HABAKUK’S STERKTE
Habakuk 3:19a: De Heere HEERE is mijn Sterkte.
God’s knecht, de profeet Habakuk, heeft in een moeilijke tijd, een tijd vol zonden en ongerechtigheid, zijn ambtswerk moeten doen dat de Heere hem opgedragen had.
Het volk trok zich, in grote massa’s van de God der heirscharen niets meer aan. Het ging eigen snode en goddeloze weg, en de zonden werden vermenigvuldigd. Het land maakte zich rijp voor het ontzaglijk oordeel van de heilige en rechtvaardige God.
Maar helaas, men trok zich van de enkele getrouwen knechten, die nog waarschuwden met grote ernst en heilige verontwaardiging, niets, maar dan ook niets meer aan. En die knechten waarschuwden niet uit eigen beweging, zij deden dat in opdracht van de heilige en rechtvaardige Rechter Die in de hemelen woont, en Die te rein van ogen is dan dat Hij het kwade zou aanschouwen.
Ondanks de boetpredikaties, ondanks de al zwaarder drukkende hand des Heeren, men ging zijn eigen heilloze gang. Men had alleen oog voor de lusten en ongerechtigheden van deze wereld, en zwom als een vis in de goddeloosheid.
En die profeten? Die Habakuk? Och, laat die maar praten. En als ze te lastig worden dan zullen we ze de mond wel stoppen. Men had immers al eerder God’s knechten gedood en kwalijk behan-deld.
Maar de Godsman Habakuk heeft met grote ernst gewezen op de naderende oordelen. Gewezen op het strafgericht dat de Heere door de Chaldeen zou laten uitvoeren. Zij waren de hamer en de zaag waarmede de Heere dat afwijkende volk zou tuchtigen. En het was ook voor die tijd waar: Uw oordeel, Heere, kan niet anders dan vreselijk wezen.
Deze man, deze profeet, klein in eigen oog, is op een kostelijke plaats terecht gekomen. Hij heeft een plaatsje gevonden aan de voeten van Zijn Zender, om de Heere aan te roepen in zijn grote nood, en Hem om hulp gesmeekt. En wonder van vrije genade, Hij is met de Heere nooit beschaamd uitgekomen; integendeel de Heere heeft hem gered uit al zijn noden, en na de taak te hebben volbracht die de Heere op zijn schouders had gelegd, is hij ingegaan in de Heerlijkheid hierboven, waar geen spotters (van binnen en van buiten) meer zijn, waar geen duivel hem meer met zijn arglistigheden kon benauwen, en waar geen vijand hem ooit meer kon deren.
Maar voor dat dit einde kwam, zij het een waar kind van God tot bemoediging, moest hij God’s Raad uit dienen hier op deze zorgeloze en geesteloze wereld. Ja, moest hij werken temidden van mensen die soms nog wel godsdienst er op na hielden, maar die nooot in waarheid voor God hebben lerenbuigen in het stof der verootmoediging.
Gelukkig behoefde hij niet alleen te gaan. Deze man mocht door God’s genade een aanklevend leven hebben, temidden van alles wat hem drukte. En daar is hij goed mee geweest.
Wat groot is het om in dagen waarin we geen hand meer voor ogen kunnen zien, een geopende toegang te mogen hebben naar den hemel, tot de Troon der genade. Maar dan moeten we er wel bij schrijven: Dan moeten we door het werk van God’s lieve Geest, ook na ontvangen genade, wel in het stof gebracht zijn. Anders zullen we toch altijd proberen onszelf op de been te houden. En een van de kentekenen van verval in deze tijd is wel: dat er zo weining waar geschrei is aan de Troon dergenade. Men lean zichzelf wel behelpen met een tekst of een pslamversje, maar men vraagt niet: Heb ik dit wel van den Heere ontvangen.
En toch, als de Heere de ogen er maar voor opent, dan kunt ge meermalen lezen in Gods dierbaar en onfeilbaar Woord, als iemand in waarheid zijn of haar hart mocht uitstorten voor den Heere, Hij een Hoorder, en op Zijn tijd een Verhoorder der gebeden is.
Aan het einde van zijn gebed mag dan ook deze knecht des Heeren, getuigen, wie, ondanks alles wat tegen was, zijn enige Hulp was, en zijn sterkte in de dagen der benauwdheid. Och, was het met ons meer zo, als met deze profeet, in de donkere dagen waarin we leven.
Want aan het einde zijns gebeds mag hij vol heilige verwonderinguitroepen: De Heere HEERE is mijn sterkte!
Wat een groot wonder en vrije gunst als nietig stof en as, een mensenkind, dat door genade van Boven, mag getuigen en openbaren ook aan anderen. Ja, ook tot een lering voor een arm en ellendig volk in zichzelf. Nee, dat is niet voor de hypocriet. Mogelijk kan deze de woorden nog wel gebruiken. Maar verstaan kan hij ze niet, om de eenvoudige reden dat hij nog nooit een ware arme, een ware zuchter tot God is geworden.
