met een uitwendige kennis. Met zo’n kennis komt gij om.

Christus wordt gekend, waar God in de hemel, Hem als de weg tot God openbaart in het hart van Zijn volk, als de schuldwegdragende Gode behaaglijke offerande.

En, waar gij uzelven nog bevindt te zijn, vreemdelingen van die geopenbaarde verborgenheid der godzaligheid, begeef u dan gedurig onder de verkondiging van Zijn Woord door Zijn knechten, die toch zijn, naar het woord des apostels (I Cor. 4:20): “dienaars van Christus en uitdelers van de v erborgenheden Gods”.

Gods volk moge mede gedurig, onder dat Woord zijnde, die grote Middelaar, de grootste verborgenheid het als uit horen roepen:

“Neem, o mijn volk, neem Mijne leer ter ore, Neig oor en hart om naar Mijn stem te horen ‘k Zal met Mijn mond u wijze spreuken leren. Verborgenheden, van ouds af waardig t’ eren, Mij (die Enige Middelaar) vloeit een schat van wijsheid uit de mond, Gelijk ‘n bron, die voortspringt uit de grond.”

God lere het ons: Er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

The Banner of Truth | 20 Pagina's

GEOPENBAARDE VERBORGENHEDEN

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

The Banner of Truth | 20 Pagina's