We moeten dan ook nooit vergeten, dat de Heere hem dit door de werking van Zijn Heilige Geest heeft laten opschrijven, opdat een volk in druk, mag horen wat ze, in ware zielsvernedering, aan God mogen hebben.
Hier was het werkelijkheid: En mijn hart, wat mij moog treffen; tot de God mijns levens heffen. Here HEERE, of in het Engels: the Lord God. Ge voelt er de eerbied in, die uitgedrukt mag worden door deze man, die in deze woorden getuigt dat de Allerhoogste Koningregeert van zee tot zee en van de rivier tot de einden der aarde. Ja, dat zonder Zijn wil geen haar van het hoofd van God’s knecht en kind af zal vallen. En dat geen geweld en geen duivel hem van den Heere kunnen aftrekken. Zijn vertrouwen is in den Heere alleen. de Heere HEERE. Hij noemt hier de Almachtige God bij zijn grootste en heerlijkste namen, en dat niet met brutalitiet, maar in kinderlijke vreze en afhanke-lijkheid. Dit leert ons tevens dat Habakuk wist Wiens onderdaan hij was door genade. Nee, die man had geen zelfgemaakt geloof en geen gestolen vertrouwen. Hij mocht weten tot Wie hij sprak. Ja, hij vertelt ons door genade dat de Allerhoogste God zijn deel was tot in der eeuwigheid. Hij had vastigheid. En geen leed zou het ooit uit zijn geheugen wissen.
Dat blijkt ook in hetgeen hij verder zegt: Hij noemt de Heere zijn Sterkte. Hij kon zingen met Gods knecht: In God al al mijn heil en eer,
Mijn Sterke Rots en tegenweer.
God is een Toevlucht voor de zijnen.
In het natuurlijke leven is het groot als we een echte vriend of vriendin mogen hebben, die het in nood voor ons opneemt, en op wie we kunnen vertrouwen. Zulke ware vrienden zijn er niet zo veel.
Maar hoeveel meer en groter is het als de Heere HEERE onze STERKTE is. Een Sterkte die nooit zal beschamen. Ik hoorde eens een oude kind van God zingen met een beverige stem; Gij kunt en wilt, en zult, nooit onze hoop beschamen; de Heere zij eeuwig lof, en elk zegg’ Amen, Amen. En toen ging hij praten over Hem, die van God hem geworden was tot wijsheid, tot rechtvaardigheid, en volkomen verlossen; maar ook hoe Hij de sterkte van zijn leven was geworden, namelijk in de ontkrachting van zichzelf. Oh, mijn lieve vrienden, Hij is een sterkte, die nooit zal beschamen. Christus was hier in zwakheden en verzocht in krnakheid, opdat hij voor een behoeftige bedelaar, die dus niets meer heeft, de Allesvervullende mag worden en de Sterkte van zijn of haar leven. Ja, de Sterkte in ALLE omstandigheden van het leven. Nee, dan heb je de afgoden van deze tijd niet nodig om op te vertrouwen.
Oh, hij mag zeggen: MIJN Sterkte! Als de profeet gezien had dat de Heere de Sterkte van een ander was, dat zou zeker groot geweest zijn in zijn ogen. Maar eeuwig wonder als het door het mijnen des geloofs gezegd mag worden uit de volheid des harten: Mijn Sterkte.
Deze knecht wist waar hij terecht kon. Hij wist ook dat deze Sterkte hem niet zou beschamen, maar in nood en dood voor hem zou zorgen. Ja, hem leiden naar Zijn Raad, en daarna opnemen in heerlijkheid.
Zie, als dat beoefend mag worden, dan kan men overal door en dan mag men overal door, al gaat het soms door een andere weg dan we dachten. Dan brengt de Heere HEERE door alle wederwaardig-heden heen. Dan is Hij de Bewaarder Israels, Die nooit sluimert en nimmer zal slapen.
Aan deze Sterkte mocht ook onze behoefte zijn. Deze Sterkte mocht zich openbaren aan de ware arme. Deze Sterkte mochten we elkaar toebidden op de reis door dit leven naar de allesbeslissende eeuwigheid.
God geve de behoefte in ons hart, dat van nature totaal dood is voor zulke dingen. Maar Hij geve ook in deze lauwe tijd Zijn kinderen meer behoefte aan Christus, als de enige Man die sterker is dan Simson, die sterker is dan alle geweld dat zich tegen God’s werk verheft. Verwekke het jaloezie, en te leren zeggen met Habakuk: De Heere HEERE is mijn Sterkte. Amen.
Ch.
A.W.V.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1975
The Banner of Truth | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1975
The Banner of Truth | 20 Pagina's